§3.1: Machthebbers in Europa

§3.1 Machthebbers in Europa
Met een 120.000 man sterke legermacht viel de Franse koning Lodewijk XIV op 12 juni 1672 Nederland binnen. De Vlaamse schilder Van der Meulen legde, ter verheerlijking van Lodewijk XIV, het krijgsverloop vast. Daarbij schuwde hij onjuistheden niet: de koning – hier op een witte schimmel – verbleef op het moment van de oversteek in een klooster verderop.
H3 REGENTEN EN VORSTEN
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§3.1 Machthebbers in Europa
Met een 120.000 man sterke legermacht viel de Franse koning Lodewijk XIV op 12 juni 1672 Nederland binnen. De Vlaamse schilder Van der Meulen legde, ter verheerlijking van Lodewijk XIV, het krijgsverloop vast. Daarbij schuwde hij onjuistheden niet: de koning – hier op een witte schimmel – verbleef op het moment van de oversteek in een klooster verderop.
H3 REGENTEN EN VORSTEN

Slide 1 - Tekstslide

§3.1: Machthebbers in Europa
In deze paragraaf leer je:
  • hoe de Franse koning het Franse gebied uitbreidde
  • hoe de Franse koning zijn binnenlandse macht vergrootte
  • hoe de Engelse koning minder machtig werd
  • hoe Nederland werd bestuurd
  • welke positie de stadhouders hadden





Slide 2 - Tekstslide

Franse verovering
  • Lodewijk XIV was koning van Frankrijk van 1643 tot 1715.
  • Door veroveringen breidde hij het Franse gebied uit en werd hij de machtigste koning van Europa.
  • Het leger van Lodewijk viel in 1672 ook Nederland binnen.



Slide 3 - Tekstslide

Binnenlandse macht
Lodewijk XIV vond dat hij zijn macht van God (droit devin) had gekregen en streefde naar absolutisme.

Om dit te bereiken
  • beperkte hij de macht van edelen en steden
  • bouwde hij een groot leger op
  • schafte hij de rechten van hugenoten af
Voortaan moest iedereen doen wat Lodewijk zei. Zijn ministers mochten hem alleen advies geven.
Het streven van vorsten naar absolute macht is een kenmerkend aspect van de tijd van regenten en vorsten.



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

De Engelse koning
Ook in Engeland streefde men naar absolute macht
1649: na een burgeroorlog wordt koning Karel I openbaar onthoofd 
  • Engeland wordt een Republiek
  • 1660: Monarchie wordt hersteld ==> Karel II wil ook absolute macht
  • 1685: Jacobus II ==> absolute macht en katholiek ==> Hierdoor protestantse edelen in opstand ==>  wordt vervangen door Willem III

Slide 7 - Tekstslide

De Engelse koning
In 1689 werd de Nederlandse prins Willem III van Oranje koning van Engeland. Hij en zijn opvolgers moesten voortaan toestemming van het parlement hebben voor belangrijke besluiten.
  • Koning en parlement delen soevereiniteit => ondertekening Bill of Rights
  • De vorst verloor het recht om wetten van het parlement op te schorten of nietig te verklaren en om buiten het parlement om nieuwe belasting op te leggen. 
  • ==>Glorious Revolution (1688-1689)

Slide 8 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek
  • De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was de naam van Nederland in de tijd van regenten en vorsten: zesde tijdvak (1600-1700).
  • De Republiek bestond toen uit zeven zelfstandige gewesten die samenwerkten in de Staten-Generaal.


Slide 9 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek
  • De bestuurders in steden, gewesten en Staten-Generaal werden regenten (bestuurders) genoemd.
  • Deze mannen kwamen uit de adel en de rijke burgerij en vormden een oligarchie: regering van een kleine groep.
  • Het burgerlijk bestuur in Nederland is een kenmerkend aspect van de tijd van regenten en vorsten.




Slide 10 - Tekstslide

De positie van de stadhouder
  • In Engeland was de Nederlandse prins Willem III van Oranje de koning, maar in de Republiek was hij de stadhouder.
  • De stadhouders kwamen vanaf het begin van de Republiek uit het Huis van Oranje en ze hadden vrij veel macht.
  • De samenwerking met de andere regenten verliep niet altijd goed. Sommige stadhouders streefden naar meer macht. Daarom benoemden de regenten van 1650 tot 1672 geen stadhouder.

    (Stadhouderloos Tijdperk)



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De positie van de stadhouder
Stadhouder Maurits was opperbevelhebber van leger en vloot ==> stond in dienst van de Staten van de zeven gewesten. 
  • Raadspensionaris van Oldenbarnevelt werkte eerst goed samen met Maurits, maar verschilde later van mening
  • Mening Oldenbarnevelt: ieder gewest had volledige soevereiniteit en daarmee verantwoordelijkheid voor rust en eenheid. 
  • 1618: Oldenbarnevelt wordt gevangen genomen en veroordeeld
Terechtstelling van Oldenbarnevelt
Prins Maurits liet op 29 augustus 1618 Johan van Oldenbarnevelt arresteren op verdenking van hoogverraad. Johan van Oldenbarnevelt werd op 12 mei 1619 door de rechtbank ter dood veroordeeld. Hij werd een dag na zijn veroordeling op het Binnenhof in Den Haag onthoofd.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Leg uit dat de Republiek op het gebied van geloof en bestuur anders was dan de meeste Europese landen in de 17e eeuw
De Republiek was om een aantal redenen een bijzonder land.
  • Ten eerste hadden in de Republiek rijke burgers de macht, en niet een koning.
  • Ten tweede had de Republiek geen centraal bestuur. De zeven gewesten namen elk hun eigen besluiten over wetten, rechtspraak en belastingen.
  • Ten derde was er in de Republiek verdraagzaamheid. Je werd niet vervolgd als je een ander geloof had of een andere mening dan de meeste mensen. Dat betekende niet dat in de Republiek elk geloof even belangrijk was. Protestanten waren het belangrijkst. Alleen zij mochten in het bestuur.

Slide 15 - Tekstslide