Week 3: Luisteren onderwerp en hoofdgedachte




Nederlands Week 3 

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les




Nederlands Week 3 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten jullie het nog??
Er zijn verschillende tekstsoorten.
  • Informatieve teksten
  • Betogende teksten
  • Instructieve teksten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatieve teksten
De schrijver geeft door de tekst informatie over een onderwerp. Informatie geven betekent dat de schrijver er meer over vertelt. De tekst is neutraal. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betogende teksten
De schrijver geeft zijn mening over een bepaald onderwerp. Dat betekent dat de schrijver vertelt wat hij/zij ergens van vindt. Bijvoorbeeld of hij vindt dat mensen zich wel of niet moeten laten vaccineren tegen corona en waarom (met argumenten). De schrijver wilt mensen overtuigen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructieve teksten
De schrijver legt uit hoe je iets moet doen zodat het goed gaat. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesstrategieën
Je kunt een tekst op verschillende manieren lezen. De manier waarop je dat doet, heet een strategie. Je kunt een tekst op verschillende manieren lezen. Dat ligt aan het doel waarmee je leest. Er zijn verschillende leesstrategieën:
  • Verkennend lezen
  • Globaal lezen
  • Gericht lezen
  • Intensief lezen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisterstrategieën
Naast leesstrategieën heb je ook luisterstrategieën:

  • Globaal luisteren
  • Gericht luisteren
  • Intensief luisteren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globaal luisteren
Als je wilt weten wat het belangrijkste is, luister je globaal. Je let dan op de grote lijn, op de hoofdzaken. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gericht luisteren
Als je een antwoord wilt hebben op een specifieke vraag, luister je heel gericht. Je let op bijvoorbeeld een bepaald woord of een naam. Je beluistert alleen die stukken van de tekst die met jouw vraag te maken hebben. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intensief luisteren


Als alle informatie belangrijk voor jou is, luister je intensief. Bijvoorbeeld als je de inhoud moet onthouden voor een toets.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp en hoofdgedachte
Elke tekst heeft een onderwerp en een hoofdgedachte. Het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst geven beide antwoord op de vraag: 'waar gaat de tekst over?'. Er is wel een belangrijk verschil.

Het onderwerp is waar de tekst over gaat, bijvoorbeeld 'Corona'. Als er wordt gevraagd naar het onderwerp van een tekst, dan is het belangrijk dat je antwoord geeft in één of enkele woorden. Het onderwerp van een tekst mag nooit een hele zin zijn.

De hoofdgedachte is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd. Dus de kern van de tekst in één zin. Bij de hoofdgedachte is het juist WEL de bedoeling dat je antwoord geeft in één volledige zin.



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je het onderwerp van een tekst vinden?
Vaak kun je het onderwerp al vinden zonder de tekst in zijn geheel te lezen. Het onderwerp staat meestal in de titel. Ook staat het vaak in de inleiding of in het slot. In een brief/e-mail vind je het vaak in de onderwerpsregel. Als je een bepaald woord steeds ziet terugkomen in de tekst, dan kan dat het onderwerp zijn.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je de hoofdgedachte van een tekst bepalen?
De hoofdgedachte vind je meestal in de titel, inleiding of het slot. Artikelen uit de krant hebben vaak een 'intro', een dikgedrukte alinea aan het begin. Meestal bevat die de hoofdgedachte van het artikel.
Vaak kun je de woorden uit het onderwerp gebruiken om de hoofdgedachte op te schrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEELD
Het onderwerp van een tekst is bijvoorbeeld 'vaccineren'. De hoofdgedachte van de tekst: 'Er zijn nog steeds veel mensen niet gevaccineerd'. Dat laatste is dan het belangrijkste dat er over het vaccineren wordt gezegd in het artikel.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel jezelf de vraag: Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt verteld?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEAMS
- Ga naar TEAMS
- Nederlands week 3 luisteren les 1

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Eerst kijken naar titel/onderwerp/afbeelding (globaal)
Dan eerste vragen doornemen
Filmpje kijken (intensief luisteren)
Daarna kijken of ze al vragen kunnen beantwoorden... 
Eventueel terugspoelen of fragmenten zoeken (gericht luisteren)
Aan de slag!
  • We maken samen opdracht 1 t/m 8 om te oefenen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalblokken
  • Ga naar  www.startmalmbergmbo.nl
  • Bouwstenen
  • 02 Onderwerp en hoofdgedachte
  • Lezen en luisteren

Klaar? Laat mij dit dan weten!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets
Heb je deze les helemaal af? Dan geef je mij dit door en dan zet ik de toets voor je klaar in Taalblokken.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk Nederlands
Denk eraan dat je bij mij inlevert:

  • Les 1: Nulmeting in taalblokken
  • Les 2, 3, 4 en 5.
  • Les 6.
  • Toets in Taalblokken: Bouwsteen 3 (2F)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies