Les 1 Gram zd hs. 1 zinsdelen en pv

Welkom, ga lekker zitten en pak je laptop.
Grammatica zinsdelen H1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom, ga lekker zitten en pak je laptop.
Grammatica zinsdelen H1

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je van grammatica zinsdelen?

Slide 2 - Open vraag

Welke drie manieren hebben we geleerd om de pv te vinden?

Slide 3 - Open vraag

De persoonsvorm is altijd een...
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de pv?
Ik vind wiskunde een moeilijk vak.

Slide 5 - Open vraag

Wat is de pv?
Wie heeft de voetbalwedstrijd gewonnen?

Slide 6 - Open vraag

Zinsdelen

- Je kunt een zin in stukjes verdelen. Dit zijn zinsdelen.

- Een zinsdeel kan bestaan uit één woord of uit een groepje woorden.

- Let op! Vóór de pv kan maar één zinsdeel staan!

Slide 7 - Tekstslide

Zo vind je de zinsdelen

Gebruik de zinsdeelproef:

- Verander een paar keer de volgorde van de zin.

- Wat je voor de pv kunt zetten, is een zinsdeel.

- De pv zelf is ook een zinsdeel!

Slide 8 - Tekstslide

Hussel de zinnen door elkaar.

Ik loop morgen naar school.

Morgen loop ik naar school.

Naar school loop ik morgen.

Slide 9 - Tekstslide

Je geeft de zinsdelen aan door er streepjes tussen te zetten.


Jan / koopt / een boek.

Slide 10 - Tekstslide

Ik / loop / morgen / naar school.

Slide 11 - Tekstslide

Zet deze zin 2x in een andere volgorde:
Wij gaan volgende week naar het Rijksmuseum.

Slide 12 - Open vraag

Zet streepjes tussen de zinsdelen:
Mijn oma bakt vanavond een biefstuk.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Link