Schrijf alles op wat je weet over: Tijd van jagers en boeren
1 / 45
volgende
Slide 1: Woordweb
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1
In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Schrijf alles op wat je weet over: Tijd van jagers en boeren
Slide 1 - Woordweb
Het leven van de jager-verzamelaars
1.1
Deel 1
Slide 2 - Tekstslide
1. Introductie
2. Leervragen 1.1 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een tijdlijn?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Leervragen
Uitleggen hoe mensen leefden in de tijd van jagers en boeren.
Aan het eind van de les kan je...
Vertellen wat de middelen van bestaan zijn van jagers en verzamelaars.
Uitleggen hoe de jagers en verzamelaars zelfvoorzienend zijn.
Uitleggen wat een samenleving is.
Slide 6 - Tekstslide
Introductie
Blz. 11
Slide 7 - Tekstslide
Tijdvak (samen lezen blz 12 & 14 & 15)
Van de eerste mensen tot 3000 v.C. noemen we de tijd van Jagers en boeren.
Slide 8 - Tekstslide
Het leven van jagers en verzamelaars.
De mensen in dit tijdvak leefden van de jacht en door eten in de natuur te zoeken.
Mensen hadden geen vaste woonplaats, dus ze waren nomaden.
Slide 9 - Tekstslide
Jager-verzamelaars
Ongeveer 10 000 jaar geleden kwamen de eerste jager-verzamelaars naar Nederland.
Nomaden
De jager-verzamelaars hadden geen vaste woonplaats. Ze woonden een tijdje op plaatsen waar genoeg te eten was en daarna trokken ze weer verder.
Middel van bestaan
Jager-verzamalaars leven van:
de jacht op wilde dieren
het verzamelen van eetbare planten, noten en vruchten
vissen
Slide 10 - Tekstslide
Welk twee middelen van bestaan zie je op de afbeelding?
Slide 11 - Tekstslide
De Jager-verzamelaars
Ze leefden van de natuur. Mannen gingen jagen en vissen. Vrouwen gingen bessen en noten etc. verzamelen.
Dit noemen wemiddelen van bestaan
Slide 12 - Tekstslide
Samenleving
Een samenleving is de manier waarop mensen in een grote groep samenleven.
Je hebt ook een samenleving van jager-verzamelaars
Slide 13 - Tekstslide
Zelfvoorzienend
Jagers-verzamelaars zorgden voor zichzelf en waren van niemand afhankelijk, dat noemen we zelfvoorzienend.
Jager-verzamelaar haalden voedsel uit de natuur en maakten ook zelf alle werktuigen en wapens van bijv. steen, bot, hout maar gebruikten ook de huiden, spieren en ingewanden.
Slide 14 - Tekstslide
Werktuigen en wapens
Van scherpe stenen maakten ze:
pijlpunten, stenen messen en krabbers
Kleding en tenten maakten ze van:
botten, spieren en dierenhuiden
Van hout maakten ze:
handvatten, manden en visfuiken
Slide 15 - Tekstslide
Dierenhuiden
Van dierenhuiden werden kleding en tenten gemaakt.
Hout
Van hout werden palen en handvaten gemaakt. Van jonge takken konden manden worden gevlochten.
Botten en stenen
Van dierenbotten, geweien en stenen werden scherpe mespunten gemaakt om mee te jagen.
Zelfvoorzienend
De jager-verzamelaars maakten al hun werktuigen (gereedschappen) zelf. Alles wat ze nodig hadden om te leven maakten ze zelf. Je noemt dat zelfvoorzienend.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Afsluiting
Slide 18 - Tekstslide
Tot wanneer duurde het tijdvak van de jagers en boeren?
A
3000 v.C.
B
50 v.C.
C
3000 n.C.
D
1850
Slide 19 - Quizvraag
Waarom waren de jager-verzamelaars zelfvoorzienend?
Slide 20 - Open vraag
Wat is geen kenmerk van de jagers en verzamelaars?
A
Leven als nomaden
B
Gebruik van vuur
C
Gebruik van steen
D
Gebruik van schrift
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het middel van bestaan van jagers en verzamelaars?
A
Handelen
B
Jagen en verzamelen
C
Alleen jagen
D
De landbouw
Slide 22 - Quizvraag
Jagers-verzamelaars hebben geen:
A
Dieren
B
Kinderen
C
Vaste woonplaats
D
tenten
Slide 23 - Quizvraag
Zelf aan de slag
1. Lezen blz 12 & 14 & 15
2. Maak opdracht 1 t/m 6
3. Klaar: 1 t/m 3 herhalingsopdracht blz 18
4: alles nakijken en verbeteren. laten controleren
5: lees blz 16 en maak opdracht 7
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Startopdracht
Bekijk de afbeelding. Waaraan kun je zien dat dit een samenleving is van jager-verzamelaars? noteer zoveel mogelijk dingen
Slide 26 - Tekstslide
Het leven van de jager-verzamelaars
1.1
Deel 2
Slide 27 - Tekstslide
1. Herhaling
2. Leervragen 1.1 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 28 - Tekstslide
Waarom waren de jager-verzamelaars zelfvoorzienend?
Slide 29 - Open vraag
Tot wanneer duurde het tijdvak van de jagers en boeren?
A
3000 v.C.
B
50 v.C.
C
3000 n.C.
D
1850
Slide 30 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van de jagers en verzamelaars?
A
Leven als nomaden
B
Gebruik van vuur
C
Gebruik van steen
D
Gebruik van schrift
Slide 31 - Quizvraag
Wat is het middel van bestaan van jagers en verzamelaars?
A
Handelen
B
Jagen en verzamelen
C
Alleen jagen
D
De landbouw
Slide 32 - Quizvraag
Jagers-verzamelaars hebben geen:
A
Dieren
B
Kinderen
C
Vaste woonplaats
D
tenten
Slide 33 - Quizvraag
Leervragen
Vertellen wat de prehistorie inhoud
Aan het eind van de les kan je...
Vertellen hoe we aan bronnen komen uit de tijd van de prehistorie
Uitleggen wat een archeoloog doet
Slide 34 - Tekstslide
Bronnen van Kennis (lezen blz 16)
Het tijdperk waaruit we geen geschreven bronnen hebben noemen we de prehistorie.
Slide 35 - Tekstslide
Bronnen van Kennis
We hebben twee soorten bronnen.
Geschreven bronnen: dagboeken en kranten
Ongeschreven bronnen: werktuigen en rotschilderingen
Slide 36 - Tekstslide
Wetenschappers
De wetenschappers die zulke ongeschreven bronnen opzoeken en vervolgens opgraven en onderzoeken noemen we archeologen.
Slide 37 - Tekstslide
Geschreven bronnen
Slide 38 - Tekstslide
Ongeschreven bronnen
Slide 39 - Tekstslide
Afsluiting
Slide 40 - Tekstslide
Wat voor bronnen hebben we van de prehistorie?
A
Geschreven bronnen
B
Ongeschreven bronnen
Slide 41 - Quizvraag
Een rotstekening is een voorbeeld van een...?
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron
Slide 42 - Quizvraag
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen
Slide 43 - Sleepvraag
Een archeoloog onderzoekt...
A
Boeren in onze tijd
B
Jager-verzamelaars in onze tijd
C
Bronnen uit het verleden
D
Mensen die het verleden naspelen
Slide 44 - Quizvraag
Zelf aan de slag
1. Lezen blz 16
2. Maak opdracht 7 & 8
3. Klaar: 4 & 5 herhalingsopdracht blz 18
4: alles nakijken en verbeteren. laten controleren