1.1 Leven van jager-verzamelaars

Het leven van de jager-verzamelaars
1.1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het leven van de jager-verzamelaars
1.1

Slide 1 - Tekstslide

1. Introductie
2. Leervragen 1.1
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Introductie
Blz. 11

Slide 4 - Tekstslide

Leervragen
Hoe leefden jager-verzamelaars?
Belangrijke vragen bij 1.1
Wat is zelfvoorzienend?
Wat is een samenleving?
Wie is een archeoloog en wat doet hij?

Slide 5 - Tekstslide

Het leven van de jager-verzamelaars
Van de eerste mensen tot 3000 v. Chr. 

Jagen en verzamelen was het middel van bestaan

Mensen hadden geen vaste woonplaats, dus ze waren nomaden

Slide 6 - Tekstslide

Samenleving van jager-verzamelaars
Een samenleving is de manier waarop mensen in een grote groep samenleven.

Je hebt ook een samenleving van jager-verzamelaars.

Slide 7 - Tekstslide

Bronnen van onze kennis
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen
Prehistorie
Archeologen bestuderen ongeschreven bronnen.

Slide 8 - Tekstslide

Jager-verzamelaars
Ongeveer 10 000 jaar geleden kwamen de eerste jager-verzamelaars naar Nederland.
Nomaden
De jager-verzamelaars hadden geen vaste woonplaats. Ze woonden een tijdje op plaatsen waar genoeg te eten was en daarna trokken ze weer verder. 
Middel van bestaan
Jager-verzamalaars leven van:
  • de jacht op wilde dieren
  • het verzamelen van eetbare planten, noten en vruchten
  • vissen

Slide 9 - Tekstslide

Welk twee middelen van bestaan zie je in de afbeelding?

Slide 10 - Tekstslide

De Jager-verzamelaars
  • Leven van de natuur

  • Mannen: jagen en vissen

  • Vrouwen: verzamelen van bessen, noten enz.

  • dit noemen we middelen van bestaan 

Slide 11 - Tekstslide

Dierenhuiden
Van dierenhuiden werden kleding en tenten gemaakt.
Hout
Van hout werden palen en handvaten gemaakt. Van jonge takken konden manden worden gevlochten.
Botten en stenen
Van dierenbotten, geweien en stenen werden scherpe mespunten gemaakt om mee te jagen.
Zelfvoorzienend
De jager-verzamelaars maakten al hun werktuigen (gereedschappen) zelf. Alles wat ze nodig hadden om te leven maakten ze zelf. Je noemt dat zelfvoorzienend.

Slide 12 - Tekstslide

leven van Jager-verzamelaars
Samenleving van jager-verzamelaars:
De manier waarop mensen in een grote groep samenleven

  • Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)
  • Geen vaste woonplaats: nomaden
  • Trekken achter hun eten aan
  • Eenvoudige woningen: hutten/grotten
  • Weinig bezittingen

Slide 13 - Tekstslide

Zelfvoorzienend
Jagers-verzamelaars zorgden voor zichzelf en waren van niemand afhankelijk noemen we dat: zelfvoorzienend.

Jager-verzamelaar haalden voedsel uit de natuur en maakten ook zelf alle werktuigen en wapens van bijv. steen, bot, hout maar gebruikten ook de huiden, spieren en ingewanden.



Slide 14 - Tekstslide

Werktuigen en wapens

Van scherpe stenen maakten ze:
pijlpunten, stenen messen en krabbers

Kleding en tenten maakten ze van:
botten, spieren en dierenhuiden

Van hout maakten ze:
handvatten, manden en visfuiken

Slide 15 - Tekstslide

Waarom waren de jager-verzamelaars zelfvoorzienend?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Wat is geen kenmerk van de jagers en verzamelaars?
A
Nomadisch bestaan
B
Gebruik van vuur
C
Gebruik van steen
D
Gebruik van schrift

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het middel van bestaan van jagers en verzamelaars?
A
Handelen
B
Jagen en verzamelen
C
Alleen jagen
D
De landbouw

Slide 19 - Quizvraag

Jagers-verzamelaars
hebben geen:
A
Dieren
B
Kinderen
C
Vaste woonplaats
D
tenten

Slide 20 - Quizvraag

De koeienjagers
Werk in tweetallen. Schrijf de antwoorden op papier. 

  1. Bedenk een tactiek om een koe te vangen. 
  2. Welke materialen en werktuigen heb je daarvoor nodig?
  3. Hoe ga je aan die materialen komen?
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Werktijd
STAP 1
KLAAR ?
Maak blz. 17 herhaling
1.1 Vraag 6 t/m 9

Hoe?
  • In tweetallen of alleen
  • Zachtjes overleggen
  • Vraag? Steek je vinger op
D
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide