H5 §4 machtige koningen

H5 §3
De Gouden Eeuw
Welkom!


1MH
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H5 §3
De Gouden Eeuw
Welkom!


1MH

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt uitleggen wat het betekent als een koning absolute macht heeft.
  • Je kunt uitleggen op welke twee manieren sommige koningen meer macht probeerden te krijgen.
  • Je kunt uitleggen dat de Republiek op het gebied van geloof en bestuur anders was dan de meeste Europese landen in de 17e eeuw.
Planning
  • Terugblik en voorkennis
  • Absolute macht
  • Lodewijk XIV, de Zonnekoning
  • Paleis Versailles
  • Andere koningen
  • De Republiek
  • Huiswerk
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek. Vertegenwoordigers van de zeven gewesten kwamen regelmatig bij elkaar in Den Haag om te vergaderen. Elk gewest mocht een stadhouder benoemen. Meestal benoemden de zeven gewesten dezelfde stadhouder.

Slide 3 - Tekstslide

Absolute macht
In de Republiek hadden rijke burgers de macht, maar in andere landen regeerde in de 17e eeuw een koning.
  • Monarchie: Een land met een koning
  • Erfelijke positie

  • Willen meer macht en een centraal bestuur
  • Absolute macht! (Absolutisme)
  • Alle macht in handen van één persoon

Slide 4 - Tekstslide

Absolute macht
  • Franse koning Lodewijk XIV was de eerste, hij regeerde vanuit Versailles.
  • Hij overlegde met ministers, maar nam zelf alle besluiten
  • Hij was het middelpunt van de macht en noemde zich de 'Zonnekoning'
  • Adel mocht aanwezig zijn bij alles wat de koning deed (wakker worden, wassen, aankleden).                             Dit wilden ze graag, want dan was je bij de koning en kon je misschien invloed hebben op zijn besluiten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Tekst
Lodewijk XIV vergrootte zijn macht op 2 manieren
  • Hij was overtuigd dat God hem de macht had gegeven om als vader voor zijn volk te zorgen.                       Iedereen moest Katholiek zijn, Protestantisme werd verboden. Je mocht ook geen kritiek op hem hebben.
  • Hij verkleinde de macht van de adel. Ambtenaren moesten hem helpen in het bestuur.                                       Hij richtte ook een goed bewapend en getraind leger op. Op die manier minder afhankelijk van de adel.   Machtige edellieden moesten in zijn paleis komen wonen, zo kon hij een oogje in het zeil houden.

Slide 10 - Tekstslide

Frederik Willem I van Pruisen
- Dienstplicht invoeren
- Absolute macht
Peter de Grote Keizer van Rusland
- Economie verbet.
- Belastingen heffen -> ambtenaren en soldaten inhuren

Slide 11 - Tekstslide

De Republiek
  • Een bijzonder land om 3 redenen
  1. Rijke burgers hadden de macht, en niet een koning
  2. Geen centraal bestuur. Elk gewest had eigen wetten, rechtspraak en belastingen
  3. Er was verdraagzaamheid. Je werd niet vervolgd om je geloof of mening.*
  • *Betekend niet dat elk geloof even belangrijk was: Protestanten belangrijkst, alleen zij mochten in het bestuur

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Zelfstandig werken

§3 opdracht 1, 3, 4, 5, 7, 8, 9 (havo 6, 10)
Schriftelijk leren (opdracht 11 §4)



HW controleren steekproef


Slide 13 - Tekstslide