Deze les is een introductie bij het nieuwe onderdeel voor Lezen (H3 en H4) over argumentatie. Lees de uitleg, bekijk het filmpje en maak de vragen. Succes!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Argumentatie
Deze les is een introductie bij het nieuwe onderdeel voor Lezen (H3 en H4) over argumentatie. Lees de uitleg, bekijk het filmpje en maak de vragen. Succes!
Slide 1 - Tekstslide
Waarom is het belangrijk over argumentatie
te leren?
Argumenten zijn overal. Van je leraar overtuigen dat je echt wel een beter cijfer hebt verdiend tot je toekomstige werkgever duidelijk maken dat jij de perfecte kandidaat voor het baantje bent. Door argumentatie te begrijpen leer je beter je mening vormen en hoe je die kunt onderbouwen.
Je leert kritisch lezen en luisteren: niet alles wat je leest of hoort is waar, soms is het alleen een mening van de schrijver.
Slide 2 - Tekstslide
Standpunt
In een overtuigende tekst probeert een schrijver je te overtuigen van zijn standpunt: zijn mening over iets.
Bijvoorbeeld:
Het openbaar vervoer moet goedkoper worden.
Slide 3 - Tekstslide
Argument
Een standpunt wordt onderbouwd met argumenten: zo legt de schrijver uit waarom hij een bepaald standpunt heeft.
Bijvoorbeeld: Het openbaar vervoer moet goedkoper worden (standpunt), omdat hierdoor minder files zullen ontstaan (argument).
Slide 4 - Tekstslide
Het was geen leuk festival, want een flesje water kostte wel vijf euro.
Het was geen leuk festival is een:
A
Standpunt
B
Argument
Slide 5 - Quizvraag
De besmettingsgraad is nog steeds hoog, dus het coronavaccin moet verplicht worden.
De besmettingsgraad is nog steeds hoog is een:
A
Standpunt
B
Argument
Slide 6 - Quizvraag
Aangezien hij zijn fiets heeft schoongemaakt, wil hij die nu niet vuilmaken.
Aangezien hij zijn fiets heeft schoongemaakt is een:
A
standpunt
B
argument
Slide 7 - Quizvraag
Arjen Lubach - Vlees
Bekijk het filmpje in de volgende slide en denk na over de volgende vragen. Na het filmpje volgt hier een vraag over.
1. Wat is het standpunt in dit filmpje?
2. Wat zijn de argumenten?
3. Zijn de argumenten feitelijk of waarderend?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
1. Wat is het standpunt in dit filmpje? 2. Wat zijn de argumenten? 3. Zijn de argumenten feitelijk of waarderend?