2.1

2.1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2.1

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
3 HAVO ||  2024-2025


Hoofdstuk 1



Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Lesdoelen
  • Herhaling 
  • Theorie 
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
Kan wat het verschil is tussen directe ruil en indirecte ruil
Kan ik de drie functies van geld benoemen


 

Slide 4 - Tekstslide

Budgetlijn

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kwamen de mensen vroeger aan hun producten?

Slide 6 - Open vraag


Zelfvoorziening
→ Uiteindelijk leidt dit tot (ruilhandel)
Is dit efficiënt?


Slide 7 - Tekstslide

  • Hoeveel brood is hoeveel KG rijst?

  • Directe ruil;
  •  → goederen/diensten tegen goederen/diensten
  • Nadelen?
  • Niet iedereen wil jouw product
  • Ruilwaarde is lastig vast te stellen
  • Producten kunnen bederven


Slide 8 - Tekstslide

Wat werd vroeger gezien als geld?

Slide 9 - Open vraag

Ontstaan van geld
  • Goudwaarde

  • Geld stond gelijk aan de waarde waarvan het materiaal gemaakt is→ intrinsieke waarde

  • Nominale waarde → hoeveelheid die op de munt staat



Slide 10 - Tekstslide

Culturen beïnvloeden elkaar: Geld
Grieken
Ruilen producten 
(zout, vee en vis)
Gr. zien geld bij Lydiërs
Nemen gebruik muntgeld (goud en zilver) over
Romeinen zien geld bij Grieken
en nemen dat van hun over
Gevolg = Ontstaan geldeconomie

Slide 11 - Tekstslide

Vandaag de dag
  • De intrinsieke waarde is veel lager dan de nominale waarde
  • → Waarom?

  • Men vertrouwt de euro

Slide 12 - Tekstslide

Directe ruil en 
indirecte ruil

Het ruilen van goederen tegen goederen noem je directe ruil.

Gebruik je geld om een product te 'ruilen', dan noem je dat indirecte ruil.
Directe ruil

Slide 13 - Tekstslide

Wat kan ik allemaal doen met geld?

Slide 14 - Open vraag

Functies van geld

Slide 15 - Tekstslide

Functies van geld

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 2.1 tot en met opdracht 10
Klaar? Herhalingsopdrachten maken op bladzijde 36 & 37


Slide 17 - Tekstslide

Welkom
3 HAVO ||  2024-2025


Hoofdstuk 1



Slide 18 - Tekstslide

Programma
  • Lesdoelen
  • Herhaling 
  • Theorie 
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
Kan wat het verschil is tussen directe ruil en indirecte ruil
Kan ik de drie functies van geld benoemen


 

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn de drie functies van geld?

Slide 21 - Open vraag

Functies van geld

Slide 22 - Tekstslide

Functies van geld

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Nominale waarde 
Intrinsieke waarde 

Slide 25 - Tekstslide

intrinsieke waarde = nominale waarde
intrinsieke waarde < nominale waarde 
online betaalmethodes
NU
TOEN
Wat zie je hier ?
veel minder geld in kas

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Maatschappelijke geldhoeveelheid
De centrale bank regelt de hoeveelheid geld in een land / gebied.

Al het girale (betaalrekeningen) en chartale geld (portemonnee)  in handen van het publiek (consumenten en bedrijven) heet de maatschappelijke geldhoeveelheid. Als er sprake is van geldschepping, neemt de maatschappelijke geldhoeveelheid toe.


Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 2.1 tot en met 10 + paragraaf 2.2 tot en met 13
Klaar? Herhalingsopdrachten maken op bladzijde 36 & 37


Slide 29 - Tekstslide