Les 2: §6 'Publiek' en §7 'Standpunt en argumenten' SI

Les 2 - §6 Publiek
Lees tekst 10 op pagina 24-25.

Voor welk publiek is deze tekst bedoeld? Waaraan kun je dat zien?
Kijk naar: onderwerp, bron, taalgebruik en lay-out. 

Klaar? Dan ga je verder met tekst 11 en 12 (blz. 29)
timer
3:00
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 2 - §6 Publiek
Lees tekst 10 op pagina 24-25.

Voor welk publiek is deze tekst bedoeld? Waaraan kun je dat zien?
Kijk naar: onderwerp, bron, taalgebruik en lay-out. 

Klaar? Dan ga je verder met tekst 11 en 12 (blz. 29)
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden - opdracht 5 - pag. 24-26
Tekst 1 publiek: 
  • Jongeren die overwegen een jaar naar Australië te gaan.

Waaraan kon ik dat zien?
  • De bron: Australianbackpackers.nl
  • Het onderwerp
  • Taalgebruik: jij, een tijdje knallen (woordkeus). 'Misschien breid jij je reis wel uit naar Nieuw Zeeland of Thailand!' (toon).

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 5 - pag. 24-26
Doe nu hetzelfde voor tekst 11 en 12 op pagina 25-26.

Tekst 11 publiek: 
Waaraan kon ik dat zien?

Tekst 12 publiek:
Waaraan kon ik dat zien?
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden - opdracht 1 - pag. 28
Tekst 2 publiek: 
  • (Hoogopgeleide) volwassenen die van klassieke muziek houden.

Waaraan kon ik dat zien?
  • De bron: NRC Handelsblad
  • Het onderwerp
  • Taalgebruik: zinnen zijn wel achttien woorden lang (zinslengte). 'Alsof de diepere transcendente lagen van diens symfonieën zich pas echt laten doorvorsen na een paar maanden van tussentijdse reflectie.' (woordkeus). 

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden - opdracht 1 - pag. 28
Tekst 3 publiek: 
  • Ouders die met jonge kinderen op reis willen.

Waaraan kon ik dat zien?
  • De bron: verrereizenmetkinderen.nl
  • Het onderwerp
  • Taalgebruik: reuzeleuk, vriendjes maken (woordkeus). 'Je kunt veel reprimandes voorkomen als je even kamer, huis of camping, zwembad en restaurant doorloopt met de kinderen en duidelijk maakt wat wel en niet mag.' (Toon).

Slide 7 - Tekstslide

a) Wat is het standpunt?
A
Tijdens marathons krijgen sommige deelnemers hartklachten.
B
Hardlopen is dus helemaal niet zo gezond als iedereen denkt.

Slide 8 - Quizvraag

a) Welk signaal geeft het standpunt aan? [één woord]

Slide 9 - Open vraag

a) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 10 - Quizvraag

Het argument is:
  • Tijdens marathons krijgen sommige deelnemers hartklachten.


  • (Dit is een argument om het standpunt mee te onderbouwen.)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Maak opdr. 6 (blz. 26-27) 
af

1) Onderstreep het standpunt en noteer erbij of het positief, negatief is of twijfel uitspreekt.
2) Markeer argument(en).
3) Omcirkel het signaal (als dat er is). 



timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

a) Wat is het standpunt?
A
Tijdens marathons krijgen sommige deelnemers hartklachten.
B
Hardlopen is dus helemaal niet zo gezond als iedereen denkt.

Slide 14 - Quizvraag

a) Welk signaal geeft het standpunt aan? [één woord]

Slide 15 - Open vraag

a) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 16 - Quizvraag

Het argument is:
  • Tijdens marathons krijgen sommige deelnemers hartklachten.


  • (Dit is een argument om het standpunt mee te onderbouwen.)

Slide 17 - Tekstslide

b) Wat is het standpunt?
A
Het is begrijpelijk dat de meeste Russen achter Poetin staan
B
De levensstandaard in Rusland is onder zijn bewind flink gestegen.

Slide 18 - Quizvraag

Door het signaalwoord 'omdat' herken je
A
het standpunt
B
het argument

Slide 19 - Quizvraag

b) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 20 - Quizvraag

Het argument is:
  • de levensstandaard in Rusland is onder zijn bewind flink gestegen. 



  • (Het signaalwoord 'omdat' wijst je de weg naar het argument.)

Slide 21 - Tekstslide

c) Wat is het standpunt?
A
Ik kan je nog niet vertellen wat ik van het nieuwe boek van Peter Buwalda vind.
B
Ik heb alleen nog maar een recensie ervan gelezen.

Slide 22 - Quizvraag

c) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 23 - Quizvraag

Het argument is:
  • ik heb alleen nog maar een recensie ervan gelezen. 

Slide 24 - Tekstslide

d) Wat is het standpunt?
A
Vrouwen zijn bijna net zo snel en handig aan de bal als mannen
B
Vrouwenvoetbal is als kijksport dan ook net zo aantrekkelijk als mannenvoetbal

Slide 25 - Quizvraag

d) Staat er een signaal in deze argumentatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

d) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 27 - Quizvraag

Het argument is:
  • Vrouwen zijn bijna net zo snel en handig aan de bal als mannen.

Slide 28 - Tekstslide

e) Wat is het standpunt?
A
Ik twijfel erg over welke vervolgstudie ik wil gaan doen.
B
Misschien dat ik wel een tussenjaar neem.

Slide 29 - Quizvraag

e) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 30 - Quizvraag

Het argument is:
  • Ik twijfel erg over welke vervolgstudie ik wil gaan doen.



  • (WANT ik twijfel erg over mijn studiekeuze ... )

Slide 31 - Tekstslide

f) Wat is het standpunt?
A
Heb jij gezien hoe slecht die varkens behandeld worden!
B
Ik eet vanaf nu geen varkensvlees meer!

Slide 32 - Quizvraag

f) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 33 - Quizvraag

Het argument is:
  • Heb jij gezien hoe slecht die varkens behandeld worden!

Slide 34 - Tekstslide

g) Wat is het standpunt?
A
Netflix is fantastisch!
B
Je kunt bijna voor niets heel veel films en series in HD-kwaliteit bekijken.

Slide 35 - Quizvraag

g) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 36 - Quizvraag

Het argument is:
  • Je kunt bijna voor niets heel veel films en series in HD-kwaliteit bekijken.

Slide 37 - Tekstslide

g) Door welk signaalwoord herken je het argument?

Slide 38 - Open vraag

h) Wat is het standpunt?
A
In bijna alle cafés en discotheken is de muziek oorverdovend hard.
B
Het is daarom verstandig oordopjes in te doen als je uitgaat.

Slide 39 - Quizvraag

h) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 40 - Quizvraag

Het argument is:
In bijna alle cafés en discotheken is de muziek oorverdovend hard. 

Slide 41 - Tekstslide

h) Door welk signaalwoord herken je het argument?

Slide 42 - Open vraag

i) Wat is het standpunt?
A
De NAM moet niet naar gas gaan boren in het Waddengebied.
B
Het is een uniek natuurgebied.

Slide 43 - Quizvraag

i) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 44 - Quizvraag

Het argument is:
Het is een uniek natuurgebied.

Slide 45 - Tekstslide

i) Door welk signaalwoord herken je het argument?

Slide 46 - Open vraag

j) Wat is het standpunt?
A
De Brexit is een zegen voor het Europese voetbal,
B
want Engelse clubs kunnen nu niet meer zo makkelijk alle goede spelers wegkopen.

Slide 47 - Quizvraag

j) Het standpunt is
A
positief
B
negatief
C
van twijfel

Slide 48 - Quizvraag

Het argument is:
Engelse clubs kunnen nu niet meer zo makkelijk alle goede spelers wegkopen.

Slide 49 - Tekstslide

i) Door welk signaalwoord herken je het argument?

Slide 50 - Open vraag

Opdracht 7 - pagina 27-29
  • Standpunt tekst 1:
  • Standpunt tekst 2:
  • Standpunt tekst 3:
  • Argument tekst 1:
  • Argument tekst 2:
  • Argument tekst 3:

Slide 51 - Tekstslide

Tekst 13 - pagina 28
De opmars van e-sports

[1] Het stereotype van de gamer als bleke puber op een zolderkamer klopt allang niet meer. De doelgroep is volwassen, en overal. Super Data Research becijferde dat consumenten vorig jaar 91 miljard dollar uitgaven aan interactief entertainment, vooral aan spelletjes op de smartphone, pc en consoles. Online nemen spelers van over de hele wereld het tegen elkaar op.
[2] In Azië is de populariteit als vanouds het hoogst. Vanaf 2022 worden e-sports als medaillesport toegevoegd aan de Asian Games, een variant op de Olympische Spelen. In Noord-Amerika (52,9 miljoen kijkers) en West-Europa (47,8 miljoen kijkers) groeit de sector sterk, mede door investeringen van grote merken als Intel, Gilette en VISA.
Naar: Max Veerbeek, de Volkskrant, 21 juni 2017




Slide 52 - Tekstslide

Tekst 13 - pagina 28
De opmars van e-sports

[1] Het stereotype van de gamer als bleke puber op een zolderkamer klopt allang niet meer. De doelgroep is volwassen, en overal. Super Data Research becijferde dat consumenten vorig jaar 91 miljard dollar uitgaven aan interactief entertainment, vooral aan spelletjes op de smartphone, pc en consoles. Online nemen spelers van over de hele wereld het tegen elkaar op.
[2] In Azië is de populariteit als vanouds het hoogst. Vanaf 2022 worden e-sports als medaillesport toegevoegd aan de Asian Games, een variant op de Olympische Spelen. In Noord-Amerika (52,9 miljoen kijkers) en West-Europa (47,8 miljoen kijkers) groeit de sector sterk, mede door investeringen van grote merken als Intel, Gilette en VISA.
Naar: Max Veerbeek, de Volkskrant, 21 juni 2017




Slide 53 - Tekstslide

Tekst 14 - pagina 28
Je ziekte is zeldzaam en je medicijn te duur

[1] Slechts zeventien Nederlanders lijden aan het Morquio-A-syndroom, een zeldzame stofwisselingsziekte. Maar de afwijzing van hun geneesmiddel Vimizim kan uiteindelijk vele Nederlanders raken.
[2] Het recente advies van het Zorginstituut Nederland (ZIN) om dit medicijn niet te laten vergoeden door zorgverzekeraars, fileert namelijk ook het hele systeem waardoor medicijnen in het basisverzekeringspakket van Nederlanders belanden. Het advies spreekt van een ‘systeemfalen’ en legt zoveel zwakten bloot dat radicale aanpassingen onvermijdelijk lijken.
[3] Deze harde bewoordingen zullen donderdag ongetwijfeld ook worden aangehaald in de Tweede Kamer. Dan overlegt de minister met de vaste Kamercommissie Volksgezondheid over dure medicijnen – voor de zoveelste keer.
Naar: Karel Berkhout, NRC Handelsblad, 20 juni 2017





Slide 54 - Tekstslide

Tekst 14 - pagina 28
Je ziekte is zeldzaam en je medicijn te duur

[1] Slechts zeventien Nederlanders lijden aan het Morquio-A-syndroom, een zeldzame stofwisselingsziekte. Maar de afwijzing van hun geneesmiddel Vimizim kan uiteindelijk vele Nederlanders raken.
[2] Het recente advies van het Zorginstituut Nederland (ZIN) om dit medicijn niet te laten vergoeden door zorgverzekeraars, fileert namelijk ook het hele systeem waardoor medicijnen in het basisverzekeringspakket van Nederlanders belanden. Het advies spreekt van een ‘systeemfalen’ en legt zoveel zwakten bloot dat radicale aanpassingen onvermijdelijk lijken.
[3] Deze harde bewoordingen zullen donderdag ongetwijfeld ook worden aangehaald in de Tweede Kamer. Dan overlegt de minister met de vaste Kamercommissie Volksgezondheid over dure medicijnen – voor de zoveelste keer.
Naar: Karel Berkhout, NRC Handelsblad, 20 juni 2017





Slide 55 - Tekstslide

Tekst 15 - pagina 28
Nederland oorlogsgebied

[1] Oudejaarsdag 2016 loop ik nabij het Scheepvaartmuseum. Uitgelaten sfeer. Tussen omstanders midden op straat en ook tussen kleinere groepjes op de stoep worden om 23.00 uur wellustig vuurpijlen en knalvuurwerk afgestoken. Met grote alertheid zie ik toeristen en Nederlanders om zich heen kijken en elkaar waarschuwen. 'Kijk uit', hoor ik, gevolgd door een oorverdovende knal bij mij in de buurt. Iedereen grijpt naar zijn oren. Waakzaam lopen we verder, weg van de zich ontladende jeugd, veelal mannen.
[2] Een ijselijke schreeuw voorspelt niet veel goeds. Even later een ambulance. Een oorlogsslachtoffer met een uiteengereten hand wordt op een brancard gelegd.
[3] In 2007 volgde ik mijn huisartsenopleiding in Londen. Om 24.00 uur op 31 december dat jaar heb ik vanaf de Big Ben een overweldigend vuurwerk boven de Theems gezien. En vooral leuk was de relaxte sfeer op straat. Blije, onbezorgde gezichten, aandacht voor het spektakel, elkaar, de kinderen. Soms zoekend naar bekenden, maar niet naar de tekenen van naderend onheil.




Slide 56 - Tekstslide

Tekst 15 - pagina 28
[4] In de psychiatrie kennen dokters een gevaarscriterium: een patiënt mag worden opgenomen als hij een gevaar voor zichzelf of een ander is. Of de vuurwerkaanstekers hieronder zouden moeten vallen, is de vraag. Wel is het zo dat de overheid een gevaar is voor zichzelf of de ander. Immers, door vele honderden forse verwondingen bij burgers toe te staan, maakt ze Nederland tot oorlogsgebied. Een eendaagse oorlog, naast haar oorlog tegen IS. De overheid staat het gevaar voor anderen toe, in plaats van haar burgers in bescherming te nemen.
Naar: Raoul Hamers, de Volkskrant, 30 december 2017




Slide 57 - Tekstslide