8 Ketenlogistiek

8 Ketenlogistiek
Supplychain management 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

8 Ketenlogistiek
Supplychain management 

Slide 1 - Tekstslide

Ketenlogistiek

Slide 2 - Woordweb

Wat is Ketenlogistiek?
Bedrijven zijn onderdeel van een keten.
  • Ketens worden steeds langer
​Ketenlogistiek:
  •  alle activiteiten om de goederen- geld - en informatiestromen in de keten zo efficiënt en goedkoop mogelijk in te richten:
  • stromen zijn er in elke keten
  • mogelijk sprake van tijdsverschil.

Bedrijven in een keten zijn afhankelijk van elkaar. Waarom is dat?

Slide 3 - Tekstslide

Ketenlogistiek

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken van ketenlogistiek

  • bedrijfsoverstijgend
  • gericht op klanten en leveranciers
  • gebaseerd op vrijwilligheid
  • meer dan logistiek
  • gericht op waardecreatie en kostenreductie
  • gericht op de prestatie van het geheel
  • verdelen van kosten en opbrengsten

Slide 5 - Tekstslide

Onderdelen van de keten
De zwakste schakel bepaalt de sterkte van de keten.
partijen:
  • oerproducenten
  • toeleveranciers
  • fabrikanten
  • groothandelaren
  • retailers
  • logistiek dienstverleners

Slide 6 - Tekstslide

Uit welke partijen bestaat de keten van een auto? Welke rol heeft elke partij daarin?

Slide 7 - Tekstslide

Integraal logistiek concept

model dat wordt gebruikt om de inrichting van de logistieke functie van een organisatie te ontwerpen
  • integrale afstemming bij individuele bedrijven
  • integrale afstemming tussen ketenpartners
  • geen brandjes blussen en suboptimalisatie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Integraal logistiek concept

model dat wordt gebruikt om de inrichting van de logistieke functie van een organisatie te ontwerpen
  • integrale afstemming bij individuele bedrijven
  • integrale afstemming tussen ketenpartners
  • geen brandjes blussen en suboptimalisatie

Slide 10 - Tekstslide

Logistieke grondvorm
  • geeft weer hoe de goederenstroom is georganiseerd
  • Hoe gaan goederen in een keten van A naar B?
  • Product kan eigen logistieke grondvorm hebben.
  • Bedrijven hebben meerdere producten en dus zeer waarschijnlijk meerdere grondvormen

Slide 11 - Tekstslide

Logistieke grondvorm

Zes grondvormen:
pijplijn: rechtstreeks van leverancier naar klant
keten: onderbroken pijplijn
shared resource: dure capaciteitsbron delen
convergentie: verschillende leveranciers naar één bron
divergentie: één grondstof voor verschillende eindproducten
netwerk: convergerend en divergerend samen

Slide 12 - Tekstslide

Besturing

drie niveaus:
strategisch: > 1 jaar
tactisch: 3 maanden tot 1 jaar
operationeel: < 3 maanden.
Periode is afhankelijk van de branche/sector

Slide 13 - Tekstslide

Strategie

manier waarop de organisatie de gestelde doelen wil behalen
drie strategieën:
  • operational excellence: laagste kosten
  • product leadership: beste product/proces
  • customer intimacy: alles voor de klant.
  • belangrijk:
  • moet passen bij beeld dat de klant heeft

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Integraal logistiek concept

model dat wordt gebruikt om de inrichting van de logistieke functie van een organisatie te ontwerpen
  • integrale afstemming bij individuele bedrijven
  • integrale afstemming tussen ketenpartners
  • geen brandjes blussen en suboptimalisatie

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Logistieke doelstellingen

  • geven aan wat een bedrijf wil presteren en hoe zich dat verhoudt tot de interne logistieke prestaties
  • SMART formuleren
  • Zonder doelstellingen weet je niet of het goed gaat.
  • Meten = weten.
  • soorten
  • interne doelstellingen: vaak lagere kosten
  • externe doelstellingen: prestaties naar ketenpartners.

Slide 18 - Tekstslide

KOOP

Slide 19 - Tekstslide

Besturing

Klantorderontkoppelpunt (KOOP):
  • Hoever dringt klantorder door in het bedrijf?
  • Vanaf wanneer wordt een artikel klantspecifiek?
  • Welk risico wil de keten/het bedrijf lopen?

Slide 20 - Tekstslide