herhalingsles 2.1, 2.2

welkom
ga rustig zitten en pak je spullen erbij.
(boek en Ipad)
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

welkom
ga rustig zitten en pak je spullen erbij.
(boek en Ipad)

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Je weet de leerdoelen voor de toets en waar je ze terug kan vinden.
Je weet welke lesstof je van 2.1 en 2.2 al beheerst.

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan we doen?
leerdoelen bespreken
stukje herhaling 2.1 t/m 2.3
aan de slag met testjezelf

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer, wat en hoe?
De toets is maandag 31 Januari
Gaat over heel hoofdstuk 2 (basisstof 1,2,3,4 en 5)
5 paragraven, elke dag 1 goed doorlezen en samenvatten

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen 2.1
vanaf blz 92

je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen benoemen.
je kunt zes groepen voedingstoffen noemen met hun functies en kenmerken.


























Slide 5 - Tekstslide

leerdoelen 2.2
vanaf blz 102
je kunt de werking van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
je kunt de werking en functie van de darm peristaltiek beschrijven.

Slide 6 - Tekstslide

leerdoelen 2.3
vanaf blz 111
je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.
je kunt de verteringssappen benoemen met hun functies.

Slide 7 - Tekstslide

leerdoelen 2.4
vanaf blz 124
Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.

Slide 8 - Tekstslide

leerdoelen 2.5
vanaf blz 137
Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Slide 9 - Tekstslide

voedingsmiddelen

Slide 10 - Tekstslide

functie van voedingstoffen
  • Bouwstoffen
  • Reservestoffen
  • Beschermende stoffen
  • Brandstoffen

Slide 11 - Tekstslide

6 groepen voedingstoffen
koolhydraten
vetten
vitaminen
water
mineralen
eiwitten
Er zijn ook nog voedingsvezels

Slide 12 - Tekstslide

6 groepen voedingstoffen
koolhydraten> brandstof, bouwstof en reservestof
vetten> brandstof, bouwstof en reservestof
vitaminen> bouwstof en beschermende stof
water> bouwstof
mineralen> bouwstof en beschermende stof
eiwitten> bouwstoffen, brandstof en reservestof

Slide 13 - Tekstslide

Waar zitten meer voedingsvezels in?
A
dierlijke voedingsmiddelen
B
plantaardige voedingsmiddelen

Slide 14 - Quizvraag

Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen

Slide 15 - Quizvraag

Vitamines zijn
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen

Slide 16 - Quizvraag

Voedingsmiddelen bevatten:
A
Zand
B
Voedingstoffen
C
Vitaminen
D
Water

Slide 17 - Quizvraag

Zijn dierlijke voedingsmiddelen alleen vlees en vis?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Organen voor vertering

Slide 19 - Tekstslide

voedingstoffen in je voeding
sommige moeten verteerd worden.
sommige hoeven niet verteerd te worden.
zoals?

Slide 20 - Tekstslide

twee soorten vertering
mechanisch en chemisch

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

oppervlakte vergroten

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

als je op de kop iets eet kan je eten in je maag komen.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

de darm peristaltiek ontstaat door
A
lengte spieren
B
kringspieren
C
lengte en kringspieren
D
geen spieren

Slide 29 - Quizvraag

in welk orgaan wordt speeksel aangemaakt.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 30 - Quizvraag

Enzymen zijn voor de
A
Mechanische vertering
B
Chemische vertering

Slide 31 - Quizvraag

Vertering met behulp van gal is
A
mechanische vertering
B
chemische vertering
C
geen van beiden

Slide 32 - Quizvraag

In de mond begint de vertering?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

speeksel
bestaat uit water, enzymen en slijm.

speeksel helpt bij het slikken en de enzymen in je speeksel zorgen voor de afbraak van zetmeel.

Slide 34 - Tekstslide

maagsap
wordt gemaakt door maagsapklieren. dood bacteriën door zuur en bevat enzymen die eiwitten afbreken. de maagportier bepaald wanneer voedsel door mag

Slide 35 - Tekstslide

reflux
maag klep sluit niet goed en een baby ligt veel.

wat gebeurt er dan?

hoe kan je dit oplossen?

Slide 36 - Tekstslide

 twaalfvingerige darm
hier gebeurt veel!
de lever maakt gal en slaat dit op in de galblaas. doormiddel van de galbuis komt het gal in de alvleesklier. daar wordt het alvleessap en gal via de afvoerbuis naar de twaalfvingerige darm gebracht 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

wat doet gal?
wat doet alvleessap

verschillende enzymen die zorgen voor de vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten.

Slide 39 - Tekstslide

darmsap
wordt gemaakt in de darmsapklieren
Darmsap bevat enzymen die de vertering van eiwitten enkoolhydraten afmaken.

Slide 40 - Tekstslide

waar in je lichaam wordt gal gemaakt?
A
gal blaas
B
maag
C
alvleesklier
D
lever

Slide 41 - Quizvraag

welk orgaan is aangegeven met nummer 10
A
maag
B
dunne arm
C
endeldarm
D
dikkedarm

Slide 42 - Quizvraag

welk voedingsstof verteert gal?
A
suiker
B
eiwitten
C
vet
D
water

Slide 43 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen worden afgebroken door alvleessap
A
vetten, koolhydraten en water
B
alleen water
C
vetten, koolhydraten en eiwitten
D
alleen eiwitten

Slide 44 - Quizvraag

30 seconds spel maken
zoek alle begrippen op en schrijf deze op de kaartjes

Slide 45 - Tekstslide

30 seconds spelen
pak een kaartje, en omschrijf het begrip zonder het woord zelf te noemen. De andere speler moet dit begrip raden, probeer zo veel mogelijk te raden binnen 30 seconden.

Slide 46 - Tekstslide