2.3 afronden en inplannen toets

welkom
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

welkom

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
je kan de  5 verschillende verteringssappen benoemen en de functies.
je kan het verloop van vertering benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan we doen?
stukje herhalen
aan de slag
toets stof bespreken en inplannen
laatste werk nakijken en afmaken
leerdoelen checken

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

speeksel
bestaat uit water, enzymen en slijm.

speeksel helpt bij het slikken en de enzymen in je speeksel zorgen voor de afbraak van zetmeel.

Slide 6 - Tekstslide

maagsap
wordt gemaakt door maagsapklieren. dood bacteriën door zuur en bevat enzymen die eiwitten afbreken. de maagportier bepaald wanneer voedsel door mag

Slide 7 - Tekstslide

reflux
maag klep sluit niet goed en een baby ligt veel.

wat gebeurt er dan?

hoe kan je dit oplossen?

Slide 8 - Tekstslide

 twaalfvingerige darm
hier gebeurt veel!
de lever maakt gal en slaat dit op in de galblaas. doormiddel van de galbuis komt het gal in de alvleesklier. daar wordt het alvleessap en gal via de afvoerbuis naar de twaalfvingerige darm gebracht 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

wat doet gal?
wat doet alvleessap

verschillende enzymen die zorgen voor de vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten.

Slide 11 - Tekstslide

darmsap
wordt gemaakt in de darmsapklieren
Darmsap bevat enzymen die de vertering van eiwitten enkoolhydraten afmaken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

groot als twee tennisvelden (150-200m²)
coeliakie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

aan de slag
maak opdracht 5 en 6 in de online methode

Slide 16 - Tekstslide

de (formatieve) toets
2.1 blz 92

je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen benoemen.
je kunt zes groepen voedingstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
2.2 blz 102
je kunt de werking van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
je kunt de werking en functie van de darm peristaltiek beschrijven.
2.3 blz 111
je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.
je kunt de verteringssappen benoemen met hun functies.













Slide 17 - Tekstslide

ga verder aan de slag
blader door je boek en check of je alle opdrachten hebt gemaakt. wanneer er her en der nog vraagtekens staan maak je die opdrachten nog af of je vraagt ze dan na.

ben je helemaal klaar? Vraag dan een nakijkmodel.

Slide 18 - Tekstslide

Waar zitten meer voedingsvezels in?
A
dierlijke voedingsmiddelen
B
plantaardige voedingsmiddelen

Slide 19 - Quizvraag

Speeksel verteerd:
A
Zetmeel
B
Eiwitten
C
Vetten

Slide 20 - Quizvraag

Welk verteringssap heeft deze functie?
A
speeksel
B
gal
C
alvleessap
D
maagsap

Slide 21 - Quizvraag

Door welke lichaamsappen worden bacteriën gedood?
A
Alvleessap en speeksel
B
Alvleessap en maagzuur
C
Speeksel en maagzuur
D
maagzuur

Slide 22 - Quizvraag

Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen

Slide 23 - Quizvraag

Zijn dierlijke voedingsmiddelen alleen vlees en vis?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Eiwitten zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen
B
Voedingsstoffen opnemen in het bloed
C
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen
D
Voedingsstoffen klein maken

Slide 26 - Quizvraag

Enzymen zijn voor de
A
Mechanische vertering
B
Chemische vertering

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent darmperistaltiek?
A
vertering van voedsel in darm
B
vertering
C
de darm spierbeweging
D
kramp in maag

Slide 28 - Quizvraag