CONTROLEOPDRACHT 2 GRAMMATICA WOORDSOORTEN

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

controleopdracht 

GRAMMATICA WOORDSOORTEN

persoonlijk en bezittelijk

voornaamwoord

maak de opdrachten op de volgende dia's 

Wat zijn persoonlijke voornaamwoord(en) uit deze zin:
Gisteren zag ik Annelotte en zij zei blozend tegen mij: 'Jouw broer is erg knap!'

1. ik
2. ik - zij
3. ik - zij - mij
4. ik - zij - mij - jouw

Wat zijn bezittelijke voornaamwoord(en) in deze zin?
Mijn oom vertelde aan zijn neefje over een leuk weggetje door het park, maar hij kon het niet vinden.

1. mijn
2. mijn - zijn
3. mijn - hij
4. mijn - zijn - hij

Maak een zin waarin tweemaal het woord 'haar' voorkomt.

Het ene woord 'haar' is een persoonlijk voornaamwoord en het andere woord 'haar' is een bezittelijk voornaamwoord.

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

koppelwerkwoord

maak de volgende opdrachten 

Welk soort werkwoord is 'teruggevonden' in deze zin?
Tussen de kussens op de bank heb ik eindelijk mijn zakmes teruggevonden.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord
3. koppelwerkwoord

Welk soort werkwoord is 'werd' in deze zin?

Mijn buurman werd plotdeling heel boos.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord
3. koppelwerkwoord

Welk soort werkwoord is 'geworden' in deze zin?

Mijn vriendin is een beroemde zangeres geworden.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord
3. koppelwerkwoord

Welk soort werkwoord is 'zijn' in deze zin?

Die twee tieners zijn ongelooflijk verliefd.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord
3. koppelwerkwoord

Welk soort werkwoord is 'zijn' in deze zin?

Over de kwaliteit van uw producten zijn wij altijd zeer tevreden geweest.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord
3. koppelwerkwoord

Welk soort werkwoord is 'zijn' in deze zin?

Voor studenten kan deze maatregel ongunstig zijn.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord
3. koppelwerkwoord

Welk soort werkwoord is 'blijven' in deze zin?

Mijn ouders blijven de hele maand juni in Amerika.

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord
3. koppelwerkwoord

telwoorden

 Noteer uit de zinnen op de volgende dia's het telwoord en typ erachter welk soort telwoord dat is. 

Kies uit: 

BH (bepaald hoofdtelwoord) - OH (onbepaald hoofdtelwoord) 

BR (bepaald rangtelwoord) - OR (onbepaald rangtelwoord )

Doe dat op deze manier:    - - - - -  OH

Mijn eerste zelfgemaakte lasagne is erg goed gelukt.

Welke sport beoefenen die zes jongens?

Joshua heeft mij geholpen met enkele sommen voor die wiskundetoets.

De middelste huizen uit dat blok zijn zwaar beschadigd door de brand.