Duits les 2

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lernziel für heute

Lernziele:

Aan het einde van de les:

• ken je de 5 "Merkmale der deutschen Sprache"
• Kun je in korte filmpjes namen, getallen en bekende woorden verstaan. 

Programm für heute

1.   Was haben wir in der letzten Stunde gelernt? (5 min.)

2.  die 5 Merkmale der deutschen Sprache

3. Kapitel 1, Teil A sehen (15 min)

1.

Was haben wir in der letzten Stunde gelernt?

1. 

Das Eszet / Ringel s   

2. 

Zelfstandige naamwoorden

 schrijf je met een hoofdletter

3. 

Het Duits heeft 3 lidwoorden

4.

In het Duits krijg je vier naamvallen

5.

In het Duits gebruiken ze een Umlaut

Deze zorgt voor een klankverandering

bv: der Bruder  - die Brüder

Alleen te vinden op klinkers in 

het woord :     AUTO

1. 

Das Eszet / Ringel s   

Die 5 Merkmale der deutschen Sprache.

wat is er in de Duitse taal anders dan in het Nederlands

1.      das Eszet / Ringel s.

2.     Zelfstandige naamwoorden schrijf je met een 

        hoofdletter.

3.     Het Duits kent 3 lidwoorden: der, die en das

4.    Het Duits kent vier naamvallen

5.     In het Duits wordt een Umlaut gebruikt.

        enkel op klinkers uit het woord AUTO

1. Kapitel 1, Teil A sehen (15 min)

Aufgabe 1

Aufgabe 2

Aufgabe 3

Hausaufgaben

Pak je Plenda en vul het huiswerk in voor de volgende les:

DU, m. Kap.1, A, Opg. 1 t/m 3 

Denkt an eure Hausaufgaben

Tschüss