- Samen belangrijkste zinnen markeren (3.2 en 3.3).
- Goede samenvatting maken.
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerkcontrole
Slide 3 - Tekstslide
Hoe leer je voor de toets?
1. Leer de begrippen.
2. Leer de Lessonups.
3. Markeer van elk kopje in de tekst de één of twee belangrijkste zinnen.
4. Bekijk de deelvragen in het proefwerkweekboekje en beantwoord deze 'puntsgewijs' zo uitgebreid mogelijk met behulp van de Lessonups én de leertekst.
5. Oefenen.
Slide 4 - Tekstslide
3.2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld
Amsterdam wordt een zeehaven
Stadsuitbreiding en verstedelijking
Stapelmarkt Amsterdam
Handelskapitalisme en immigratie
Commerciële nijverheid en landbouw
Binnenlands verkeer
Slide 5 - Tekstslide
3.2
§2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld
Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor onze nijverheid en de landbouw?
Pak de Lessonup van 3.2 en 3.2 in je boek erbij.
Geef in je schrift of op je Chromebook antwoord op de vraag.
Gebruik in je antwoord alle begrippen van 3.2.
Vul aan met de gemarkeerde stof uit het boek die nog niet in je antwoord staat.
Houd ruimte over om straks met het bespreken aan te kunnen vullen.
Zet onderaan je antwoord de begrippen van 3.2 + betekenis.
Klaar? Doe hetzelfde met de andere paragrafen.
timer
20:00
Slide 6 - Tekstslide
3.2
In de zestiende en zeventiende eeuw groeide Amsterdam uit tot een van de grootste Europese handelssteden.
Rijke mensen woonden in het centrum, gewone mensen in de Jordaan.
In het centrum van Amsterdam stond de beurs.
Door de verstedelijking was er meer graan nodig.
Amsterdam importeerde graan uit het Oostzeegebied.
--> Moedernegotie: handel in graan, zuivel, hout met het Oostzeegebied.
--> Amsterdam werd een stapelmarkt.
--> Nijverheid en landbouw worden commercieel: mensen gaan meer produceren dan ze nodig hebben, om te verkopen.
--> Steeds meer mensen komen naar de Republiek voor de welvaart en godsdienstvrijheid.
--> Nederland beleeft een Gouden Eeuw.
In de zestiende en zeventiende eeuw groeide Amsterdam uit tot een van de grootste Europese handelssteden.
Rijke mensen woonden in het centrum, gewone mensen in de Jordaan.
In het centrum van Amsterdam stond de beurs.
Door de verstedelijking was er meer graan nodig.
Amsterdam importeerde graan uit het Oostzeegebied.
--> Moedernegotie: handel in graan, zuivel, hout met het Oostzeegebied.
--> Amsterdam werd een stapelmarkt.
--> Nijverheid en landbouw worden commercieel: mensen gaan meer produceren dan ze nodig hebben, om te verkopen.
--> Steeds meer mensen komen naar de Republiek voor de welvaart en godsdienstvrijheid.
--> Nederland beleeft een Gouden Eeuw.
3.2
Slide 7 - Tekstslide
3.3 De Oost en de VOC
Een eigen zeeweg naar Indië
VOC
Aandelen
Jacatra werd Batavia
Ruilen en kopen
Massamoord op de Banda-eilanden
Slide 8 - Tekstslide
3.3
§2 De Oost en de VOC
Waarvoor werd de VOC opgericht en hoe werkte deze handelsmaatschappij?
Pak de Lessonup van 3.3 en 3.4 en in je boek 3.3 erbij.
Geef in je schrift of op je Chromebook antwoord op de vraag.
Gebruik in je antwoord alle begrippen van 3.3.
Vul aan met de gemarkeerde stof uit het boek die nog niet in je antwoord staat.
Houd ruimte over om straks met het bespreken aan te kunnen vullen.
Zet onderaan je antwoord de begrippen van 3.3 + betekenis.
Klaar? Doe hetzelfde met de andere paragrafen.
timer
20:00
Slide 9 - Tekstslide
3.2
In de zestiende en zeventiende eeuw groeide Amsterdam uit tot een van de grootste Europese handelssteden.
Rijke mensen woonden in het centrum, gewone mensen in de Jordaan.
In het centrum van Amsterdam stond de beurs.
Door de verstedelijking was er meer graan nodig.
Amsterdam importeerde graan uit het Oostzeegebied.
--> Moedernegotie: handel in graan, zuivel, hout met het Oostzeegebied.
--> Amsterdam werd een stapelmarkt.
--> Nijverheid en landbouw worden commercieel: mensen gaan meer produceren dan ze nodig hebben, om te verkopen.
--> Steeds meer mensen komen naar de Republiek voor de welvaart en godsdienstvrijheid.
--> Nederland beleeft een Gouden Eeuw.
Omdat rechtstreeks handelen met Azië meer opleverde, ging de Republiek op zoek naar een eigen zeeweg naar Azië.
Er was veel concurrentie tussen de handelscompagnieën en de prijzen daalden.
--> De VOC werd in 1602 opgericht.
De VOC voer naar Azië om daar handelsmonopolie te krijgen.
De VOC werd bestuurd door de Heren Zeventien.
De VOC mocht oorlog voeren en verdragen sluiten met Aziatische vorsten.
Als je geld gaf aan de VOC kreeg je in ruil daarvoor een aandeel in het bedrijf.
In 1619 stichtte Jan Pieterszoon Coen op Jacatra het handelspunt Batavia, het bestuurscentrum van de Oost.
De VOC verdiende vooral aan de inter-Aziatische handel.
Toen de Indische Banda-eilanden geen handelsmonopolie wilden geven aan de VOC, werden alle eilandbewoners onthoofd.
3.3
Slide 10 - Tekstslide
Nu zelf!
Maak bij 3.4 en 3.6 nu net zo'n samenvatting als we samen gemaakt hebben.
Markeer in de tekst de belangrijkste zinnen.
Pak de Lessonups en de tekst in je boek erbij.
Geef in je schrift of op je Chromebook antwoord op de vraag.
Gebruik in je antwoord alle begrippen van de paragraaf.
Vul aan met de gemarkeerde stof uit het boek die nog niet in je antwoord staat.
Zet onderaan je antwoord de begrippen van de paragraaf + betekenis.