Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
*Toets werkwoordspelling
Toets werkwoordspelling
Grammatica 3
1. Persoonsvorm tt
2. Persoonsvorm vt
3. Voltooid en onvoltooid deelwoord
4. Engelse werkwoorden
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Toets werkwoordspelling
Grammatica 3
1. Persoonsvorm tt
2. Persoonsvorm vt
3. Voltooid en onvoltooid deelwoord
4. Engelse werkwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Hij (geloven, tt) mij niet.
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
Slide 2 - Quizvraag
Wat (vinden, tt) je van mijn nieuwe schoenen?
A
vind
B
vindt
C
vint
Slide 3 - Quizvraag
De jongens (ontmoeten, tt) elkaar op het voetbalveldje.
A
ontmoete
B
ontmoeten
C
ontmoette
D
ontmoetten
Slide 4 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De (ontslaan) medewerker zoekt nu een nieuwe baan.
Slide 5 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De rechtbank besloot beide verdachten tegelijk te (berechten).
Slide 6 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Pak nu onmiddellijk je boek en (houden) je mond.
Slide 7 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Gisteren (luiden, vt) de voorspelling nog regen en storm, maar nu schijnt de zon.
Slide 8 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Hardop (denken) liep Frits door het park.
Slide 9 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De fotograaf (vergroten, vt) vorige week de foto.
Slide 10 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Het (verbazen, tt) me steeds weer dat er altijd wat moois bloeit in hun tuin.
Slide 11 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Dat er ook 's winters iets in de tuin bloeit, heeft me altijd (verbazen).
Slide 12 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
(raden) je vriend nu wel het juiste antwoord?
Slide 13 - Open vraag
Vorige week (verbranden) de politieagenten de gevonden drugs.
Slide 14 - Open vraag
Wat (gebeuren) hier allemaal?
Slide 15 - Open vraag
Mijn broer heeft heel hard (racen) om op tijd op school te zijn.
Slide 16 - Open vraag
Mijn vriendin heeft vroeger heel veel (hockeyen).
Slide 17 - Open vraag
Voor de lockdown (coachen) hij de junioren.
Slide 18 - Open vraag
De (verkleden) meisjes zagen eruit als clowns.
Slide 19 - Open vraag
(Worden) je nooit moe van al dat gezeur?
Slide 20 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (verven) deur
Slide 21 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (verbreden) boulevard
Slide 22 - Open vraag
De relschopper beloofdt dat hij zijn gedrag verbeterd.
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Zij vinden dat ze wel een snoepje hebben verdiend.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Wie weet wat er vanavond gebeurd is?
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Monica beweerd dat ze snel verbrand in de zon.
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Herhaling werkwoordspelling 3F
Januari 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Oefentoets werkwoordspelling
Maart 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
*Toets werkwoordspelling
Juni 2022
- Les met
41 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat les 4 - WW spelling
Maart 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling
Maart 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
werkwoordspelling/ verklein en meervoud samenstelling
December 2023
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
toets ww
Februari 2022
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets werkwoordspelling
December 2020
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3