3.3 Woorden anoniemen, voor-achtervoegsel

Lezen
timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Wij gaan het hebben over antoniemen. Een voorbeeld van antoniemen zijn: wit, zwart / groot, klein. Wat denk je dat een antoniem is?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Wat is een antoniem van zon ?
A
Zonnestralen
B
Warmte
C
Regen
D
Strand

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een antoniem van groot?
A
Dun
B
Klein
C
Lang
D
Dik

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het antoniem van luxe?
A
Spartaans
B
Goedkoop
C
Klein
D
Bescheiden

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het antoniem van bescheiden?
A
Verlegen
B
Assertief
C
Agressief
D
Boos

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het antoniem van een niet-roker?
A
Een roker die gestopt is
B
Een roker
C
Iemand die begint met roken

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een antoniem van interesse?
A
Geïnteresseerd
B
Boeiend
C
Desinteresse
D
Oplettendheid

Slide 9 - Quizvraag

Woorden met een tegengestelde betekenis noem je synoniemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Woorden met een tegengestelde betekenis noem je antoniemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Kunnen voorvoegsels en achtervoegsels als een los woord voorkomen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Het achtervoegsel -loos betekent....
A
Min
B
Groot
C
Negatief
D
Zonder

Slide 13 - Quizvraag

Voorvoegsel
Een voorvoegsel is een woorddeel dat je vóór een woord plakt om de betekenis (of de functie) van dat woord te veranderen.

Een voorvoegsel kun je niet los gebruiken.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden van voorvoegsels:

    aarts- : aartslui, aartsconservatief
    ver- : verbouwen, verkopen
    on- : ongunstig, oneerlijk
    ont- :  ontmoedigen, onteigenen
    her- : herexamen, heroverwegen
    wan- : wanorde, wansmaak
    oud- : oud-trainer
    
    be- : berekenen, beschrijven
    oer- : oeroud, oermoeder
    niet- : niet-roker

l
 

Slide 15 - Tekstslide

Latijnse en Griekse voorvoegsels:
    a- : asociaal
    de- : deëscaleren
    pre- : prefabriceren, preïndustrieel
    pro- : pro-Amerkaans, prowesters, proactief
    non- : non-fictie
    semi- : semi-transparant
    ex- : ex-voorzitter
    vice- : vice-premier
    micro- : micromanagement
  
    t

Slide 16 - Tekstslide

Achtervoegsel
Een achtervoegsel is een woorddeel dat je achter een woord plakt om de betekenis (of de functie) van dat woord te veranderen.

Een achtervoegsel komt niet als afzondelijk woord voor.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe vond ik de les?

Slide 18 - Woordweb