Les 1

Deze les
1. opgave toetsen
2. stillezen boek 2
3. Herhaling Spelling h1
4. Lezen h3
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Deze les
1. opgave toetsen
2. stillezen boek 2
3. Herhaling Spelling h1
4. Lezen h3

Slide 1 - Tekstslide

Toetsen
Spelling h 1 t/m 5 - 22 december
Voorbeeld leerplanning in Magister 
We gaan dit ook elke les herhalen en oefenen

Lezen h3 en 4 - 16 januari
Boekopdracht inleveren - 23 januari

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen 
Je pakt je leesboek en gaat stillezen.
Geen leesboek? Meld dit bij mij!




timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Welk is correct?
A
concierge
B
conciërge
C
conciérge
D
conciergè

Slide 4 - Quizvraag

Waarom conciërge?
A
anders spreek je het verkeerd uit
B
het is een leenwoord

Slide 5 - Quizvraag

Wat is correct gespeld?
A
babietje
B
babytje
C
baby'tje
D
baby-tje

Slide 6 - Quizvraag

Welke is correct?
A
cowbooitje
B
cowboytje
C
cowboy'tje
D
cowboy-tje

Slide 7 - Quizvraag

Waarom wel baby'tje maar geen cowboy'tje (maar cowboytje)?
A
omdat Nederlands een gekke taal is
B
om uitspraakverwarring te voorkomen
C
voor de y staat een klinker
D
cowboy is een leenwoord

Slide 8 - Quizvraag

Met welke accentteken maak je de klank langer?
A
accent aigu (é)
B
accent grave (è)
C
cedille
D
accent circonflexe (dakje)

Slide 9 - Quizvraag

Krijg je bij samenstelling een trema of een koppelteken?
A
trema
B
koppelteken
C
allebei is mogelijk
D
geen van beide, je schrijft het aanelkaar

Slide 10 - Quizvraag

auto ongeluk
A
autoongeluk
B
auto-ongeluk
C
autoöngeluk
D
auto ongeluk

Slide 11 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Babettes fiets
B
Babette's fiets
C
Babette d'r fiets

Slide 12 - Quizvraag

Goed of fout?
Om uitspraakproblemen te voorkomen, moet je soms een trema en soms een koppelteken gebruiken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Lezen h3
Gezamenlijk
-startopdracht
-doornemen theorie

In duo's of alleen:
Maken: opdracht 1 (alles) en 2 (alleen de eerste drie)
(= huiswerk)


Slide 14 - Tekstslide

Meervouds-n bij verwijzingen
" ... leerlingen vinden dit nog lastig."
A
enkele
B
enkelen

Slide 15 - Quizvraag

Deze les
- herhaling Spelling h2 (meervouds-n)
- Verder met Lezen h3.
- cartoon maken bij de lesstof 
- Stillezen boek 2

Slide 16 - Tekstslide

Enkele leerlingen vinden dit lastig

Enkele

Er staat een zelfstandig naamwoord achter

Slide 17 - Tekstslide

(Sommige/sommigen) waren losgebroken uit de stal.

A
sommige
B
sommigen

Slide 18 - Quizvraag

Sommige waren losgebroken uit de stal

Sommige

Het gaat hier niet om mensen

Slide 19 - Tekstslide

Enkele studenten behaalden de test meteen, andere(n) na een tweede poging.
A
andere
B
anderen

Slide 20 - Quizvraag

enkele, studenten, andere (studenten)

Je kunt het zelfstandig naamwoord achter andere 'denken'.

Slide 21 - Tekstslide

Meerdere(n) zijn geslaagd voor het fietsexamen.
A
meerdere
B
meerderen

Slide 22 - Quizvraag

Meerderen zijn geslaagd...
- het gaat om personen/mensen
- het wordt zelfstandig gebruikt in de zin (er staat geen zelfstandig naamwoord dat je erachter kan zetten of denken)

Slide 23 - Tekstslide

Meervouden op -ee en -ie
-ën achter het woord
-n achter het woord en trema op e (ë)
therapie
porie
ree
olie
trofee
snee

Slide 24 - Sleepvraag

Lezen h3 (p. 79)
Standpunt <-> argument

Maak de volgende constructie:
(zin 1), want (zin 2)

Na 'want' komt het argument. 

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld 
Je moet je warm aankleden, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.

Standpunt = Je moet je warm aankleden
Argument (na want) = de temperatuur.....boven nul.

Slide 26 - Tekstslide

Zin 2 (opdracht 1)
Bekijk de delen van de zin.

Waar kan je denkbeeldig 'want' tussen zetten?

Welke zin komt dan na 'want'? 

Slide 27 - Tekstslide

zin 2
Het is (dus) logisch dat er zoveel toeristen op afkomen, want Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden.

Het is .... op afkomen = standpunt
Amsterdam .... bezienswaardigeheden = argument

Slide 28 - Tekstslide

Maak een cartoon
Ga naar: https://www.toonytool.com/
Maak een cartoon/strip (mag in duo of alleen)
 eisen:
- In de cartoon gebruik je de meervouds-n op de juiste manier in min. 2 zinnen. (sommige/sommigen, andere/anderen etc.)
- In de cartoon komen argumenten en standpunten voor.
- De cartoon is grappig, maar niet kwetsend!
Je levert de cartoon als plaatje(s) in in Magister: opdrachten!


Slide 29 - Tekstslide

Geen boek
Lezen tekst 1 p. 82
Maken : opdracht 3 (vraag 3, 6 t/m 13)
 en opdracht 4

Slide 30 - Tekstslide

Deze les
-  stillezen boek 2
- herhaling Spelling h3 en h4
- LEZEN h3 (gezamenlijk tekst behandelen)

Slide 31 - Tekstslide

Stillezen 
Je pakt je leesboek en gaat stillezen.
Geen leesboek? Meld dit bij mij!




timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Gezamenlijk
Maken opdracht 3 en 4 (p. 80)

Slide 34 - Tekstslide