Paragraaf 4.2: De bezetting van Nederland DEEL 1

Wanneer begon de inval van Duitsland in Nederland?
A
10 mei 1940
B
1 september 1939
C
14 juli 1943
D
1 januari 1944
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wanneer begon de inval van Duitsland in Nederland?
A
10 mei 1940
B
1 september 1939
C
14 juli 1943
D
1 januari 1944

Slide 1 - Quizvraag

Welke waarde is essentieel voor een rechtsstaat?
A
De wil van de meerderheid
B
Gelijkheid voor de wet
C
Geen regels voor overheid
D
Privébezit is heilig

Slide 2 - Quizvraag

Met welke gebeurtenis begon de bevrijding van West-Europa?
A
De Slag om Stalingrad
B
De bevrijding van Parijs
C
D-Day in Normandië
D
De aanval op Pearl Harbor

Slide 3 - Quizvraag

Met welke gebeurtenis eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
De Slag om Stalingrad
B
De capitulatie van Japan
C
De overgave van Duitsland
D
De landing in Normandië

Slide 4 - Quizvraag

4.2: De bezetting van Nederland
Duitsland bezet Nederland in mei 1940. De rechtsstaat wordt afgeschaft. In eerste instantie is de bezetter mild. Er komen steeds strengere maatregelen tegen joden. Er zijn Nederlanders die zich verzetten, maar ook Nederlanders die collaboreren met de Duitsers. Na de hongerwinter komt er een einde aan de Duitse bezetting. 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2 (1)
4.2A: Je kunt uitleggen hoe de Duitse bezetting van Nederland begint.
4.2B: Je kunt aan de hand van de maatregelen die de Duitsers nemen aan het begin van de bezetting verklaren waarom de rechtsstaat met het begin van de bezetting ophoud te bestaan.
4.2C: Je kunt uitleggen welke maatregelen er tegen de joden in Nederland genomen werden.
4.2D: Je kunt beargumenteren of Nederland mede schuld heeft aan het grote aantal joden dat tijdens de holocaust is omgekomen.
4.2E: Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen iemand uit het verzet, iemand die collaboreert en iemand die zich aanpast.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2 (2)
4.2F: Je kunt uitleggen hoe het laatste oorlogsjaar in Nederland verliep aan de hand van Operatie Market Garden en de Hongerwinter.
4.2G: Je weet wie Anne Frank en koningin Wilhelmina zijn en je kunt uitleggen wat zij te maken hebben met de Tweede Wereldoorlog in Nederland.

Slide 7 - Tekstslide

Capitulatie
  • Mei 1940: Duitsers steken de grens over, parachutisten landen in steden, vliegvelden en bruggen in het westen.
  • Bombardement van Rotterdam
  • Na dreigement van meer bombardementen capituleert Nederland en begint de Duitse bezetting
4.2A

Slide 8 - Tekstslide

Begin van de bezetting
  • Dagelijks leven verandert eerst weinig, soldaten gedragen zich netjes
  • Economie groeit door Duits leger
  • Men past zich aan!
  • Democratie en rechtsstaat afgeschaft, organisaties werden gelijkgeschakeld, strenge (Duitse) censuur
4.2A

Slide 9 - Tekstslide

Rechtsstaat
  • Voor bezetting is Nederland een rechtsstaat, met onafhankelijke rechters
  • Rechters moeten kiezen: gehoorzamen of ontslag nemen
  • Meeste kiezen voor gehoorzamen in de hoop het beleid positief te beïnvloeden, echter moesten ze luisteren naar de Duitsers
4.2B

Slide 10 - Tekstslide

Jodenvervolging
  • Discriminerende maatregelen tegen joden
  • Razzia’s bij vergelding: Georganiseerde jacht op een groep mensen (joden)
  • Gevolg: Februaristaking (1941) tegen de maatregelen, met geweld neergeslagen
  • Vanaf mei 1942 moesten joden een gele ster dragen, vervolgens werden ze gedeporteerd
  • Ruim 100.000 joden overleefden de deportatie niet
4.2C

Slide 11 - Tekstslide

Zwarte bladzijde
  • Nederland: 75% joden niet overleefd, België: 40%, Frankrijk: 25% joden niet overleefd
  • Antisemitisme was in Frankrijk veel groter dan in Nederland!
  • Zwarte bladzijde uit onze geschiedenis? In hoeverre heeft Nederland schuld aan de holocaust?

4.2D

Slide 12 - Tekstslide

Hardere bezetting
  • Duitsers gingen zich slechter gedragen; pikten wat ze konden gebruiken
  • Tewerkstelling Nederlandse mannen in Duitsland
  • Zwaardere straffen op kleine vormen van verzet (doodstraf), met als doel de Nederlanders bang maken
4.2E

Slide 13 - Tekstslide

Waarom zouden de Duitsers ervoor hebben gekozen om Rotterdam te bombarderen?

Slide 14 - Open vraag

Bedenk een reden waarom de Duitse soldaten zich in eerste instantie netjes gedragen.

Slide 15 - Open vraag

Leg uit waarom met de Duitse bezetting er een einde komt aan de rechtsstaat in Nederland.

Slide 16 - Open vraag

Leg uit of Nederland schuld heeft aan de Holocaust / het hoge aantal Nederlandse joden dat vermoord is tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Slide 17 - Open vraag

De bezetter ging zich slechter gedragen naarmate de oorlog slechter ging. Leg uit welk verband dit met elkaar heeft.

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent capituleren?
A
Zich overgeven aan de tegenstander
B
Een overwinning behalen
C
Een strijd aangaan
D
Een overeenkomst sluiten

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van gelijkschakeling?
A
Onafhankelijke pers
B
Deportatie van Joden naar concentratie kampen
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Oprichting van de Kultuurkamer

Slide 20 - Quizvraag

Wat was de belangrijkste oorzaak van de februaristaking?
A
De voedseltekorten in Nederland
B
De oorlog in Indië
C
De jodenvervolging door de nazi's
D
De invoering van de Arbeitseinsatz

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een razzia?
A
Gelijkschakelen van politieke organisaties
B
Beperking van vrijheden voor burgers
C
Een snelle militaire opmars
D
Een massale arrestatie door autoriteiten.

Slide 22 - Quizvraag