4mA Examenbundel t/m blz. 50

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

4mA

Examentraining

• deelvaardigheden: tekstrelaties en signaalwoorden
  

Vorige lessen hebben we behandeld:

• Tekstsoorten
• Leesstrategieën
• Moeilijke woorden
• Beeld en opmaak
• Schrijfdoel en lezers
  
• Feiten en meningen
• Indeling van een tekst
  

Je hebt de theorie op blz. 45 doorgelezen. Leg in je eigen woorden uit wat deelonderwerpen zijn.

Huiswerk

Je moet tekst 5 doorlezen en belangrijke informatie markeren. Daarna moest je vraag 12 t/m 15 maken.

Vraag 12. Bij welke alinea begint deel 2, de beschrijving van het onderzoeksvraagstuk?

1. alinea 2
2. alinea 3
3. alinea 4
4. alinea 5

Antwoord C

Na de inleiding over de begrippen links en rechts gaat de schrijver in op het onderzoek. Hij begint met een beschrijving van het vraagstuk: de vier waaromvragen in alinea 4.

Vraag 13. Bij welke alinea begint deel 3, de uiteenzetting van de resultaten van het onderzoek?

1. alinea 3
2. alinea 4
3. alinea 5
4. alinea 6

Antwoord C

In alinea 5 lees je over het vermoeden dat rechtshandigheid en spraak met elkaar te maken hebben: onderzoek heeft aangetoond dat dat inderdaad zo is. Daarmee begint de uiteenzetting over de resultaten van het onderzoek.

Vraag 14. Bij welke alinea begint deel 4, de voorlopige conclusie naar aanleiding van onderzoek?

1. alinea 6
2. alinea 7
3. alinea 8
4. alinea 9

Antwoord C

De voorlopige conclusie is dat alle onderzoek wel heel wat feiten heeft opgeleverd, maar geen samenhangende theorie. Dat lees je in alinea 8.

Vraag 15. Bij welke alinea begint deel 5, het vervolg op de uiteenzetting over resultaten van onderzoek?

1. alinea 8
2. alinea 9
3. alinea 10
4. alinea 11

Antwoord B

Met de zin in alinea 9 'Zo is nog helemaal niet duidelijk welke rol de erfelijkheid bij linkshandigheid speelt' vervolgt de schrijver zijn uiteenzetting. Hij noemt in deze alinea twee onderzoeksresultaten.

Tekstrelaties en signaalwoorden

• Lees de theorie goed door op blz. 48 en markeer belangrijke informatie
  
  
• Lees ook de verbanden en de signaalwoorden door
  
  
• Deze moet je kennen voor het examen!

Verbanden tussen alinea’s onderling, tussen zinnen onderling en soms zelfs binnen zinnen herken je vaak aan signaalwoorden. Sleep de signaalwoorden naar het bijbehorende verband.

Opsommend

Tegen-

stellend

Oorzakelijk

Chronologisch

Vergelijkend

Samen-

vattend

Concluderend

zoals,

beter dan

eerst,

dan,

voordat

dus,

daarom,

kortom

bovendien,

ook,

daarnaast

weliswaar,

kortom,

ofschoon

doordat,

waardoor,

het gevolg is

toch,

daarentegen,

maar

Opdracht maken blz. 49

• Lees tekst 6 globaal door
  
  
• Lees alinea 2 en 3 van tekst 6 precies
  
  
• Maak vraag 16

Welk verband is er tussen alinea 2 en alinea 3?

1. Alinea 2 en 3 vormen een opsomming.
2. Alinea 3 bevat een samenvatting van de inhoud van alinea 2
3. Alinea 3 geeft een oorzaak van alinea 2
4. Alinea 3 geeft een voorbeeld bij wat in alinea 2 wordt verteld.

Antwoord A

In alinea 2 lees je: 'Satellieten die [...] uit elkaar' (r.32-35) en 'En dan [...] natuurlijke ruimtepuin' (r.39-40). In alinea 3 staat: 'Ruimteafval ontstaat t/m de ruimte' (r. 42-47). In dit tekstgedeelte somt de schrijver de oorzaken van ruimteafval op. Let op het signaalwoordje 'ook'.

Huiswerk voor de volgende les

Huiswerk voor morgen

• Lezen theorie 2.10 (blz. 50)
  
• Tekst 7 lezen en markeren (blz. 51-52)
• Vraag 17 maken (blz. 52)