4. H4 - Grammatica - Beknopte bijzin

Schrijfvaardigheid
Les 4 van 9: Grammatica H4 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid
Les 4 van 9: Grammatica H4 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Leerstof per week
1 Formuleren H3 en Spelling H3
2 Grammatica H4 en Formuleren H4
3 Spelling H4 en boekopdracht
Toetsweek
4 Werken aan zakelijke brief
5 Werken aan zakelijke brief

Leerdoel
Ik kan de beknopte bijzin herkennen en formuleren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
  • We herhalen de begrippen hoofdzin en bijzin
  • Je krijgt uitleg over hoe je een beknopte bijzin herkent.
  • Je oefent met het herkennen en formuleren van een beknopte bijzin.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We starten met een korte check!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm van de zin:
Ik vraag hem wat geld te leen.
timer
0:30

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de persoonsvorm van de zin:
Peter zegt dat hij morgen een reep
chocolade mee zal nemen.
timer
0:30

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzin
  • Een zelfstandige zin.
  • De persoonsvorm (pv) staat vaak op de tweede plek.

Voorbeeld
Sanne kletst altijd gezellig.
Benjamin komt nooit te laat.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijzin
  • Een afhankelijke zin.
  • De persoonsvorm staat meestal verder naar achteren.

Voorbeeld
Sanne kletst altijd gezellig, behalve als Emma chagrijnig is.
Benjamin komt nooit te laat, tenzij hij zijn sleutels in zijn fiets laat zitten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzin of bijzin?
'Ik ga morgen naar de kapper,'
timer
0:30
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 9 - Quizvraag

Het onderwerp (ik) staat naast de persoonsvorm (ga).
Hoofdzin of bijzin?
'... als ik mijn pianoles kan
afzeggen.'
timer
0:30
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 10 - Quizvraag

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).
Startopdracht
Onderstaande zin is samengesteld; de zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin. Hoe zou je de bijzin anders kunnen formuleren?

Terwijl ze geniet van de opkomende zon, wandelt Lidewij over het strand.
Genietend van de opkomende zon wandelt Lidewij over het strand.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emma belooft haar moeder dat zij haar kamer in het weekend opruimt.
Emma belooft haar moeder haar kamer .....

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Toen hij nadacht over zijn vakantie, waande Lars zich al op de camping in Frankrijk.
....... over zijn vakantie waande Lars zich al op de camping in Frankrijk.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nadat Teun de BMX-wedstrijd had gewonnen, werd hij gehuldigd.
Na de BMX-wedstrijd .....

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beknopte bijzin
Je kunt van een bijzin een beknopte bijzin maken door het onderwerp en de persoonsvorm weg te laten:

Terwijl hij werkte, pakte Ricardo stiekem zijn telefoon.
Werkend pakte Ricardo stiekem zijn telefoon.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beknopte bijzin
Hoe herken je een beknopte bijzin?

In plaats van de persoonsvorm bevat de beknopte bijzin een voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of ‘te + infinitief’.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check: bijzin of beknopte bijzin?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eden en Sara spraken af hun eerste salaris te besteden aan kleding.
A
bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zonder te kijken stak Marinda de straat over.
A
bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bryson vroeg Iga in de fietsenstalling of ze zijn broodje kip wilde hebben.
A
bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als het vakantie is, slaapt Daan elke dag uit.
A
bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak de opdrachten bij Grammatica H4 in Nieuw Nederlands Digitaal. Volg je eigen route en maak minimaal vier opdrachten.

Vergeet de startopdracht niet! Anders kun je niet verder.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
  • We herhalen de begrippen hoofdzin en bijzin
  • Je krijgt uitleg over hoe je een beknopte bijzin herkent.
  • Je oefent met het herkennen en formuleren van een beknopte bijzin.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies