Week 6 UWI FO4

Quiz urineweginfecties en nierstenen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quiz urineweginfecties en nierstenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een retentieblaas?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn specifieke klachten bij een urineweginfectie?
A
Bloed in de ontlasting, incontinentie voor ontlasting en vaker naar het toilet moeten
B
Pijn bij het plassen, kleine beetjes plassen en vaker naar het toilet
C
Pijn bij het plassen, minder vaak plassen en plotselinge incontinentie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderliggend ziektebeeld geeft een vergrote kans op een UWI?


Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent urethra?
A
Urineleider
B
Blaas
C
Urinebuis

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je het beste urine opvangen voor de kweek?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede medische term voor een UWI?
A
Cystitis
B
Blaasontsteking
C
Urolithiasis

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderzoeken moet je doen als iemand wordt gediagnosticeerd met prostaatkanker?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Latijnse benaming van prostaatkanker?


A
E. coli
B
Carcinoma prostatae
C
Enuresis nocturne
D
Pyelonefritis

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom krijgen vrouwen vaker een blaasontsteking?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eerste behandeling van nierstenen?
A
uitplassen en pijnstillers
B
Nefrodrain
C
Water drinken

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 2 behandelmogelijkheden van een nierbekkenontsteking?


Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meest voorkomende oorzaak van een nierbekkenontsteking?

A
een blaasontsteking
B
Een aangeboren afwijking
C
Nierstenen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een niersteen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk voor nierstenen?
A
pijn aan de voorkant van het lichaam
B
pijn aan de zijkant en achterkant van het lichaam
C
pijn in de enkels

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende chirurigische ingrepen bij urologische zorgvragers

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laparoscopische pyelumplastiek
  • Bij een vernauwd pyeleum 
  • Kleine incisies in de buikwand
  •  Ureter losgemaakt van het pyelum en de vernauwing wordt verwijderd
  • Dubbel J katheter ingebracht  

Slide 17 - Tekstslide

Via een laparoscoop wordt de urether losgemaakt van het pyelum en de vernauwing wordt verwijderd. in het pyelum en de urether wordt een dubbel J catheter ingebracht  om tijdens de genezing van de ureter en het pyelum open te houden.

Een dubbel J katheter is aan de twee uiteinden gebogen en loopt na inbrengen geheel inwendig van het pyelum naar de blaas. Vervolgens wordt de ureter weer vastgemaakt in het pyelum. 

De kleine wondjes worden verbonden met kleine pleisterverbanden.
Chirurgische behandeling van stenen in de urinewegen
  • Ureterorenoscopie (URS) - via transurethrale weg worden stenen verwijderd uit de ureter tot in het nierbekken. 
  • Percutane nefrolithotripsie (PNL). -  via een cystoscoop wordt een ureterkatheter ingebracht tot in de nier. Via deze katheter wordt contrastvloeistof ingespoten om de nier tijdens de PNL zichtbaar te maken.   

Slide 18 - Tekstslide

Bij een ureterorenoscopie (URS) worden via transurethrale weg stenen verwijderd uit de ureter tot in het nierbekken. Via de urethra wordt er een ureteroscoop ingebracht. Via de scoop wordt een ureterkatheter en een speciale katheter opgevoerd tot in de ureter of nierbekken op de plek waar de steen zit. Aan het uiteinde van de katheter zit een korfje waarmee de steen gevangen en verwijderd kan worden. Ook is het mogelijk om bij grote stenen via de ureteroscoop een instrument in te brengen die de steen kapot trilt. Aan het einde van de operatie wordt een urinekatheter in de blaas gebracht. Zowel op de ureterkatheter als op de urinekatheter wordt een urinezak aangesloten.

Stenen in de nier of het pyelum kunnen behandeld worden via een percutane nefrolithotripsie (PNL). Deze techniek wordt toegepast als het via andere technieken niet mogelijk is om de stenen te verwijderen. Er wordt via een cystoscoop een ureterkatheter ingebracht tot in de nier. Via deze katheter wordt contrastvloeistof ingespoten om de nier tijdens de PNL zichtbaar te maken. Via de flank aan de aangedane zijde wordt de nier onder röntgendoorlichting aangeprikt. Over een voerdraad wordt een scoop ingebracht en onder zicht worden de stenen verwijderd. Bij grote stenen worden deze eerst kapot getrild. Aan het einde van de operatie wordt een katheter in de nier achtergelaten zodat kleine stenen en gruis afgevoerd kunnen worden. Op de katheter wordt een katheterzak aangesloten. De wond wordt verbonden met een pleisterverband.
Chirurgische behandeling van tumoren van de nier
  • nefrectomie wordt de nier in zijn geheel verwijderd

  • laparoscopische nefrectomie worden kleine incisies in de buikwand gemaakt. De nier wordt verwijderd en buiten de buik gebracht door een kleine incisie te vergroten.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pre operatieve zorg
Dag voor of op de dag van de operatie opname
Verpleegkundige zorg: 
  • algemene preoperatieve zorg; 
  • je neemt een anamnese af, controleert het medicatiegebruik en maakt de zorgvrager wegwijs op de afdeling. 
  • Je zorgt voor een operatiejasje en een polsbandje. 
  • Soms moet er nog bloed worden afgenomen. 
  • z.n. premedicatie.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postoperatieve zorg
  • Als verpleegkundige zorg:
  • Obs. urine productie, aspect urine
  •  Vitale functies meten 
  • Pijn monitoren

Slide 21 - Tekstslide

Verkoever
Blaaskatheter - observatie urineproductie en het aspect van de urine in de gaten te houden.
Wonddrain om wondvocht af te voeren.
Dag na de operatie weer met mobiliseren.


Het is belangrijk te zorgen voor optimale pijnstilling. Als een zorgvrager veel pijn heeft, gaat het hoesten en diep inademen moeilijker. Hierdoor neemt de kans op ontstaan van een pneumonie toe. 


H7. Praktijksituaties
Voer in Thiememeulenhoff eerst de groepscode in:

C85YYTER

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In twee- of drietallen
Kies een casus en werk de opdracht uit in Thiememeulenhoff

Meneer Spijker wordt aan zijn prostaat geholpen
Meneer Bot ondergaat een Brickeroperatie
Meneer Hendriks krijgt een niertransplantatie
Meneer Slingerland heeft nierstenen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies