Grammatica zinsdelen en woordsoorten hoofdstuk 1 t/m 4 brugklas
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Die leuke broek heeft Zara bij H&M gekocht.
Slide 3 - Open vraag
Mijn broer reed met zijn scooter door een rood verkeerslicht.
Slide 4 - Open vraag
Welke reclame heeft vorig jaar een prijs gewonnen?
Slide 5 - Open vraag
In deze scheurkalender kun je elke dag een leuk weetje lezen.
Slide 6 - Open vraag
Apa Sherpa stond al 21 keer op de top van de Mount Everest.
Slide 7 - Open vraag
Wil jij morgenochtend op mij wachten?
Slide 8 - Open vraag
Ken kan op zijn nieuwe keyboard zijn favoriete muziek spelen.
Slide 9 - Open vraag
Onze nieuwe tafel weegt 30 kilo.
Slide 10 - Open vraag
In de kerstvakantie heeft Maya haar vriendinnen elke dag gezien.
Slide 11 - Open vraag
Welke taart ben je aan het maken?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
De docent geloofde niet dat Mary haar werkstuk zelf had gemaakt.
de: geloofde:
docent: zelf:
de: geloofde:
docent: zelf:
Slide 15 - Open vraag
Die man wil ons plastic troep verkopen.
die: troep:
plastic: verkopen:
die: troep:
plastic: verkopen:
Slide 16 - Open vraag
Wie heeft dat prachtige boek geschreven?
wie: boek:
dat: geschreven:
prachtige:
wie: boek:
dat: geschreven:
prachtige:
