De Nieren

De Nieren

12 Oktober 2020

Monique Meurs

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Nieren

12 Oktober 2020

Monique Meurs

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van de les
  • Aan het eind van de les kun je de anatomie van de nieren benoemen.
  • Na deze les weten jullie de symptomen van de verschillende ziektebeelden te benoemen.
  • En weten jullie deze kennis toe te passen in een praktijkvoorbeeld.

Slide 2 - Tekstslide

Wat doet de nier ook alweer?
  • Verwijderen afvalstoffen
  • Regelt water en zout huishouding
  • Bloeddruk regelen
  • Regelen van de juiste zuurgraad
  • Stimuleren van de aanmaak van rode bloedcellen


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

UWI/nierbekkenontsteking

Waar/Niet Waar


  1. Leucocyten in de urine is een symptoom van urineweginfectie
  2. Strangurie is bloed in de urine
  3. Een opgestegen urinweginfectie is een nierbekkenontsteking
  4. Pyelitis is een ontsteking van de glomeruli
  5. Diagnostiek van een cystitis/UWI gaat alleen dmv bloedonderzoek

Slide 5 - Tekstslide

UWI/nierbekkenontsteking

Wat is het verschil?


- Veel zieker bij pyelonefritis=nierbekkenontsteking

- Risico op nierinsufficientie

- Bij een man kans op prostatitis

- Behandeling anders


Slide 6 - Tekstslide

Interstitiele cystitis
  • Door onbekende oorzaak, mogen auto immuun
  • Symptomen als pijn, veelvuldig plassen, spastische bekkenbodem
  • Behandeling gericht op verminderen van de symptomen (Tot aanleggen urostoma aan toe)

Slide 7 - Tekstslide

Cystenieren
  • Erfelijke aandoening
  • Vaak als volwassene meer problemen
  • Nierfalen
  • Niertransplantatie/dialyse (70%)
  • Tolvaptan
  • Symptoombestrijding

Slide 8 - Tekstslide

Cystenieren

Slide 9 - Tekstslide

Schrompelnier
  • Aangeboren
  • Door nierschade ontstaan bijv tgv een infectie
  • Symptomen als nierinsufficientie
  • Vaak tijdens routine urine onderzoek ontdekt
  • Hoge bloeddruk
  • Behandeling; dieet, antibiotica, vochtafdrijving en evt dialyse/transplantatie

Slide 10 - Tekstslide

Schrompelnier

Slide 11 - Tekstslide

Hoe ontstaan de kristallen die nierstenen kunnen veroorzaken?
A
Indikken van het vocht
B
Afvalstoffen in de urine
C
Heel hoog natrium
D
Bloed in de urine

Slide 12 - Quizvraag

Wat is géén behandeling voor nierstenen?
A
Vergruizen
B
Dubbel J katheter
C
Medicatie
D
Urostoma

Slide 13 - Quizvraag

Stellingen nierstenen

Waar/Niet waar

  • Kleine nierstenen geven weinig klachten
  • Bij zeer eiwitrijke voeding heb je grotere kans op nierstenen
  • Nierstenen kunnen familiair bepaald zijn
  • Bij een niersteenkoliek kan je last hebben van bewegingsdrang.


Slide 14 - Tekstslide


     
     

        
          
          
  
          
          
       

        17
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       


       
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   

   
   

   
   

   
   

   
  
   
    
 
   
   
   
 
  
  
 
 
 
 
 
   
  
   
    
 
   
   
   
 
  
  
 
 
 
 
 
   
  
 

 
 
 
     
   
   
   
     
       
       
       
         
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
   

Slide 15 - Tekstslide


   
    
  
    
    
    
 

  
 
 
 
  
  
   
  
 

 
 
 
     
   
   
   
     
       
       
       
         
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
   

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Soorten nierinsufficientie
  • Acute nierinsufficientie
  • Chronische nierinsufficientie
  • Terminale nierinsufficientie

Slide 19 - Tekstslide

Oorzaken
  • Beschadiging nierweefsel
  • Onvoldoende bloedtoevoer
  • Onvoldoende urine afvoer

Slide 20 - Tekstslide

Symptomen
  • Vale huidskleur
  • Oedeem
  • Pijn
  • Hoge bloeddruk
  • Decompensatio Cordis/astma renale
  • Shocknier
  • Mictiestoornissen
  • Urineverandering
  • Uremie

Slide 21 - Tekstslide

Wat is creatinine?
A
Afbraakproduct van eiwitten
B
Afbraakproduct van calcium
C
Afbraakproduct van zuur
D
Afbraakproduct van spieren

Slide 22 - Quizvraag

Wat is ureum?
A
Afbraakproduct van eiwitten
B
Afbraak van calcium
C
Afbraakproduct van zuur
D
Afbraakproduct van spieren

Slide 23 - Quizvraag

Ureum en creatinine

Creatinine wordt door de nieren uitgescheiden. Het zegt iets over de nierfunctie.

In urine/bloed gemeten.

Ureum wordt gemaakt in de lever. Komt vrij bij verwerking van eiwitten in het lichaam. Uitgescheiden door de lever. 

Slide 24 - Tekstslide

Casus 1 Mw Wouda

Mw Wouda is 85 jaar en is al een tijdje opgenomen in het verpleeghuis in Sneek. Mw heeft in de voorgeschiedenis Diabetes Mellitus, hoge bloeddruk en hoog cholesterol en beginnende dementie.

Jij bent verpleegkundige op de afdeling van mw. Mw Wouda is ineens heel erg verward. Veel erger als daarvoor. Ook de familie van mevrouw valt dit op. Ze komen naar jou toe met de vraag hoe dit kan....


- Wat voor aanvullende gegevens wil je hebben van mw?

- Is er een redeneerhulp die jou kan helpen?

- Wat is er denk je aan de hand?


Slide 25 - Tekstslide

Casus 2 Mw de Ligt

Jij bent verpleegkundige op afdeling chirurgie in het ziekenhuis. Op jou afdeling ligt Mw de Ligt. Mw de Ligt is bekend met Diabetes Mellitus in de voorgeschiedenis en hypertensie waarvoor mw medicatie krijgt. Mw de Ligt is recent geopereerd aan een tumor in de dikke darm.

Jij doet controles bij mw en daarbij zie je dat ze een bloeddruk van 105/60 en een pols van 63sl/min heeft. Jou valt wel op dat mw maar 10cc/u plast.


Wat is belangrijke informatie in deze casus?

Kun je nog een hulpmiddel gebruiken om deze informtie te ordenen?

Welke aanvullende informatie zou je nog willen hebben?

Wat is het probleem en wat denk je dat er moet gebeuren?

Slide 26 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij een mictiecystogram?
A
Contrast in de nier, zien of de nier urine kwijt kan
B
Contrast in de blaas kijken of uitgeplast wordt.

Slide 27 - Quizvraag

Bij een DMSA onderzoek wordt gekeken naar de doorbloeding van de nieren?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Met een bladderscan kun je meten hoeveel de zorgvrager heeft geplast
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Einde
Vragen?

Slide 30 - Tekstslide