Taalklas Les 14: Dubbele klinkers in meervoud

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week...
Woordenschat

Slide 2 - Tekstslide

Deze week...
Woorden in meervoud met dubbele klinkers.

Slide 3 - Tekstslide

1 - Woorden in het meervoud

Woorden in het meervoud: soms met één medeklinker en soms met twee. 
Om te bepalen of je één of twee medeklinkers moet schrijven, kijk je naar de klinker die voor de medeklinker(s) staat:

Is dit een korte klinker, dan schrijf je het woord met twee medeklinkers zodat de klank niet verandert.

ster - sterren
vlag - vlaggen
tel - tellen


Slide 4 - Tekstslide

1 - Woorden in het meervoud
Is dit een lange klinker, dan schrijf je het woord met één medeklinker om de klank lang te houden (als er een dubbele klinker in het enkelvoud stond, laat je er eentje weg).


kraan - kranen
knoop - knopen
slaap - slapen

Slide 5 - Tekstslide

2 - Langere woorden in het enkelvoud

Naast het verschil tussen één en twee medeklinkers in het meervoud, heb je veel woorden waarbij het enkelvoud ook al lastig te spellen is. 
  • Vb.: commissie en accommodatie.
Hiervoor gelden dezelfde trucjes:
  • We schrijven meestal een dubbele medeklinker als er een korte klinker vóór de (dubbele) medeklinker staat.
  • We schrijven meestal een enkele medeklinker als er een lange klinker vóór de (enkele) medeklinker staat.


Slide 6 - Tekstslide

2 - Langere woorden in het enkelvoud
Bijvoorbeeld:

- omelet (de o is hier een lange klinker)
- aders (de a is hier een lange klinker)
- appelflap (de a is hier een korte klinker)
- commissie (de o en de i zijn hier korte klinkers)

Slide 7 - Tekstslide

2 - Langere woorden in het enkelvoud
Maar let op! Want ook op deze regel zijn er uitzonderingen:

- comité 
(de o is een korte klinker, maar toch schrijven we het met maar één m)
- orakel 
(de o is een korte klinker, maar toch schrijven we het met maar één r)

Slide 8 - Tekstslide

  Vuistregels
  • Woorden in het meervoud schrijven, schrijf je deze soms met één medeklinker en soms met twee. Om te bepalen, kijk je naar de klinker die voor de medeklinker(s) staat.
  • Woorden in het enkelvoud schrijft, schrijf je deze soms met één medeklinker en soms met twee. We schrijven meestal een dubbele medeklinker als er een korte klinker vóór de (dubbele) medeklinker staat. We schrijven meestal een enkele medeklinker als er een lange klinker vóór de (enkele) medeklinker staat.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldvraag
Vul in 'n' of 'nn'.

a. Ik heb vandaag ontbeten met een pa..enkoek!
b. Dat meisje heeft hele lange be..en.
c. In mijn etui zitten vele soorten pe..en.
d. Ik heb een mooie steen gevonden. Die leg ik bij mijn verzameling van ste..en.

Slide 10 - Tekstslide