Nieren, urinewegstelsel

Nieren en urinewegen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nieren en urinewegen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinewegstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren
  • Liggen boven/achterin de buikholte, aan weerskanten van de wervelkolom.
  • Linker nier ligt hoger dan de rechter nier .
  • Liggen beschermd en gesteund in het niervet.
  • Boven op beide nieren liggen de bijnieren (klieren die hormonen produceren. o.a. adrenaline en noradrenaline)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van de nieren?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Functie en bouw
  • Filteren afvalstoffen van stofwisselingsprocessen uit het bloed​
  • Afvoer van overtollig water, zout en schadelijke stoffen​ (vocht reguleren)

Van buiten naar binnen:
De nierschors (filters die het bloed zuiveren)
Het niermerg (verzamelbuisjes voor de geproduceerde urine)
Het nierbekken (Holte waar zich urine in verzamelt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De urinewegen
  • Nieren (ren of renes)
  • Urineleider (ureters) = urine van nier naar blaas
  • Blaas (vesica urinaria) = opslag van urine, uitscheiden van urine
  • Urinebuis (urethra) = uitscheiden van urine

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste functie van de nieren?
A
Zuiveren van bloed, regelen hoeveelheid water en zout, reguleren bloeddruk en maken hormonen,
B
Filteren het bloed
C
Maken hormonen aan
D
Zorgen voor juiste balans tussen water en bloed

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies






Nieren maken Renine aan > bij lage bloeddruk
Gevolg: bloeddruk verhoogt

Slide 9 - Tekstslide

Angiotensinogeen wordt door lever geproduceerd > dit wordt door renine omgezet in angiotensine 1. Renine wordt afgegeven als de bloeddruk te laag is
Angiotensine 1 wordt omgezet door ACE in angiotensine 2 (in nier en long). > bloeddruk stijgt en wordt hierdoor herstelt. 

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaasontsteking (UWI)
> nierbekkenontsteking
>sepsis 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meest voorkomende oorzaak van een blaasonsteking?
A
Een kort rokje dragen
B
Een bacterie
C
Te weinig drinken
D
Een virus

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Blaasontsteking (cystitis)
Symptomen:
  • pijn / brandend gevoel bij het plassen
  • vaak en kleine beetjes, loze aandrang
  • drukkend, pijn gevoel buik of onderrug
  • troebele, stinkende urine
  • (soms) bloed in de urine
  • (soms) koorts

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen opstijgende UWI
  •  hoge koorts met koude rillingen
  •  pijn in de rug ter hoogte van de nieren
  •  verschijnselen blaasontsteking, misselijkheid met braken en diarree, hoge bloeddruk
  •  rode + witte bloedcellen en bacteriën in de urine

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen sepsis
  • Koorts en koude rillingen
  • Snelle hartslag
  • Snelle, moeizame ademhaling
  • Grieperig gevoel
  • Sufheid, slaperigheid en verwardheid (delier)
  • Klachten van de infectie zelf, bijvoorbeeld pijn bij het plassen bij een blaasontsteking

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben vrouwen vaker een blaasontsteking dan mannen?
A
Vrouwen moeten vaker naar het toilet
B
Mannen hebben een korte urinebuis
C
Mannen zijn niet zo hygiënisch
D
Vrouwen hebben korte urinebuis

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nierinsufficientie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
Acuut nierfalen                                                                         Chronisch nierfalen
Lage bloeddruk                                                                         Hypertensie
Acute infectie nieren                                                              Diabetes Mellitus
Door medicatie                                                                          Aangeboren nierafwijking
Auto-immuunziekte                                                                Onbehandelde acute nierinsufficientie
Geen afvoer van urine

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn symptomen van nierinsufficientie?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen 
Accuut nierfalen                                                                                 Chronisch nierfalen
Rugpijn                                                                                                    Botpijn
Jeuk                                                                                                           Jeuk
Oedeem                                                                                                   Oedeem
Hoofdpijn                                                                                                Misselijk/ geen trek
(veel) minder plassen                                                                        Veel plassen in de nacht                                  
Hoge bloeddruk                                                                                    Later juist veel urineren
Misselijk/ geen trek                                                                             Moe/ energie verlies
Donkere urine                                                                                        Gevoelsstoornissen
Slapte/ zwakheid
Sufheid/ verminderd bewustzijn 






Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Acute nierinsufficiëntie. 
  • Complicaties 
  • hoge bloeddruk, hartaanval, beroerte, vatbaar voor infecties, maag/darmbloedingen
     
    Behandeling
  • oorzaak behandelen
  • stabiliseren van de patient en hestel nierfunctie, door bij medicatie of dialyse

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chronische nierinsufficientie
  • Complicaties 
  • bloedarmoede, botontkalking, jeuk, maagdarmklachten, menstruatieklachten, spierzwakte, kanker, psychische klachten
     
    Behandeling
  • medicatie, dialyse, transplantatie. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn je twee hoofddoelen bij dialyseren?
A
verwijderen van afvalstoffen en bloed
B
verwijderen van vocht en afvalstoffen
C
verwijderen van vocht en bloed
D
verwijderen van vocht en warmte

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 12 Wat is hematurie?
A
troebele urine
B
ruikende urine
C
bloed in de urine
D
heldere urine

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten kanker urinewegstelsel

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tumoren urinewegstelsel
Blaas
Nieren
Nierbekken
Urineleider
Prostaat 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaaskanker
* Verzamelnaam van alle soorten kanker die in de blaas voorkomen.
* Er zitten 1 of meerdere kwaadaardige carcinomen  in de blaas.

 2 verschillende soorten
- Niet spierinvatieve tumor, hierbij vormt de tumor zich in het blaasslijmvlies of bindweefsellaag en is niet doorgegroeid in de spierlaag eronder.
- Spierinvasieve tumor, hierbij is het carcinoom wel doorgegroeid tot in de spierlaag van de blaas.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prostaatkanker
Jaarlijks wordt er in Nederland bij meer dan 10.000 mannen prostaatkanker vastgesteld. In meer dan 70% van de gevallen gaat het om mannen van 65+.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klachten prostaatkanker

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Klachten/symptomen
- De urinestraal wordt minder krachtig
- Het duurt even voordat de eerste plas komt
- Kort achter elkaar weer moeten plassen en weinig urine per plas
- Nadruppelen
- Het gevoel hebben dat de blaas niet leeg wordt (residugevoel)
- Soms een branderig gevoel tijdens het plassen
- Moeilijk de plas op kunnen houden, soms zelfs helemaal niet
- ’s Nachts enkele keren uit bed moeten om te plassen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies