09 - Stijlfiguren

Stijlfiguren
Taalverzorging §C2
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren
Taalverzorging §C2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat stijlfiguren zijn; 
- wat we onder de stijlfiguren repetitio, anafoor, tricolon, climax, anticlimax, eufemisme, hyperbool en understatement verstaan; 
- hoe we deze stijlfiguren kunnen herkennen. 

Slide 2 - Tekstslide

Stijlfiguren
Elke schrijver heeft zijn eigen manier van schrijven: de schrijfstijl.

Sommige schrijvers houden ervan om voorbeelden te gebruiken, anderen overdrijven graag en weer anderen vinden het leuk om dingen minder groot voor te stellen dan ze zijn.

Sommige van deze 'trucjes' noem je stijlfiguren.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Herhalingen en opsommingen
Er zijn verschillende vormen van herhalingen die een 'vaste' stijlfiguur vormen:

- de repetitio: een bepaald woord wordt één of meerdere keren herhaald;
- de anafoor: hetzelfde woord of dezelfde woordgroep komt aan het begin van opeenvolgende zinsdelen voor;
- de tricolon: een opsomming die uit drie onderdelen bestaat;
- de climax: een soort opsomming, waarbij de onderdelen steeds 'groter' worden
- de anticlimax: een climax. die gevolgd wordt door een 'bummer'. 

Slide 5 - Tekstslide

Benoem de stijlfiguren (pagina 302)

- De nieuwe politieke partij kwam, de partij zag, de partij… verloor in de verkiezingen.
- Hij werd kwaad, woedend, nee.. witheet toen hij een bekeuring had gekregen.
- De finale van het Songfestival zorgde voor strijd, spanning en spektakel.
- Het is zijn keuze, het is zijn weg, het is zijn leven.
- Daar heb ik gewoond, daar wil ik sterven, daar wil ik begraven worden. 

Slide 6 - Tekstslide

Hyperbool, understatement, eufemisme
Er zijn ook stijlfiguren waarmee je dingen 'op kunt blazen' of juist een stuk minder indrukwekkend kunt maken. 

Dit zijn de hyperbool, het understatement en het eufemisme. 

Slide 7 - Tekstslide

Overdrijvingen en nuanceringen
- Eufemisme (verzachtende uitdrukking):  We hebben de kat laten inslapen. 
- Hyperbool (overdrijving): Dat heb ik nu al duizend keer gezegd...
- Understatement (afgezwakte uitdrukking) Hij had wel een mazzeltje toen hij in de Postcodeloterij tien miljoen won. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1, 3 en 4 op pagina 304. 

Slide 10 - Tekstslide