8.3 Democratisering + 8.4 confessionelen en feministen

8.3 Democratisering
(Engeland, Nederland, Duitsland)

KA: Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.3 Democratisering
(Engeland, Nederland, Duitsland)

KA: Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze lessenserie kun je uitleggen:
  • hoe de democratie zich ontwikkelde in Groot-Brittannië
  • hoe de democratie zich ontwikkelde in Nederland
  • hoe de democratie zich ontwikkelde in Duitsland

Slide 2 - Tekstslide

Democratisering (1815-1919)
Democratisering is het streven naar politieke medezeggenschap.
Dus:
Mensen willen meepraten.

Slide 3 - Tekstslide

Groot-Brittannië: een geslaagde democratisering

Slide 4 - Tekstslide

Democratie in Groot-Brittannië 1/2
Vanaf 1688 accepteerde de koning de macht van het parlement, die bestond uit:
  • Hogerhuis (aangesteld door koning)
  • Lagerhuis (vertegenwoordigers districtenstelsel)
  • Probleem: steden ondervertegenwoordigd in districten. Plattelandsgemeenten oververtegenwoordigd

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik bron 4.
Twee beweringen over de voorstellen van de commissie:
1. Uit de voorstellen blijkt dat de Britse samenleving door de industriële revolutie is veranderd.
2. De voorstellen dragen bij aan de democratisering van Groot-Brittannië.
2p Ondersteun beide beweringen, waarbij je telkens aangeeft welk voorstel van de commissie erbij past.

Slide 6 - Open vraag

Maken 
OZK 3, 4, 5
timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Democratisering in Nederland: ook een succes(?)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een rechtsstaat?

Slide 11 - Open vraag

Van Bataafse republiek naar Koninkrijk
  • Nederland van 1795-1813 onder Frans bewind
  • Eerste grondwet in  1798
    Grondwettelijke (burger)rechten en plichten
    Gekozen volksvertegenwoordiging
    Gelijkheid ongeacht geboorte, bezitting of rang
  • 1813: Willem  Frederik van Oranje soeverein vorst 
  • 1815: Koning Willem I van Oranje --> waarom? 



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Restauratie in de Nederlanden
  • 1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (België, Luxemburg, Nederland) onder koning Willem I van Oranje
  • Bufferstaat tegen Frankrijk
  • Grondwet die macht koning omschreef
    Parlement kon grotendeels genegeerd worden door koninklijke besluiten

Slide 15 - Tekstslide

Standpunten liberalen t.a.v. Restauratie
  • Bezorgd over herstel machtsstructuren
    Koningen gedragen zich als absolute vorsten
  • Doelen: Burgerlijke vrijheden en politieke invloed voor het (succesvolle) volk
  • Rijke mensen tonen immers ondernemers- en leidinggevende kwaliteiten
  • Grondwetsherziening 1840
    Afscheiding België  + strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid
  • Koning Willem II volgt afgetreden vader op 
  • Liberalen grijpen hun kans in 1848

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Revolutiejaar 1848
  • Opstanden in Europa
    Mislukte oogsten
    Stijgende prijzen
  • Burgers grijpen kans --> hervormingen
    Frankrijk van koninkrijk naar republiek
    Duitse eenheid binnen handbereik (mislukt)
  • Ook in Nederland grote problemen
    Bijna failliet
    Hongersnood door aardappelmisoogsten (1845-1848)
  • Koning Willem II zwicht voor druk --> grondwetswijziging 


Slide 18 - Tekstslide

Grondwetswijziging 1848
  • Johan Rudolph Thorbecke herschrijft grondwet: 
  1. Ministers verantwoording schuldig aan parlement, niet de koning
  2. Koning blijft staatshoofd, maar onschendbaar: ministers zijn verantwoordelijk voor hem
  3. vrijheid van godsdienst
  4. emancipatie van de katholieken:
  5. Censuskiesrecht: Degene die betaalt, bepaald (+- 73.000 mannen in 1848). 

Slide 19 - Tekstslide

1. Herhaling: De grondwetten van 1814-1848
Wat waren de (belangrijkste) wijzigingen van de grondwet in 1814, 1840 en 1848? 




Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Democratisering in Duitsland (1/2) 
  • Tot 1871 bestond Duitsland uit verschillende deelstaten
  • De sterkste deelstaat was Pruisen. Pruisische koning had onbeperkte macht (verlicht absolutisme).
  • 1848: gevechten in Berlijn leiden tot:
    1. Invoering grondwet
    2. Parlement krijgt budgetrecht

Slide 22 - Tekstslide

Democratisering in Duitsland (2/2
  • Parlement onmachtig: conservatieven blijven aan de macht
  • 1871: Duitse deelstaten verenigden zich in Duitse Rijk. Leger en adel aan de macht
  • Pas in 1918 werd Duitsland een democratie 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Maken paragraaf 8.3 
OZK: 1, 3, 4, 6 en
HD 1A, 2B, 5, 7

Slide 25 - Tekstslide

8.4 Verdere democratisering en de emancipatiebewegingen confessionalisme en feminisme
KA:
- Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces

- De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme, nationalisme, socialisme, 
confessionalisme en feminisme

Slide 26 - Tekstslide

Emancipatie der katholieken
  • Opkomende protestantisme onderdrukt in de Spaanse Nederlanden
  • Republiek scheidt zich af in 1635, sindsdien ... 
  • Rooms-Katholieken achtergesteld
    Geen openbare functies, schuilkerken, tweederangs burgers
  • In Franse tijd (1795-1813) katholieken boven protestanten
  • Sinds 1813 bevoorrechte positie kwijt
  • 1848: Grondwet geeft geloofsvrijheid 
  • 1853: herstel bisschoppelijke hiërarchie in Nederland

Slide 27 - Tekstslide

RK Schuilkerken in Nederland


Dit is in Abrahams Schoot, RK, Gorinchem
De Rode Hoed, A'dam
Maria en Ursula kerk, RK, Delft
Penninckshuis, Doopsgezind, Deventer

Slide 28 - Tekstslide

Sint-Bonifatiuskerk Dokkum, 1872
Sint-Vitus kerk Blauwhuis, 1871 

Slide 29 - Tekstslide

Evaluatievragen
C. Bedenk een reden waarom Rooms-Katholieken werden achtergesteld bij andere geloofsgroepen
D. Bedenk een reden waarom geloofsvrijheid werd opgenomen in de grondwet van 1848

Slide 30 - Tekstslide

Schoolstrijd en de opkomst van politieke partijen
  • Confessionelen strijden tegen liberalisme/socialisme en toenemend ongeloof. Voeren ook de Schoolstrijd: 
  • Gelijkstelling (financieel) voor openbare en bijzondere scholen
  • Openbaar = voor iedereen
  • Bijzonder = specifieke levensbeschouwing/geloof is leidend 
  • Om eisen kracht bij te zetten richten confessionelen politieke partijen op 
  • Kuypers Anti-Revolutionaire Partij (1879), Liberale Unie (1885), Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (1894), Katholieke Algemene Bond (1904), 
  • Politieke partijen en achterban 'keren naar binnen'. Weinig contact met anderen

Slide 31 - Tekstslide

Evaluatievraag
E. Bedenk met welk motief liberalen in Nederland gesubsidieerd bijzonder onderwijs afkeurden

Slide 32 - Tekstslide

Evaluatievragen
F. Wie worden er bedoeld met 'die bende'? 
G. Wie spreekt er? De man of de vrouw? Leg je antwoord uit. 

Slide 33 - Tekstslide

Grondwetswijziging 1887 
  • Censuskiesrecht grotendeels afgeschaft
    Kiesrecht op basis van ' kentekenen van geschiktheid' 
  • Kentekenen niet omschreven --> caouthouc (rubber) artikel
    Percentage stemmende mannen naar 68% in 1917
  • Vrouwen mochten niet stemmen!

Slide 34 - Tekstslide

In 1883 probeerde de eerste vrouwelijke arts van Nederland, Aletta Jacobs, gebruik te maken van het ontbreken van de uitsluiting van vrouwen bij het kiesrecht. Zij wilde zich in Amsterdam op de kiezerslijst laten plaatsen. Het verzoek werd echter afgewezen, ook na een proces dat eindigde bij de Hoge Raad.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Feminisme in Nederland 
  • Nederland zat rond eeuwwisseling in uitzonderlijke positie:
    Late industrialisatie (+- 1850)
    Weinig werkende vrouwen 
  • Ook in Nederland onvrede over achtergestelde positie van de vrouw:
    Geen vrouwenkiesrecht
    Geen scholing, noch gelijke kansen op arbeidsmarkt
  • Succes: Pacificatie (1917)
    Schoolstrijd wordt opgelost + Actief kiesrecht voor mannen
    Passief kiesrecht voor vrouwen (wel verkiesbaar, niet stemmen) 
  • 1919: ook actief kiesrecht voor vrouwen
Wilhelmina Drucker (1847-1925
Aletta Jacobs (1854-1929)

Slide 37 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht 
Beredeneer in hoeverre de strijd van de verschillende negentiende-eeuwse emancipatiebewegingen een succes was. Doe dat door:
  • vier emancipatiebewegingen te noemen
  • per emancipatiebeweging aan te geven welk(e) doel(en) zij nastreefden
  • per doel aan te geven of het behaald is
  • een beredeneerde conclusie te trekken in hoeverre zij succesvol waren. 
timer
20:00

Slide 38 - Tekstslide

Maken 8.4 
OZK 1, 3, 4
HD: 1, 5, 6

Slide 39 - Tekstslide

Filmfragment: de grondwet, 1814-1917

Slide 40 - Tekstslide