Beknopte bijzin H3

Hoofdstuk 4 
Grammatica zinsdelen - beknopte bijzin (p. 124)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 
Grammatica zinsdelen - beknopte bijzin (p. 124)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 
Aan het einde van deze les weet je wat een beknopte bijzin is en kun je zelf een voorbeeld geven. 

Slide 2 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen bestaan uit een hoofdzin en een bijzin. 
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken > verkorte bijzin.

gewone bijzin: Nadat ze de catwalk verlieten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.

beknopte bijzin: Na de catwalk te hebben verlaten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.


Slide 3 - Tekstslide

Beknopte bijzin oefenen
Terwijl ze geniet van een de opkomende zon, wandelt Lidewij over het strand. 

Deze zin kun je anders formuleren, namelijk:

Genietend van de opkomende zon, wandelt Lidewij over het strand. 

Slide 4 - Tekstslide

Emma belooft haar moeder dat zij haar kamer dit weekend opruimt.

Emma belooft haar moeder haar kamer ...........

Slide 5 - Open vraag

Toen hij nadacht over zijn vakantie, waande Lars zich al op de camping in Frankrijk.
.......... over zijn vakantie, waande Lars zich al op de camping in Frankrijk

Slide 6 - Open vraag

Nadat Teun de BMX-wedstrijd had gewonnen, werd hij gehuldigd.

Na de BMX-wedstrijd ..............., werd Teun gehuldigd

Slide 7 - Open vraag

Hoe herken je een beknopte bijzin
De beknopte bijzin bevat:

  1. een voltooid deelwoord: Op het station aangekomen, kocht Ole koffie. 
  2. onvoltooid deelwoord: Rillend van de kou, kocht Ole koffie op het station.  
  3. te + infinitief: Na op het station aangekomen te zijn, kocht Ole koffie.
                                    DUS GEEN PV EN GEEN OW

Slide 8 - Tekstslide

Loerend op haar prooi, sloop de oude leeuwin over de savanne.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 9 - Quizvraag

Na drie verloren finales eindelijk kampioen geworden, dankte de tennisser zijn ouders en staf.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 10 - Quizvraag

Vanmiddag zei de loodgieter dat hij alle kranen had vervangen.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 11 - Quizvraag

De hopman waarschuwde zijn scouts op tijd aanwezig te zijn.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 12 - Quizvraag

Heeft Aline je uitgelegd hoe je snel een fietsband kunt plakken?
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag
  • Lees de theorie (p.124) zelf nog eens goed door.
  • Maak opdracht 2 en 3.
   
                             KLAAR?

  • Lees de theorie op pagina 126.
  • Maak opdracht 1 en 2.

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoel 
Aan het einde van deze les weet je wat een beknopte bijzin is en kun je zelf een voorbeeld geven. 

Slide 15 - Tekstslide