M3 H8.2 radioactief verval

H8.2 radioactief verval
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 360 min

Onderdelen in deze les

H8.2 radioactief verval

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we doen:
- huiswerk vorige week bespreken
- opfris vragen
- paragraaf 2: radioactief verval
  • instabiele kernen
  • ioniserende straling > filmpje
  • activiteit
  • halveringstijd met rekenvoorbeeld



Slide 2 - Tekstslide

klik de nummers aan van de huiswerkopdrachten die je moeilijk vond:
5
6
7
10
11
12
13
niks was moeilijk

Slide 3 - Poll

2 opfris vragen

Slide 4 - Tekstslide

wat is een kenmerk van ioniserende straling?
A
De straling is zichtbaar voor mensen
B
De straling kan moleculen kapot maken
C
De straling transporteert warmte

Slide 5 - Quizvraag

Waarom zijn C-12 en C-14 isotopen van elkaar?
A
Ze hebben hetzelfde aantal neutronen en protonen.
B
Ze hebben hetzelfde aantal protonen, maar een verschillend aantal neutronen.
C
Ze hebben hetzelfde aantal neutronen, maar een verschillend aantal protonen.
D
Zowel het aantal protonen als het aantal neutronen is verschillend.

Slide 6 - Quizvraag

Instabiele kernen

Een radioactieve isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Daarmee wordt bedoeld dat die kernen spontaan (dus zonder invloed van buitenaf) veranderen.


Op het moment dat zo'n atoomkern verandert, zendt deze een kleine hoeveelheid straling uit. 

Slide 7 - Tekstslide

instabiele kernen
Wat maakt C-14 anders dan C-12 en C-13?

Evenwicht tussen aantal protonen en neutronen is niet optimaal! Dus verandert de kern in een nieuwe atoomkern en zendt daarbij straling uit. 



Dit heet radioactief verval 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

welke straling is het beste in ioniseren?
A
alpha
B
beta
C
gamma

Slide 10 - Quizvraag

ioniseren is dus eigenlijk het kapot maken van een atoom (en daarmee vaak een heel molecuul)

ioniseren kost stralingsenergie
dus na het ioniseren is er minder energie over om verder te bewegen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Voor welke straling was het nodig om een koepel van beton rond de kernreactor tsjernobyl te maken?
A
alpha
B
beta
C
gamma

Slide 13 - Quizvraag

Een atoom vervalt niet direct nadat het is ontstaat, anders zouden er geen instabiele kernen bestaan.
De kern heeft elk moment een bepaalde kans om te vervallen. 

Stel: je hebt een emmer met 1 miljoen instabiele kernen.

De tijd waarop de helft van de kernen is vervallen, heet de halfwaardetijd of halveringstijd

Slide 14 - Tekstslide

maak een voorspelling
100 atomen
hoeveel zijn er nog over op de halfwaardetijd?
hoeveel zijn er nog over na 2 keer de halfwaardetijd?

Slide 15 - Tekstslide

- demo verval -

Slide 16 - Tekstslide

activiteit
Activiteit: het aantal kernen dat in 1 seconde vervalt
Eenheid: Becquerel (Bq)
Meten met Geigerteller


Slide 17 - Tekstslide

Zelf oefenen: H8.2 opdracht 1 tm 5 
bespreken om: .. 

Slide 18 - Tekstslide