In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
L5: Het voorzetselvoorwerp
Slide 1 - Tekstslide
Ik ben verdikt, ik moet zoals dat heetdaar iets …………….. doen ik moet dus op dieet,dat is nu juist iets waar ik ………………. bendat is nu juist iets, iets waar ik niets ………. ken
……………… geen chocola meergeen friet …………… mayonaisealleen nog sla en wortels ……………… radijs
Konijneneten - Bart Peeters
aan
tegen
van
met
van verdikt, ik moet zoals dat heetdaar iets …………….. doen ik moet dus op dieetdat is nu juist iets waar ik ………………. bendat is nu juist iets, iets waar ik niets ………. ken
……………… geen chocola meergeen friet …………… mayonaisealleen nog sla en wortels ……………… radijs
met
Slide 2 - Sleepvraag
Welk soort woorden vulde je telkens in?
A
lidwoorden
B
zelfstandige naamwoorden
C
werkwoorden
D
voorzetsels
Slide 3 - Quizvraag
Voorzetsels kunnen we in twee soorten opsplitsen. Wat is het verschil tussen de volgende zinnen? 1.Het eten staat naast de chips. 2. Hij snakt naar chips.
Slide 4 - Open vraag
'gewone' voorzetsels
vaste voorzetsels
Geeft aan waar zaken zich ten opzichte van elkaar bevinden.
Hangt vast aan werkwoord.
Slide 5 - Tekstslide
... zijn 21ste volgt Jeroen Ronny Désiron op als chef in Le Fil in Leuven.
Slide 6 - Open vraag
Nog ... zijn studie werkte hij in een sterrenrestaurant.
Slide 7 - Open vraag
Jeroen Meus houdt ... koken.
Slide 8 - Open vraag
Hij vatte post ... het fornuis van restaurant Boardroom in Heverlee.
Slide 9 - Open vraag
Waarom kan je niet in alle zinnen verschillende voorzetsels inpassen?
Slide 10 - Woordweb
'AAN ONS bezorgde de koerier de verkeerde pizza's.' Het eerste woord is een voorzetsel.
Juist
Fout
Slide 11 - Poll
'AAN ONS bezorgde de koerier de verkeerde pizza's.' Dat voorzetsel past bij het hoofdwerkwoord.
Juist
Fout
Slide 12 - Poll
'AAN ONS bezorgde de koerier de verkeerde pizza's.' Je kan het voorzetsel weglaten.
Juist
Fout
Slide 13 - Poll
'AAN ONS bezorgde de koerier de verkeerde pizza's.' Welk zinsdeel?
Slide 14 - Open vraag
'We hebben ons natuurlijk snel BIJ DAT LUXEPROBLEEM neergelegd. Het eerste woord is een voorzetsel.
Juist
Fout
Slide 15 - Poll
'We hebben ons natuurlijk snel BIJ DAT LUXEPROBLEEM neergelegd.' Dat voorzetsel past bij het hoofdwerkwoord.
Juist
Fout
Slide 16 - Poll
'We hebben ons natuurlijk snel BIJ DAT LUXEPROBLEEM neergelegd.' Je kan het voorzetsel weglaten.
Juist
Fout
Slide 17 - Poll
We hebben ons natuurlijk snel BIJ DAT LUXEPROBLEEM neergelegd.' Welk zinsdeel?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
! Voorzetselvoorwerp is een onderdeel van zinsleer!
(Je moet dit dus in een zin kunnen benoemen, net zoals het onderwerp, de PV, het LV, de BWB...)
Slide 20 - Tekstslide
Voorzetselvoorwerp? Op school namen we deel aan een experiment van de universiteit.
A
namen we deel
B
aan een experiment van de universiteit
C
namen we deel aan
D
van de universiteit
Slide 21 - Quizvraag
Voorzetselvoorwerp? De onderzoekers hebben naar onze eetgewoonten gevraagd.
A
de onderzoekers
B
hebben gevraagd
C
naar onze eetgewoonten
D
naar onze eetgewoonten gevraagd
Slide 22 - Quizvraag
Voorzetselvoorwerp? Nu kan dat hele team zich in onze schrijfsels gaan verdiepen.
A
kan verdiepen
B
dat hele team
C
in onze schrijfsels
D
gaan verdiepen
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Woordgroep + vast voorzetsel? 'Na duiding in het journaal: vleeseters, veganisten, milieu, boeren zijn blij met #kweekvlees.'
Slide 25 - Open vraag
Voorzetselvoorwerp? 'Na duiding in het journaal: vleeseters, veganisten, milieu, boeren zijn blij met #kweekvlees.'
A
na de duiding
B
vleeseters, veganisten, milieu, boeren
C
zijn blij met
D
met #kweekvlees
Slide 26 - Quizvraag
Woordgroep + vastvoorzetsel? 'We zullen meer aandacht moeten besteden aan de ontwikkeling van kweekvlees.'
Slide 27 - Open vraag
Voorzetselvoorwerp? 'We zullen meer aandacht moeten besteden aan de ontwikkeling van kweekvlees.'
A
zullen besteden
B
aandacht besteden
C
aan de ontwikkeling van kweekvlees
D
we
Slide 28 - Quizvraag
Woordgroep + vast voorzetsel? 'Sommige mensen hebben echt geen oren naar degelijke argumenten.'
Slide 29 - Open vraag
Voorzetselvoorwerp? 'Sommige mensen hebben echt geen oren naar degelijke argumenten.'
A
sommige mensen
B
hebben
C
naar degelijke argumenten
D
geen oren naar
Slide 30 - Quizvraag
Woordgroep + vast voorzetsel? 'Ik worstel nog steeds met het idee van vlees uit een laboratorium.'
Slide 31 - Open vraag
Voorzetselvoorwerp? 'Ik worstel nog steeds met het idee van vlees uit een laboratorium.'
A
ik
B
worstel nog steeds
C
met het idee van vlees uit een laboratorium
D
uit een laboratorium
Slide 32 - Quizvraag
Twittergebruikers klagen de laatste dagen ...
Slide 33 - Open vraag
Vijf internationale bedrijven doen mee ...
Slide 34 - Open vraag
De nieuwe hamburger lijkt ...
Slide 35 - Open vraag
De onderzoekers slaagden er ...
Slide 36 - Open vraag
Wie weet, geven jij en je vrienden je komende zomer over ...