Prikkels (1) komen binnen via verschillende
zintuigen (2). Voorbeelden van zintuigen zijn:
de ogen (3), de oren (4), de huid (5), de neus (6) en de mond (7). Voorbeelden van prikkels zijn:
geuren (8), geluiden (9), lichtstralen (10), een aanraking (11) en smaak (12). Als je je bewust bent van een
prikkel (13), dan noem je dat
gewaarwording (14). Je
brein (15) maakt van al die informatie een compleet beeld. De
interpretatie (16) van die werkelijkheid noem je de
verwerking (17).