Lezen blok 1 1bk

Lezen blok 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen blok 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Aan het einde van de les weet je wat een leesdoel is.
Aan het einde van de les weet je wat een tekstdoel is en ken je drie verschillende tekstdoelen.
Aan het einde van de les weet je wat tekstsoorten en tekstvormen zijn.
Aan het einde van de les weet je wat een publiek is.

Slide 2 - Tekstslide

Leesdoel
Als jij een tekst leest, heb je daarbij een doel.

Bijvoorbeeld:
Je leest een tekst over het verzorgen van egels, omdat je een egel als huisdier wilt. Je wilt dus meer weten over de verzorging van egels.

Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoel
De schrijver had ook een doel, toen hij de tekst schreef.
Je begrijpt de tekst beter, als je weet wat het doel is.

Bijvoorbeeld:
Een supermarkt wil chocolade verkopen en schrijft daarom over chocolade in zijn reclamefolder.

Slide 4 - Tekstslide

Je leest een boek, omdat je dit leuk vindt. Dit is een:
A
leesdoel
B
tekstdoel

Slide 5 - Quizvraag

Je typt een appje aan je moeder om te laten weten hoe laat je thuis bent. Dit is een:
A
leesdoel
B
tekstdoel

Slide 6 - Quizvraag

Tekstdoelen
Je leert drie verschillende tekstdoelen.
Informeren: de schrijver wil je iets nieuws vertellen.
Overhalen: de schrijver wil je aansporen om iets te doen.
Amuseren: de schrijver wil je vermaken.

Slide 7 - Tekstslide

Het tekstdoel van een stripboek is meestal:
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 8 - Quizvraag

Het tekstdoel van je rooster is:
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 9 - Quizvraag

Het tekstdoel van een reclamefolder is:
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Leesdoel
Je leert ook een leesdoel.
Verkennen: lees de titel en bekijk de plaatjes, zo krijg je een idee waar de tekst over gaat.

Slide 11 - Tekstslide

Waar gaat deze tekst over denk je?
Lees verkennend.

Slide 12 - Open vraag

Tekstsoort
Bij ieder tekstdoel, hoort een tekstsoort. 

Informeren -> informerende tekst
Overhalen -> aansporende tekst
Amuseren -> amuserende tekst

Slide 13 - Tekstslide

Tekstvorm
Onder iedere tekstsoort, vallen verschillende tekstvormen. 

Informerende tekst: nieuwsbericht, encyclopedie
Aansporende tekst: advertentie, poster van een open dag
Amuserende tekst: spannend verhaal, songtekst

Slide 14 - Tekstslide

Publiek
De groep mensen of de persoon waarvoor je de tekst schrijft, noemen we het publiek. 

Dit kan een groot publiek zijn, maar je kunt ook een tekst schrijven voor maar één persoon.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de laatste tekst die jij hebt geschreven?

Slide 16 - Open vraag

Wie was of waren je publiek?

Slide 17 - Open vraag

Ik snap deze stof.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll