V2A 09-02

Bonjour!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

C'est l'hiver. Il a neigé!
Quelles sont les autres saisons?

Slide 2 - Tekstslide

Les buts pour aujourd'hui:
Aan het einde van deze les:
- Snap je de grammatica van chapitre 3
- Weet je wat je moet doen bij de online toets
- Heb je je vragen gesteld

Slide 3 - Tekstslide

Grammaire C - L'imparfait 
Objectifs - Leerdoelen:
Ik weet wat de imparfait is
Ik weet hoe ik de imparfait moet toepassen

Slide 4 - Tekstslide

Welke tijd is de imparfait?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 5 - Quizvraag

hoe maak je de stam
voor de imparfait

Slide 6 - Woordweb

Wat zijn de uitgangen bij de imparfait?

Slide 7 - Open vraag

welke combinatie staat niet in de imparfait?
A
vous aviez
B
tu avais
C
il trouvait
D
nous avons

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de imparfait: Nous .... un gâteau.
A
achetons
B
nous achetions
C
achètent
D
achetiez

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de goede vorm van de imparfait?
Jullie dansten = Vous (danser)
A
dansais
B
dansait
C
dansions
D
dansiez

Slide 10 - Quizvraag

kies de juiste vorm in de imparfait
mes amis (parler) anglais
A
parlait
B
parlaient
C
parlent

Slide 11 - Quizvraag

Zet in de imparfait:
nous (aller)

Slide 12 - Open vraag

Vul de imparfait in:
Ils _____ (regarder)

Slide 13 - Open vraag

Zet de volgende zin in de imparfait:
C'est formidable!

Slide 14 - Open vraag

             Il y a des questions???

Slide 15 - Tekstslide

Grammaire G - werkwoorden op -ir
bijvoorbeeld: choisir - kiezen
présent:
stam = chois-

je
tu 
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
chois
chois
chois
chois
chois
chois
is
is
it
issons
issez
issent

Slide 16 - Tekstslide

Het werkwoord op -ir in de passé composé
De passé composé bestaat uit twee werkwoorden !!!!

1. Een vorm van het hulpwerkwoord Avoir of Etre

2. Een voltooid deelwoord
Hele werkwoord - ir + i
finir - fin + i = fini (= volt. dw)

Slide 17 - Tekstslide

Elles ....... (choisir, passé composé)
Zij hebben gekozen
A
sont choisi
B
ont choisie
C
ont choisir
D
ont choisi

Slide 18 - Quizvraag

Vous ..... (remplir, présent)
Jullie vullen in
A
remplisez
B
remplissez
C
remplissons
D
remplissent

Slide 19 - Quizvraag

Zet in de présent:
Nous (réfléchir)
Wij denken na
A
nous réfléchons
B
nous réfléchisons
C
nous réfléchissons
D
nous réfléchions

Slide 20 - Quizvraag

Welk antwoord staat goed in de passé composé:

A
mon père a finir
B
mon père a fini
C
mon père finit
D
mon père finir

Slide 21 - Quizvraag

Zet in de passé composé: ils (rougir)

A
ils rougissaient
B
Ils rougissent
C
ils sont rougi
D
ils ont rougi

Slide 22 - Quizvraag

Le pain ... dans le four. (grossir, présent)
A
grossis
B
grossissez
C
grossissent
D
grossit

Slide 23 - Quizvraag

Lijdend voorwerp

Slide 24 - Tekstslide

Ils vont regarder un beau film.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Ils
B
vont regarder
C
un beau film

Slide 25 - Quizvraag

Door welk persoonlijk vnw. kun je het lijdend voorwerp vervangen?
J'adore les fêtes?
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 26 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord

Je connais cette chanteuse.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 27 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord

J'écoute ma chanson préférée.
A
la
B
le
C
l'
D
les

Slide 28 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp:
Je mange la pizza.
A
Je le mange
B
Je la mange
C
Je l' mange
D
Je les mange

Slide 29 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp:
Tu aimes le jus d'orange.
A
Tu le aimes
B
Tu la aimes
C
Tu l'aimes
D
Tu les aimes

Slide 30 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp +
zet het op de juiste plek
Elle écoute la radio.
A
Elle la écoute.
B
Elle l'écoute.
C
Elle écoute la.
D
Elle le écoute.

Slide 31 - Quizvraag

Dernière question: Vervang het lijdend voorwerp:
Tu n'aimes pas le film
A
Tu le n'aimes pas
B
Tu l'aimes ne pas
C
Tu ne l'aimes pas
D
Tu les aimes pas

Slide 32 - Quizvraag

             Il y a des questions???

Slide 33 - Tekstslide

De online toets is donderdag a.s. via de site Kwizl.eu
- Kom op tijd!
- Tijdens de toets staat je camera verplicht aan
- Iedereen heeft een andere versie van de toets
- Tijdens het maken van de toets kun je niet terugbladeren.  
- Er zit een tijdslot van 30 minuten op de toets voor 17 vragen. 

Important: 
Voordat de toets begint moet je je registreren op de site Kwizl.eu. Je hebt hiervoor een klascode nodig: dit is: LSW7K8 
Eerst registreren dus, om daarna in te loggen selecteer je de optie: inloggen met Office365

Slide 34 - Tekstslide