3VM blok 3.3 Lezen les 1

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • 10 min. Poëziebundel (10 jan. inleveren)
  • Woord van de week
  • Huiswerk:  H2.8 Spelling opdr. 9 + 10 + snelhechtmapje met naam meenemen
  • Vragen?
  • Quizje
  • Theorie H3.3 Lezen (betoog + subjectieve informatie)
  • Nieuw huiswerk:  H3.3 Lezen opdr. 1 t/m 6
  • Klaar?  werken aan presentatie + poëziebundelopdrachten
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

het speerpunt


migratiemaatregelen



                                                regels voor dierenwelzijn                   de abortuswet

Slide 3 - Tekstslide

Je zet een komma .............. een voegwoord, als dat midden in de zin staat.



A
voor
B
achter

Slide 4 - Quizvraag

Kopieer de zin naar het antwoordvak. Typ één of meer komma's waar nodig.

Kelly viel van haar fiets maar ze stond meteen weer op.

Slide 5 - Open vraag

Kopieer de zin naar het antwoordvak. Typ één of meer komma's waar nodig.

Ik ben heel blij met mijn snelle nieuwe laptop hoor.

Slide 6 - Open vraag

Kopieer de zin naar het antwoordvak. Typ één of meer komma's waar nodig.

Toen ik het hoorde was ik opgelucht.

Slide 7 - Open vraag

Welk woord eindigt in het meervoud niet op -en?
A
graaf
B
gebod
C
vrachtwagen
D
lantaarnpaal

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf wat er tussen haakjes staat in het meervoud op.

Zet de woorden tussen haakjes in het meervoud.
Bij de drogist kocht ik heerlijke (olie).

Slide 9 - Open vraag

Schrijf wat er tussen haakjes staat in het meervoud op.

De toeristen zagen dat er veel (taxi) stonden te wachten bij de uitgang.

Slide 10 - Open vraag

Schrijf wat er tussen haakjes staat in het meervoud op.

In deze winkel zijn de (prijs) niet mis.


Slide 11 - Open vraag

Schrijf wat er tussen haakjes staat in het meervoud op.
Toen ze de sneeuw zagen liggen, haalden ze meteen hun (slee) tevoorschijn.

Slide 12 - Open vraag