Maw

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Leerdoelen

• Je kunt het kernconcept sociale cohesie uitleggen, herkennen en toepassen.
• Je kan typen bindingen onderscheiden en uitleggen wat ze betekenen
• Je weet het verschil tussen formele en informele groepen
• Je weet wat de relatie is tussen sociale cohesie en groepsvorming 

Sociale cohesie:

- Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben

-Het gevoel een groep te zijn en lid te zijn van een gemeenschap

-De mate van verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn en de mate waarin andere hier beroep op kunnen doen

3 factoren die sociale cohesie bevorderen:

1) Wederzijdse onafhankelijkheid van mensen

2) Dwang en macht

3)Gedeelde waarden en normen (saamhorigheid)

- op meso- en macro niveau sociale cohesie

Opdracht

Filmpje 1: hier is sociale cohesie te zien want...,

Dit kun je zien aan (deze situatie)...

Wat weet je nog van het begrip sociale bindingen?

Affectieve bindingen

- Ook wel emotionele bindingen

- Gevoelens die mensen voor elkaar hebben of bij elkaar voelen 

Cognitieve bindingen

- Binding en afhankelijkheden die te maken hebben met kennisvorming en kennisoverdracht.

- Mensen leren kennis en vaardigheden van elkaar waaronder symbolen, tradities, gedragsregels en ideologische denkbeelden

Economische bindingen

- Bindingen die te maken hebben met werk, met goederen die nodig zijn voor het bestaan. 

Politieke bindingen

-Bindingen die te maken hebben met zaken die in een samenleving gezamenlijk geregeld en georganiseerd moeten worden

-Voorbeelden zijn; onderwijs, zorg, verkeer en veiligheid

Groepsvorming:

- Bindingen die tussen meer dan 2 mensen tot stand komen, doordat ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen

-Onderscheid maken tussen wie wel en wie niet

Formele groep: vast omschreven doelen, normen en regels binnen groepen

Informele groep: rollenstructuur, is flexibel en doelen, normen en regels zijn niet vast gelegd

Situaties waarbij mensen niet langer bij een groep horen:

1) Ze willen er niet meer bij horen (dropping out)

2) Ze mogen er niet meer bij horen (discriminatie)

3) Ze kunnen er niet meer bij (armoede)

Examenopgave

Bespreken examenopgave

Het verband tussen sociale cohesie en groepsvorming:

-Als de cohesie tussen groepen groot, dan voorbestaan af 

-Leden van groep uiterlijke kenmerken

-Verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn is groepsvorming nodig

Nog even herhaling van de leerdoelen

• Je kunt het kernconcept sociale cohesie uitleggen, herkennen en toepassen.
• Je kan typen bindingen onderscheiden en uitleggen wat ze betekenen
• Je weet het verschil tussen formele en informele groepen
• Je weet wat de relatie is tussen sociale cohesie en groepsvorming