5.5 Reageren op de omgeving EMK24

Thema 4 Planten
B5 Reageren op de omgeving


1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 Planten
B5 Reageren op de omgeving


Slide 1 - Tekstslide

Schuif de woorden naar de juiste plaats.
Helmknop
Zaadbeginsel
Stijl
Kelkblad
Stamper
Stuifmeel
Meeldraad

Slide 2 - Sleepvraag

1. De kroonbladen van insectenbloemen bloemen zijn meestal 
   .......... / ..........        en  ........................... / .......................

2 De kroonbladeren  van windbloemen zijn meestal ............  / .......   en ........................ / ..................  

3 Insectenbloemen maken ............/ .......... stuifmeelkorrels dan windbloemen

Wat zijn de eigenschappen van insectenbloemen en windbloemen? Sleep een vinkje naar de goede eigenschap
Opvallend 
Onopvallend
Groot
Klein
meer
minder
Groot
Klein
Opvallend 
Onopvallend

Slide 3 - Sleepvraag

Vandaag
Check
Nakijken opdr. 36
Uitleg bas 5
Aan de slag

Slide 4 - Tekstslide

36.a
Wat is het voordeel van klonen?
Gewassen bezitten...
A
...dezelfde gewenste eigenschappen
B
...verschillende gewenste eigenschappen

Slide 5 - Quizvraag

36.b
Het nadeel van klonen is dat er binnen het ras...
A
... geen erfelijke variatie is
B
... teveel erfelijke variatie is

Slide 6 - Quizvraag

36.b
En bij veranderende eigenschappen kunnen deze planten zich...
A
... heel goed aanpssen
B
... niet goed aanpassen

Slide 7 - Quizvraag

36.d
Door weefselkweek kunnen genetisch identieke planten...
A
... snel en duur worden gekweekt
B
... langzaam en duur worden gekweekt
C
... snel en goedkoop worden gekweekt
D
... langzaam en duur worden gekweekt

Slide 8 - Quizvraag

Uitleg bas 5
Je mag je iPad erbij houden, maar zet hem aan de kant.
Boek en schrift erbij!

Slide 9 - Tekstslide

Vragen
Waardoor groeien wortels altijd de bodem in?
Waardoor groeit een kiemplantje altijd omhoog?
Waarom zijn bananen krom?
Waardoor rijpen alle vruchten gelijk?

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen B5
  • Je weet dat planten met behulp van signaalstoffen reageren op interne en externe signalen

Begrippen: signaalstoffen, auxine, fototropie, geotropie, ethyleen, mechanische afweer, chemische afweer, indirecte afweer


Slide 11 - Tekstslide

Waarom zijn bananen krom?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

Geotropie (zwaartekracht)
  • Positieve geotropie: groei met zwaartekracht mee
- wortel

  • Negatieve geotropie: groei tegen zwaartekracht in
- stengel
Fototropie (licht)
  • Positieve fototropie: groei naar licht toe
- stengel(top)

  • Negatieve fototropie: groei van licht af

Slide 14 - Tekstslide

Auxine (indolazijnzuur (IAA))
  • Auxine bevordert lengtegroei door celstrekking.
  • Licht remt auxineproductie, daardoor meer celstrekking aan schaduwzijde: fototropie (stengel groeit naar licht).
  • Invloed van zwaartekracht op richting groei: geotropie

Slide 15 - Tekstslide

Fototropie
Geotropie

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Maak opdracht in 2-tallen

Slide 19 - Tekstslide

De auxine concentratie is het hoogste aan de schaduwkant van de stengeltop
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Ethyleen
Ethyleen stimuleert rijping van fruit, hormoon dat door fruit zelf afgegeven wordt.
Hierdoor enzymen gemaakt, oa pectinase, waardoor pectine afgebroken wordt en fruit zacht wordt.


Slide 21 - Tekstslide

Ethyleen

Slide 22 - Tekstslide

Ethyleen stimuleert de vorming van enzymen die fruit sappiger en zoeter maken. Een voorbeeld is amylase, dat zetmeel omzet in glucose.

Welke invloed zal deze omzetting hebben op de osmotische waarde van een rijpende vrucht?
A
Osmotische waarde blijft gelijk
B
Osmotische waarde neemt toe
C
Osmotische waarde neemt af

Slide 23 - Quizvraag

Waarom worden rijpe vruchten sappiger?
A
Ethyleen verminderd de aanmaak van amylase waardoor de osmotische waarde afneemt en de vrucht meer vocht vasthoudt.
B
Water wordt uit de lucht opgenomen.
C
Ethyleen bevordert de aanmaak van amylase waardoor de osmotische waarde toeneemt en de vrucht meer vocht vasthoudt.
D
Bij oxidatieve fosforylering komt water vrij wat in de vacuole wordt opgeslagen.

Slide 24 - Quizvraag

Rijp fruit stimuleert op zijn beurt de vorming van nog meer ethyleen.

Hoe wordt een dergelijk proces ook wel genoemd?
A
Positieve terugkoppeling
B
Positieve stimulatie
C
Negatieve terugkoppeling
D
Negatieve stimulatie

Slide 25 - Quizvraag

Hoe krijg je een avocado rijp?

Slide 26 - Tekstslide

Bescherming tegen vraat
Drie typen:
  1. mechanische afweer: haren, stekels, etc
  2. chemische afweer: cafeïne, nicotine
  3. indirecte afweer: de natuurlijke vijand wordt gelokt

Slide 27 - Tekstslide

Directe afweer

Slide 28 - Tekstslide

Indirecte afweer

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

0

Slide 32 - Video

Leerdoelen en begrippen B5
  • Je weet dat planten met behulp van signaalstoffen reageren op interne en externe signalen

Begrippen: signaalstoffen, auxine, fototropie, geotropie, ethyleen, mechanische afweer, chemische afweer, indirecte afweer


Slide 33 - Tekstslide

Welke plantenhormonen die we in deze les hebben gezien zijn:

Slide 34 - Open vraag

Een voorbeeld van een extern signaal waarop een plant kan reageren is:

Slide 35 - Open vraag

Welke drie vormen kan een plant gebruiken om zich te beschermen tegen vraat of infecties?

Slide 36 - Open vraag

Aan de slag!
Lees bas 5
Maak de opdrachten

Slide 37 - Tekstslide