G3 H5 les 2 en 3

Gelijkvormigheid

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Gelijkvormigheid

Slide 1 - Tekstslide

Welke zijde is overeenkomstig met zijde NP?
A
KM
B
LP
C
LM
D
KL

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Sleepvraag

Welke zijde is overeenkomstig aan de zijde waarvan de maat bekend is in driehoek DEF?
A
AB
B
BC
C
AC
D
DE

Slide 4 - Quizvraag

  • je gaat na van welk figuur de meeste maten bekend zijn - waarom?
  • je moet de ontbrekende maten berekenen - daarom!





  • dus als je de factor van klein naar GROOT wilt berekenen, moet je de grote lengte door de kleine delen
Je gaat met de factor rekenen, maar hoe kom je aan de juiste factor?

Slide 5 - Tekstslide

  1. Zet de driehoek met de meeste informatie vooraan
  2. Bereken de factor met de overeenkomstige zijden waar informatie over is. 
  3.          8   x   ...factor...  = 12
  4. factor = 12 : 8 = 1,5 


x .....

Slide 6 - Tekstslide

Met welke twee zijden kun je de factor berekenen?
A
KL en LM
B
KL en KP
C
KM en KQ
D
KM en QK

Slide 7 - Quizvraag


Hoe bereken je de factor?
A
8 : 24 = 0,33..
B
36 : 8 = 4,5
C
24 : 8 = 3
D
8 : 36 = 0,22...

Slide 8 - Quizvraag

  • De factor = 12 : 8 = 1,5
  • PQ         x 1,5          PR
                                       
  •  PT        x 1,5           PS  
  • 6           x1,5            9  
x1,5

Slide 9 - Tekstslide


Met welke factor moet je rekenen bij deze driehoeken?
A
9 : 10 = 0,9
B
9 : 6 = 1,5
C
12 : 9 = 1,33..
D
9 :12 = 0,75

Slide 10 - Quizvraag


Hoe groot is zijde DF?
x 0,75
A
DF = 12 x 0,75 = 9
B
DF = 10 x 0,75 = 7,5
C
DF = 6 x 0,75 = 4,5
D
DF = 10 : 0.75 = 13,33..

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de twee driehoeken moet je altijd vooraan zetten?
A
De kleinste driehoek
B
De grootste driehoek
C
De driehoek met de meeste informatie
D
De driehoek met de minste informatie

Slide 12 - Quizvraag

  • Laat bij de opgaven steeds met een berekening zien hoe je de factor en de lengte berekent. Denk ook aan de eenheid!

Slide 13 - Tekstslide

Even herhalen....
De stelling van Pythagoras
Welk getal moet nu waar staan? 
En waarom?
En wat moet je anders doen als je de langste zijde wel weet en één van de rechthoekzijden moet berekenen?

Slide 14 - Tekstslide