Zaden die hieruit ontstaan zijn genetisch dus niet gelijk aan de ''ouders''.
Slide 12 - Tekstslide
Voortplanting plant
Eicel en stuifmeelkorrel zijn beide haploïd (n).
Samen krijg je weer een diploïde cel (2n).
Zaden die hieruit ontstaan zijn genetisch dus niet gelijk aan de ''ouders''.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Welk geslacht heeft deze bloem?
A
Eenslachtig (vrouwelijk)
B
Eenslachtig (mannelijk)
C
Tweeslachtig
Slide 15 - Quizvraag
Eenslachtig man
Eenslachtig vrouw
Tweeslachtig
Slide 16 - Tekstslide
voortplantingsorganen
mens
Slide 17 - Tekstslide
de voortplantingsorganen van
de mens
Slide 18 - Tekstslide
voortplantingsstelsels
Slide 19 - Tekstslide
mannelijke voortplantingsorgaan
Slide 20 - Tekstslide
mannelijke voortplantingsorgaan
teelballen
zaadbuisjes waarin de zaadcellen worden geproduceerd
in de bijballen worden de zaadcellen opgeslagen
waarom in een balzak?
Slide 21 - Tekstslide
mannelijke voortplantingsorgaan
teelballen
zaadbuisjes waarin de zaadcellen worden geproduceerd
in de bijballen worden de zaadcellen opgeslagen
waarom in een balzak?
de temperatuur is hier zo'n 2 graden kouder
dit is gunstig voor de productie van de zaadcellen
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
wat gebeurd erbij een zaadlozing?
Slide 24 - Tekstslide
zaadlozing
seksuele opwinding -> zwellichamen worden gevuld met bloed = erectie
na verdere prikkeling van de eikel gaan de zaadcellen vanaf bijballen via zaadleider naar zaadblaasjes en prostaat eiwitten en voedingsstoffen worden toegevoegd = sperma
sperma verlaat de penis via de urineleider
Slide 25 - Tekstslide
de route van een zaadcel:
teelballen
bijbal
prostaat
zaadblaasjes
zaadleider
urineleider
Slide 26 - Sleepvraag
mannelijke voortplantingsorgaan
Slide 27 - Tekstslide
eigenschappen sperma
eiwitten
zaadcellen
vocht
basische pH -> zo langer in leven in zure vagina
buiten lichaam gaan ze na 5 minuten dood
in vagina leven ze 24-48 uur (tot wel 5 dagen)
beweegt met een zweepstaart
Slide 28 - Tekstslide
en dan nu het vrouwelijke voortplantingsstelsel
Slide 29 - Tekstslide
het vrouwelijke voortplantingselsel
eicellen
in de eierstokken
vanaf geboorte miljoenen aanwezig
-> fase begin meiose = diploïde
-> puberteit afronding meiose I = haploïde
zit blaasje omheen = follikel -> barst open = ovulatie = eisprong = halverwege meiose II (BS4)
Slide 30 - Tekstslide
het vrouwelijke voortplantingsstelsel
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
baarmoederslijmvlies
baarmoederhals
eileider
vagina
eierstok
baarmoeder
eicel in follikel
Slide 33 - Sleepvraag
De bevruchting vindt plaats in deeileiders, na de ovulatie (eisprong).
Na de bevruchting:
Delen
Naar baarmoeder
Innesteling
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
bevruchting
sperma = basisch -> vagina = zuur
spermacel moet toch bij eicel zien te komen
sperma cel en eicel versmelten
zona pellucida wordt dan ondoordringbaar
1 sperma cel per eicel want anders polyspermie = veel chromosomen = niet levensvatbaar
Slide 36 - Tekstslide
Geslachtelijke voortplanting
Slide 37 - Tekstslide
Waar komen de spermacel en eicel samen voor bevruchting?
A
teelbal
B
baarmoeder/eileiders
C
urineleider
D
vagina
Slide 38 - Quizvraag
Korte pauze
Slide 39 - Tekstslide
Opdracht Mitose/Meiose
Iedereen krijgt een opdrachtenblad en een oefenblad
Volg de stappen van het opdrachtenblad en vul ze in op het oefenblad
Iedereen vult een eigen oefenblad in (er mag wel overlegd worden)
Gebruik de volgende BiNaS bladzijde:
Celcyclus 76A
Mitose / Meiose 76B
Slide 40 - Tekstslide
Huiswerk
(af)maken opdracht mitose/meiose
huiswerk 16 t/m 22
(hieronder meer vragen)
Slide 41 - Tekstslide
Smegma ontstaat wanneer een jongen zijn penis niet goed wast.
A
Feit
B
Fabel
Slide 42 - Quizvraag
Komen in de geslachtsorganen mitotische delingen voor? Komen in de geslachtsorganen meiotische delingen voor?
A
alleen mitotische delingen
B
alleen meiotische delingen
C
zowel mitotische als meiotische delingen
Slide 43 - Quizvraag
Wat is de naam van onderdeel 3 en 8 ?
A
3 = baarmoeder
8 = vagina
B
3 = endeldarm
8 = baarmoedermond
C
3 = baarmoeder
8 = baarmoedermond
D
3 = endeldarm
8 = baarmoeder
Slide 44 - Quizvraag
Hoe groot is de clitoris?
A
Zo groot als een erwt
B
Ongeveer evengroot als een penis
Slide 45 - Quizvraag
Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
in de penis
B
in de prostaat
C
in de teelballen
D
in de zaadblaasjes
Slide 46 - Quizvraag
Over mannelijk vleesch:
Welk orgaan is maakt zaadcellen aan?
A
A
B
E
C
F
D
K
Slide 47 - Quizvraag
Over mannelijk vleesch:
De urineblaas is ...
A
A
B
B
C
C
D
H
Slide 48 - Quizvraag
Over vrouwelijk vleesch:
Hoeveel openingen heeft de vrouw in de schaamstreek?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 49 - Quizvraag
Over vrouwelijk vleesch:
Welke organen produceren eicellen?
A
1
B
3
C
5
D
7
Slide 50 - Quizvraag
De eisprong vindt plaats in de baarmoeder.
A
juist
B
onjuist
Slide 51 - Quizvraag
Als een bijtje een bloemetje bestuift, welke geslachtscellen draagt dit bijtje mee?
A
mannelijke
B
vrouwelijke
C
beide
Slide 52 - Quizvraag
Wat is polyspermie?
A
sperma met teveel zaadcellen
B
bevruchting van een eicel op de verkeerde plek
C
sperma met teveel eicellen
D
bevruchting van een eicel met meerdere spermacellen tegelijk