Dieren leven vaak in groepen en hebben vaak een leider, zoals bij wolven waar het sterkste mannetje en vrouwtje de roedel leiden. De leiders bepalen bijvoorbeeld hoe de prooi verdeeld wordt en zijn dominant over de andere dieren in de groep. Als elk dier zijn plaats kent, spreken we van een rangorde en zijn er weinig ruzies. Zelfs bij huisdieren, zoals honden, zie je dit gedrag terug. Een goed opgevoede hond gedraagt zich onderdanig naar alle leden van het gezin en de dominante hond heeft bijvoorbeeld zijn staart hoog. Bij kippen is er een duidelijke pikorde waarbij de meest dominante hen de beste plek heeft en de laagste in rangorde soms bij het voer weggehouden wordt.