Quiz veilig omgaan met U2

1. Wat is bewezen effectief tegen hoesten?
A
Hoestdrank/slijmoplossers
B
Anti-histaminica
C
Hoestdempende middelen
D
Geen van bovenstaande
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
TriageMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1. Wat is bewezen effectief tegen hoesten?
A
Hoestdrank/slijmoplossers
B
Anti-histaminica
C
Hoestdempende middelen
D
Geen van bovenstaande

Slide 1 - Quizvraag

2.Pseudokroep: wat is juist?
A
Bij milde klachten is een afwachtend beleid verantwoord
B
Stomen is effectief
C
Eerste keus behandeling bij matig ernstige klachten is verneveling met budesonide (=Pulmicort)

Slide 2 - Quizvraag

3.Een CRP bepaling:
A
kan bijdragen bij onderscheid tussen een pneumonie en een milde ondersteluchtweginfectie
B
bij een crp bepaling >100 is de kans op een pneumonie groot
C
<20 mg/l: een pneumonie is vrijwel uitgesloten
D
Alle bovenstaande is juist

Slide 3 - Quizvraag



4.Wat zie je hier?

Slide 4 - Open vraag

5.Wat kunnen andere aanwijzingen zijn voor een schedel(basis)fractuur?

Slide 5 - Open vraag

6.Risicofactoren voor verhoogd letselrisico na hoofdtrauma zijn:
A
Aanhoudend braken
B
Herkenbare hoofdpijn
C
Oppervlakkige schaafwonden

Slide 6 - Quizvraag

7.Wat is een hoog energetisch trauma?

Slide 7 - Open vraag

8. Wat is juist?
A
De meeste hoofdtrauma’s treden op bij jonge kinderen en ouderen > 85 jaar
B
Tijdens de diensturen verwijzen huisartsen 40% van de patiënten met een hoofdtrauma naar de 2e lijn voor onderzoek en behandeling
C
Beiden juist
D
Beiden onjuist

Slide 8 - Quizvraag

9.Noem 3 veel voorkomende oorzaken van acute buikpijn bij kinderen

Slide 9 - Open vraag

10. Koliekpijn, wat zijn de kenmerken?

Slide 10 - Open vraag

11.Noem 3 oorzaken voor koliekpijn

Slide 11 - Open vraag

12.Wat is juist bij nierstenen:
A
Extra veel drinken tijdens een aanval > 2 L /pdag
B
Mannen en vrouwen hebben even vaak nierstenen
C
In sommige families komt het vaker voor

Slide 12 - Quizvraag