Week 5 20-04-23




Nederlands Week 5

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les




Nederlands Week 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag: 
  • Terugblik vorige les (week 4 presentatie)
  • Formele e-mail (week 3)
  • Theorie
  • Les klassikaal
  • Oefentoets TOA 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk aan: Formele e-mail
Ingeleverd: 
Talib
Esmee
Rachel
Shadir
Nigel 
Myrna
 Renco
Jaida 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
- Ik weet hoe ik het onderwerp en de hoofdgedachte vindt.
- Ik kan de hoofdgedachte van een informatieve en een betogende lees- of luister tekst verwoorden.
- Ik kan het verschil uitleggen tussen het onderwerp en de hoofdgedachte.
- Ik kan omgaan met onbekende woorden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten jullie het nog??
Er zijn verschillende tekstsoorten.
  • Informatieve teksten
  • Betogende teksten
  • Instructieve teksten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatieve teksten
De schrijver geeft door de tekst informatie over een onderwerp. Informatie geven betekent dat de schrijver er meer over vertelt. De tekst is neutraal. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betogende teksten
De schrijver geeft zijn mening over een bepaald onderwerp. Dat betekent dat de schrijver vertelt wat hij/zij ergens van vindt. Bijvoorbeeld of hij vindt dat mensen zich wel of niet moeten laten vaccineren tegen corona en waarom (met argumenten). De schrijver wilt mensen overtuigen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructieve teksten
De schrijver legt uit hoe je iets moet doen zodat het goed gaat. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesstrategieën
Je kunt een tekst op verschillende manieren lezen. De manier waarop je dat doet, heet een strategie. Je kunt een tekst op verschillende manieren lezen. Dat ligt aan het doel waarmee je leest. Er zijn verschillende leesstrategieën:
  • Verkennend lezen
  • Globaal lezen
  • Gericht lezen
  • Intensief lezen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisterstrategieën
Naast leesstrategieën heb je ook luisterstrategieën:

  • Globaal luisteren
  • Gericht luisteren
  • Intensief luisteren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globaal luisteren
Als je wilt weten wat het belangrijkste is, luister je globaal. Je let dan op de grote lijn, op de hoofdzaken. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gericht luisteren
Als je een antwoord wilt hebben op een specifieke vraag, luister je heel gericht. Je let op bijvoorbeeld een bepaald woord of een naam. Je beluistert alleen die stukken van de tekst die met jouw vraag te maken hebben. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intensief luisteren


Als alle informatie belangrijk voor jou is, luister je intensief. Bijvoorbeeld als je de inhoud moet onthouden voor een toets.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp en hoofdgedachte
Elke tekst heeft een onderwerp en een hoofdgedachte. Het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst geven beide antwoord op de vraag: 'waar gaat de tekst over?'. Er is wel een belangrijk verschil.

Het onderwerp is waar de tekst over gaat, bijvoorbeeld 'Corona'. Als er wordt gevraagd naar het onderwerp van een tekst, dan is het belangrijk dat je antwoord geeft in één of enkele woorden. Het onderwerp van een tekst mag nooit een hele zin zijn.

De hoofdgedachte is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd. Dus de kern van de tekst in één zin. Bij de hoofdgedachte is het juist WEL de bedoeling dat je antwoord geeft in één volledige zin.



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je het onderwerp van een tekst vinden?
Vaak kun je het onderwerp al vinden zonder de tekst in zijn geheel te lezen. Het onderwerp staat meestal in de titel. Ook staat het vaak in de inleiding of in het slot. In een brief/e-mail vind je het vaak in de onderwerpsregel. Als je een bepaald woord steeds ziet terugkomen in de tekst, dan kan dat het onderwerp zijn.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je de hoofdgedachte van een tekst bepalen?
De hoofdgedachte vind je meestal in de titel, inleiding of het slot. Artikelen uit de krant hebben vaak een 'intro', een dikgedrukte alinea aan het begin. Meestal bevat die de hoofdgedachte van het artikel.
Vaak kun je de woorden uit het onderwerp gebruiken om de hoofdgedachte op te schrijven.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEELD
Het onderwerp van een tekst is bijvoorbeeld 'vaccineren'. De hoofdgedachte van de tekst: 'Er zijn nog steeds veel mensen niet gevaccineerd'. Dat laatste is dan het belangrijkste dat er over het vaccineren wordt gezegd in het artikel.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel jezelf de vraag: Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt verteld?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEAMS
- Ga naar TEAMS
- Nederlands week 5


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
We maken samen de les om te oefenen. Iedereen die heeft meegedaan -> Eerste gedeelte van de les behaald !

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Sommige hebben voor de vakantie luisteren gedaan, anderen lezen. Je maakt die wat je nog niet hebt gemaakt.
Wat moet er af zijn na de meivakantie?
  • Alle opdrachten van week 1 t/m 5
  • Formele e-mail MOET af zijn! -> nakijken
  • Presentatie werken we nog aan na de meivakantie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk Nederlands
Denk eraan dat je bij mij inlevert:

  • Les 1: Nulmeting in taalblokken
  • Les 2, 3, 4 en 5.
  • Les 6.
  • Toets in Taalblokken: Bouwsteen 3 (2F)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Nederlands Week 6

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag: 
  • Terugblik vorige les (Les week 5 samen + TOA toets)
  • Les klassikaal week 6
  • 1e uur Zakelijke brief schrijven (week 6)
    Pauze
  • 2e uur Oefentoets TOA of verder werken aan presentatie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk aan: Formele e-mail
Ingeleverd: 
Talib
Esmee
Rachel
Shadir
Nigel 
Myrna
Renco
Jaida 

Volgende week nakijken.
Week 3 formele 
e-mail niet ingeleverd = geen feedback!!! 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
  •   Je weet waar je op moet letten bij het schrijven van een zakelijke/ formele brief


  •   Je weet hoe je ervoor zorgt dat alle inhoud in de brief staat.


  •   Je oefent het schrijven en beoordelen van een klachtenbrief

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een klachtenbrief schrijven
Vandaag ga je oefenen met het schrijven van een zakelijke brief. Je hebt al geoefend met het schrijven van een zakelijke e-mail.

  • Weet je nog waar je op moet letten bij een zakelijke e-mail?

  • Wat zijn de verschillen tussen een zakelijke e-mail en een zakelijke brief?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan zakelijke brief
Volg het stappenplan wanneer je een zakelijke brief moet schrijven. Gebruik deze stappen ook als je je examen maakt! Deze moet je dus oefenen.

Slide 30 - Tekstslide

Stappenplan uitdelen
De opdracht
Situatie:
Jij en jouw vriend(in) hadden van 7 t/m 14 juli, een vakantie geboekt via Corendon (Postbus 349,1170 AH Badhoevedorp) geboekt. Jullie zouden in het viersterrenhotel Aqua in Malgret de Mar verblijven. Toen jullie daar aankwamen bleek dat het hotel volgeboekt was. Daarom werden jullie toen door Corendon ter plekke naar een ander viersterrenhotel omgeboekt, hotel Tropical Park. Dat hotel viel enorm tegen en jullie hebben niet echt van de vakantie kunnen genieten.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opdracht (in Word)
Geef aan waarom je deze brief schrijft en wat er gebeurd is. Vermeld duidelijk waar en wanneer jullie er verbleven.

Beschrijf in de brief 3 redenen waarom hotel Tropical Park jullie niet beviel in vergelijking met het andere hotel. Die redenen mag je zelf bedenken. Stuur drie foto’s mee als bijlage waaruit dat blijkt. Vermeld in je brief dat je die als bijlage toegevoegd hebt.

Vraag ook om een schadevergoeding, bedenk zelf de hoogte van het bedrag. Geef ook in de brief aan wanneer jullie uiterlijk een reactie met een voorstel van hen verwachten. Vermeld ook dat jullie telefonisch bereikbaar zijn, het o6-nummer mag je zelf bedenken.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk aan....
- Goed gebruik van hoofdletters en leestekens. Maak je zinnen niet zo lang dat die niet meer te volgen zijn!


- Witregels te gebruiken voor elke nieuwe alinea!


- Lees goed wat er in de brief MOET komen volgens de opdracht. Check dit altijd nog eens extra!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar?
  • Stuur de zakelijke brief naar de docent: m.meewis@vistacollege.nl

  • Maak de TOA- toets. Zowel luisteren als lezen moet worden gemaakt. Als je de vorige les lezen hebt gemaakt maak je nu luisteren of andersom.

  • Maak de presentatie af. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk Nederlands
Denk eraan dat je bij mij inlevert:

  • Les week 1 t/m 6
  • Volgende week donderdag = vrij

  • Eerstvolgende les is 25-05 -> presentaties examen oefenen + formele e-mail nakijken (week 3)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies