Formules en deelstreep

Zijn de twee formules hetzelfde?
aantal uur x 25 + 50= bedrag
50 + 25 x aantal uur = bedrag

A
Ja
B
Nee
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

Onderdelen in deze les

Zijn de twee formules hetzelfde?
aantal uur x 25 + 50= bedrag
50 + 25 x aantal uur = bedrag

A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Video

Twee heteluchtballonnen zijn aan het dalen.
Hierbij horen formules.
ballon 1: hoogte in m = 1200 – 125t
ballon 2: hoogte in m = 1500 – 200t
t: tijd in minuten
Na hoeveel minuten zijn de ballonnen op dezelfde hoogte?
Op welke hoogte zijn de ballonnen dan?

A
Aantal minuten: 4 Hoogte: 700 m
B
Aantal minuten: 8 Hoogte: 700 m
C
Aantal minuten: 14 Hoogte: 150 m
D
Aantal minuten: 14 Hoogte: 1400m

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk de formules voor de lengte van de 2 kaarsen
lengte in cm = 40 - 4t
lengte in cm = 60 - 12t
t = tijd in uren
Na hoeveel uren zijn de kaarsen even lang?
A
2
B
2,5
C
3,5
D
5,5

Slide 4 - Quizvraag

Op welke manieren kun je controleren of twee of meer formules gelijk zijn aan elkaar?
A
Door te kijken
B
Door een pijlenketting
C
Door een pijlenketting, een tabel of een formule anders schrijven
D
Door mijn rekenmachine

Slide 5 - Quizvraag

Twee heteluchtballonen zijn aan het dalen
Hierbij horen de formules:
ballon 1: hoogte in m = 1200-125t
ballon 2: hoogte in m = 1500-200t
t= tijd in minuten

Welke ballon is het hoogst gekomen?
A
ballon 1
B
ballon 2

Slide 6 - Quizvraag

Josje heeft een OV-kaart. Hierbij hoort de formule:
reistegoed in € = 20 – 3 × aantal ritten.
Leg deze formules uit?

A
Begingetal is € 20 en per rit gaat er € 3 af
B
Begingetal is € 20 en per rit komt er € 3 bij
C
Begingetal is € 3 en per rit gaat er € 20 af
D
Begingetal is € 3 en per rit komt er € 20 bij

Slide 7 - Quizvraag


4.              aantal x 5 + 12 = winst

                    12 + aantal x 5 = winst


A
Deze formules zijn gelijk.
B
Deze formules zijn niet gelijk.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet het onderste getal van de breuk?
A
Teller
B
Noemer
C
Deelstreep
D
Onderste stuk

Slide 9 - Quizvraag

Om te onderzoeken of formules gelijk zijn aan elkaar maak je...
A
een tabel
B
dezelfde stapgrootte
C
reken uit bij X = 0
D
bekijk de toenamen

Slide 10 - Quizvraag