KA: Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze lessenserie kun je uitleggen:
hoe de democratie zich ontwikkelde in Groot-Brittannië
hoe de democratie zich ontwikkelde in Nederland
hoe de democratie zich ontwikkelde in Duitsland
Slide 2 - Tekstslide
Democratisering (1815-1919)
Democratisering is het streven naar politieke medezeggenschap.
Dus:
Mensen willen meepraten.
Slide 3 - Tekstslide
Groot-Brittannië: een geslaagde democratisering
Slide 4 - Tekstslide
Democratie in Groot-Brittannië 1/2
Vanaf 1688 accepteerde de koning de macht van het parlement, die bestond uit:
Hogerhuis (aangesteld door koning)
Lagerhuis (vertegenwoordigers districtenstelsel)
Probleem: steden ondervertegenwoordigd in districten. Plattelandsgemeenten oververtegenwoordigd
Slide 5 - Tekstslide
Gebruik bron 4. Twee beweringen over de voorstellen van de commissie: 1. Uit de voorstellen blijkt dat de Britse samenleving door de industriële revolutie is veranderd. 2. De voorstellen dragen bij aan de democratisering van Groot-Brittannië. 2p Ondersteun beide beweringen, waarbij je telkens aangeeft welk voorstel van de commissie erbij past.
Slide 6 - Open vraag
Maken
OZK 3, 4, 5
timer
20:00
Slide 7 - Tekstslide
Democratisering in Nederland: ook een succes(?)
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een rechtsstaat?
Slide 11 - Open vraag
Van Bataafse republiek naar Koninkrijk
Nederland van 1795-1813 onder Frans bewind
Eerste grondwet in 1798 Grondwettelijke (burger)rechten en plichten Gekozen volksvertegenwoordiging Gelijkheid ongeacht geboorte, bezitting of rang
1813: Willem Frederik van Oranje soeverein vorst
1815: Koning Willem I van Oranje --> waarom?
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Tekstslide
Restauratie in de Nederlanden
1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (België, Luxemburg, Nederland) onder koning Willem I van Oranje
Bufferstaat tegen Frankrijk
Grondwet die macht koning omschreef Parlement kon grotendeels genegeerd worden door koninklijke besluiten
Slide 15 - Tekstslide
Standpunten liberalen t.a.v. Restauratie
Bezorgd over herstel machtsstructuren Koningen gedragen zich als absolute vorsten
Doelen: Burgerlijke vrijheden en politieke invloed voor het (succesvolle) volk
Rijke mensen tonen immers ondernemers- en leidinggevende kwaliteiten
Parlement onmachtig: conservatieven blijven aan de macht
1871: Duitse deelstaten verenigden zich in Duitse Rijk. Leger en adel aan de macht
Pas in 1918 werd Duitsland een democratie
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Maken paragraaf 8.3
OZK: 1, 3, 4, 6 en HD 1A, 2B, 5, 7.
Slide 25 - Tekstslide
8.4 Verdere democratisering en de emancipatiebewegingen confessionalisme en feminisme
KA: - Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
- De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme
Slide 26 - Tekstslide
Emancipatie der katholieken
Opkomende protestantisme onderdrukt in de Spaanse Nederlanden
Republiek scheidt zich af in 1635, sindsdien ...
Rooms-Katholieken achtergesteld Geen openbare functies, schuilkerken, tweederangs burgers
In Franse tijd (1795-1813) katholieken boven protestanten
Sinds 1813 bevoorrechte positie kwijt
1848: Grondwet geeft geloofsvrijheid
1853: herstel bisschoppelijke hiërarchie in Nederland
Slide 27 - Tekstslide
RK Schuilkerken in Nederland
Dit is in Abrahams Schoot, RK, Gorinchem
De Rode Hoed, A'dam
Maria en Ursula kerk, RK, Delft
Penninckshuis, Doopsgezind, Deventer
Slide 28 - Tekstslide
Sint-Bonifatiuskerk Dokkum, 1872
Sint-Vitus kerk Blauwhuis, 1871
Slide 29 - Tekstslide
Evaluatievragen
C. Bedenk een reden waarom Rooms-Katholieken werden achtergesteld bij andere geloofsgroepen D. Bedenk een reden waarom geloofsvrijheid werd opgenomen in de grondwet van 1848
Slide 30 - Tekstslide
Schoolstrijd en de opkomst van politieke partijen
Confessionelen strijden tegen liberalisme/socialisme en toenemend ongeloof. Voeren ook de Schoolstrijd:
Gelijkstelling (financieel) voor openbare en bijzondere scholen
Openbaar = voor iedereen
Bijzonder = specifieke levensbeschouwing/geloof is leidend
Om eisen kracht bij te zetten richten confessionelen politieke partijen op
Kuypers Anti-Revolutionaire Partij (1879), Liberale Unie (1885), Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (1894), Katholieke Algemene Bond (1904),
Politieke partijen en achterban 'keren naar binnen'. Weinig contact met anderen
Slide 31 - Tekstslide
Evaluatievraag
E. Bedenk met welk motief liberalen in Nederland gesubsidieerd bijzonder onderwijs afkeurden
Slide 32 - Tekstslide
Evaluatievragen
F. Wie worden er bedoeld met 'die bende'?
G. Wie spreekt er? De man of de vrouw? Leg je antwoord uit.
Slide 33 - Tekstslide
Grondwetswijziging 1887
Censuskiesrecht grotendeels afgeschaft Kiesrecht op basis van ' kentekenen van geschiktheid'
Kentekenen niet omschreven --> caouthouc (rubber) artikel Percentage stemmende mannen naar 68% in 1917
Vrouwen mochten niet stemmen!
Slide 34 - Tekstslide
In 1883 probeerde de eerste vrouwelijke arts van Nederland, Aletta Jacobs, gebruik te maken van het ontbreken van de uitsluiting van vrouwen bij het kiesrecht. Zij wilde zich in Amsterdam op de kiezerslijst laten plaatsen. Het verzoek werd echter afgewezen, ook na een proces dat eindigde bij de Hoge Raad.
Slide 35 - Tekstslide
www.hetklokhuis.nl
Slide 36 - Link
Feminisme in Nederland
Nederland zat rond eeuwwisseling in uitzonderlijke positie: Late industrialisatie (+- 1850) Weinig werkende vrouwen
Ook in Nederland onvrede over achtergestelde positie van de vrouw: Geen vrouwenkiesrecht Geen scholing, noch gelijke kansen op arbeidsmarkt
Succes: Pacificatie (1917) Schoolstrijd wordt opgelost + Actief kiesrecht voor mannen Passief kiesrecht voor vrouwen (wel verkiesbaar, niet stemmen)
1919: ook actief kiesrecht voor vrouwen
Wilhelmina Drucker (1847-1925
Aletta Jacobs (1854-1929)
Slide 37 - Tekstslide
Verwerkingsopdracht
Beredeneer in hoeverre de strijd van de verschillende negentiende-eeuwse emancipatiebewegingen een succes was. Doe dat door:
vier emancipatiebewegingen te noemen
per emancipatiebeweging aan te geven welk(e) doel(en) zij nastreefden
per doel aan te geven of het behaald is
een beredeneerde conclusie te trekken in hoeverre zij succesvol waren.