Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica E en F/ handboek 4,5
Grammatica E en F/ handboek 4,5
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica E en F/ handboek 4,5
Slide 1 - Tekstslide
Welkom!
Welkom
Etui, lesboeken, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.
We starten met stillezen
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Deze week.....
Donderdag: Terugblik, verkennning werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
Maandag: Instructie voorwerpen
Dinsdag: Verlengde instructie/ zelfstandig werken aan de weektaak
Slide 3 - Tekstslide
Hoe heet het benoemen van woordsoorten?
A
Rekenkundig ontleden
B
Taalkundig ontleden
C
Redekundig ontleden
D
Taakkundig ontleden
Slide 4 - Quizvraag
Het benoemen van zinsdelen noem je?
A
Rekenkundig ontleden
B
Taalkundig ontleden
C
Redekundig ontleden
Slide 5 - Quizvraag
Op welke volgorde ontleed je een zin?
Bijwoordelijke bepaling
Persoonsvorm
Zinsdeelstrepen
Gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 6 - Sleepvraag
Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
Slide 7 - Quizvraag
Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde Grammatica E
doet/ is
Mijn buurman is heel nieuwsgierig.
De leerlingen uit V2C fietsen heel hard naar school
Slide 8 - Tekstslide
Nu jij....
Maak in tweetallen opgave 2 en 3
timer
3:00
Slide 9 - Tekstslide
Werkwoordelijk gezegde
Bepaal het zelfstandig werkwoord. ( let op scheidbare werkwoorden)
Bepaal of er hulpwerkwoorden zijn
Kijk of er voor ww te staat, een vaste uitdrukking staat
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Hij heeft een appel gegeten.
A
Hij
B
heeft
C
heeft gegeten
D
heeft een appel gegeten
Slide 11 - Quizvraag
Daar help ik de klanten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
de klanten
B
help
C
daar
D
ik
Slide 12 - Quizvraag
Welkom!
Welkom
Etui, lesboeken, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Ik kan het werkwoordelijk gezegde in de zin vinden.
Slide 14 - Open vraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
2 antwoorden
A
Ik SPOEL het glas OM.
B
Mijn broertje GAAT uit zijn dak.
C
Ik HEB me in hem VERGIST.
D
Ik BEN AAN HET LOPEN.
Slide 15 - Quizvraag
Naamwoordelijk gezegde
Het
naamwoordelijk gezegde
zegt wat iemand of iets (het onderwerp)
IS
(of wordt of blijft).
Het bestaat uit een naamwoordelijk deel en een werkwoordelijk deel.
Slide 16 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde
Bepaal welk naamwoord beschrijft wat het onderwerp is.
Bepaal of het naamwoord aanvullingen heeft.
= naamwoordelijk deel
Dit liedje is de zomerhit van het jaar
Slide 17 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde
Bepaal het koppelwerkwoord
Bepaal of er hulpwerkwoorden zijn.
werkwoordelijk deel
Kai zal erg tevreden zijn
Slide 18 - Tekstslide
Noteer het naamwoordelijk gezegde.
"Ik ben erg verdrietig geweest over de nieuwe maatregelen."
Slide 19 - Open vraag
Maak een zin met
een naamwoordelijk gezegde.
Slide 20 - Open vraag
Nu jij.....
Opdracht 5 en 6
Tweetallen denker- schrijver
Slide 21 - Tekstslide
Deze week.....
Donderdag: Terugblik, verkennning werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
Maandag: Terugblik, instructie voorwerpen
Dinsdag: Verlengde instructie/ zelfstandig werken aan de weektaak
Slide 22 - Tekstslide
Wat is ook alweer het werkwoordelijk gezegde?
Slide 23 - Open vraag
Wat is het complete werkwoordelijk gezegde?
<Hoe dikwijls heeft ze het hem op zijn hart gedrukt?>
Slide 24 - Open vraag
Wat weet je nog over het naamwoordelijk gezegde?
Slide 25 - Open vraag
Maak een zin met
een naamwoordelijk gezegde.
Slide 26 - Open vraag
Wat is een zelfstandig werkwoord?
A
Een werkwoord als zelfstandig naamwoord
B
Een werkwoord dat vertelt wat de actie is in de zin
C
Een werkwoord dat koppelt wat iemand is
Slide 27 - Quizvraag
6 Voorwerpen
Iedere zin heeft een onderwerp en een gezegde.
Soms zijn er extra zinsdelen in een zin = voorwerpen
Lijdend voorwerp ( wie of wat + o gez.)
Meewerkend voorwerp ( aan wie/ voor wie + o en gez)
(voorzetselvoorwerp)
Slide 28 - Tekstslide
Nu jij....
Opdracht 1 t/m 6 en 8,t/m 12
Slide 29 - Tekstslide
Welkom!
Welkom
Etui, lesboeken, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.
We starten met stillezen
timer
10:00
Slide 30 - Tekstslide
Deze week.....
Maandag: Terugblik, verkennning werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
Dinsdag: Instructie voorwerpen
Vrijdag: Verlengde instructie/ zelfstandig werken aan de weektaak
Slide 31 - Tekstslide
Uitdaging?
E opdracht 11 (ipv 5 t/m 7)
F 12 (ipv 5 t/m 9)
Weektaak 18 september
Leren grammatica E en F
Maken E 5 t/m 10
F 2 t/m 6 en 8 t/m 12
Slide 32 - Tekstslide
Verlengde instructie
E Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
F Voorwerpen
Weektaak 18 september
Leren grammatica E en F
Maken E 5 t/m 10
F 2 t/m 6 en 8 t/m 12
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
klas 1 Zinsdelen: bijwoordelijke bepaling
September 2020
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
week 36: grammatica les E+F
Augustus 2023
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica: naamwoordelijk gezegde les 2
September 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 5 VO2 Yannick Peters
Augustus 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Secondary Education
Week 50 Nederlands 2 H
December 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H1 Grammatica - WWG/OW
September 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica - Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
Februari 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
zinsdelen quiz
September 2024
- Les met
29 slides
LessonUp
Primary Education
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)