2.5 DNA en celcyclus

Let op...
Aardappel practicum verslag inleveren 29 Oktober via ELO!!

Opfrisser
Paragraaf 2.4
DNA-eiwitsynthese

Of... aan paragraaf 2.4 opdrachten 1 t/m 5

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Let op...
Aardappel practicum verslag inleveren 29 Oktober via ELO!!

Opfrisser
Paragraaf 2.4
DNA-eiwitsynthese

Of... aan paragraaf 2.4 opdrachten 1 t/m 5

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen DNA en RNA?
A
DNA is enkelstrengs en RNA is dubbelstrengs
B
DNA bestaat uit A-T-G-C en RNA uit A-U-G-C
C
RNA komt bij mensen niet voor

Slide 2 - Quizvraag

DNA : ACT-CGA-TTA-CCG
Wat is de RNA van deze DNA
A
TGA-GCT-AAT-GGC
B
UGA-GCU-AAU-GGC
C
ACT-TCG-TAC-GGT
D
TGU-GCT-UUT-GGC

Slide 3 - Quizvraag

Bewerkt eiwitten na het ribosoom
A
celkern
B
golgi-systeem
C
ER
D
mitochondriën

Slide 4 - Quizvraag

Voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine

Slide 5 - Quizvraag

Een codon bestaat uit
A
2 basen
B
3 basen
C
4 basen
D
5 basen

Slide 6 - Quizvraag

RNA is een kopie van DNA die wel de celkern uit kan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Welke organellen zijn betrokken bij de eiwitsynthese?
A
Onderdeel B, E en F
B
Onderdeel E
C
Onderdeel D en F
D
Onderdeel E en F

Slide 8 - Quizvraag

Langs DNA wordt RNA gevormd
A
DNA replicatie
B
transcriptie
C
translatie

Slide 9 - Quizvraag

hoe heet het proces dat in een ribosoom plaatsvind?
A
translatie
B
transscriptie
C
transport
D
mRNA synthese

Slide 10 - Quizvraag

Nadat het RNA is gevormd wordt het afgelezen door een ribosoom. Wat doet het ribosoom met deze info?
A
informatie opslaan
B
eiwitten maken
C
nieuw RNA maken
D
niks

Slide 11 - Quizvraag

Zet de organellen in de juiste volgorde van eiwitsynthese
A
Ribosoom - Celkern - Golgi - ER
B
ER - Golgi - Vacuole - Celkern
C
Celkern- Golgi - ER - Ribosoom
D
Celkern - Ribosoom - ER - Golgi

Slide 12 - Quizvraag

Welk proces is hier afgebeeld?
A
DNA Replicatie
B
Transcriptie
C
Translatie
D
Eiwitsynthese

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent translatie?
A
hetzelfde als transcriptie
B
het aflezen van RNA door een ribosoom om eiwit te maken
C
het maken van een afschrift van het DNA: het RNA
D
het opvouwen van een eiwit

Slide 14 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de door translatie ontstane polypeptideketen?
A
Die wordt via Golgi systeem getransporteerd naar het ER en daar verpakt.
B
Die wordt via het cytoplasma getransporteerd naar Golgi systeem en daar afgemaakt tot eiwit.
C
Die wordt via het cytoplasma getransporteerd naar het ER en daar verpakt.
D
Die wordt via ER getransporteerd naar Golgi systeem en daar afgemaakt tot eiwit.

Slide 15 - Quizvraag

Transcriptie, het overschrijven van informatie op het RNA, gebeurt alleen als DNA verdubbelt
A
Waar
B
Onwaar

Slide 16 - Quizvraag

Transcriptie en translatie vinden plaats in...
A
beide in de kern
B
beide in het cytoplasma
C
transcriptie in de kern en translatie in het cytoplasma
D
translatie in de kern en transcriptie in het cytoplasma

Slide 17 - Quizvraag

Wat ontstaat er bij transcriptie?
A
Eiwit
B
Aminozuur
C
DNA
D
mRNA

Slide 18 - Quizvraag

Transcriptie vindt plaats langs de ......
A
Leidende streng
B
Volgende streng
C
Coderende streng
D
Template-streng

Slide 19 - Quizvraag

Waarvan maakt RNA polymerase een kopie tijdens de transcriptie?

A
Van het hele DNA
B
Van één chromosoom
C
Van één gen
D
willekeurig stuk DNA

Slide 20 - Quizvraag

Wat wij vandaag gaan doen.


Filmpje

Activerende activiteit over mitotische fases

3 Keuzeopdrachten 

Slide 21 - Tekstslide

Het doel van dit opdracht...

Je kan de verschillende stadia van de interfase en mitose uitleggen (presentatie +/- 5 min)


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

/Maak twee of drietallen!
Neem samen het boek door over de verschillende mitotische fases! (par. 2.5 DNA en celcyclus)


Klaar? 
Maak een foto van de verschillende fases.
heb je meerdere vellen papier gebruikt ? (zet het dan op Powerpoint) 
Stuur het uiterlijk vandaag op naar ade@wlg.nl


Werk aan ... (Je mag kiezen!)
  1. Opdracht 7 uit het werkboek (blz 24) (zie mijn bureau)
  2. Werkblad (zie mijn bureau) 
  3. Uit je Nectar werkboek opr. 1 t/m 4

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide