Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
14 09 lw zn en bn en toetsje ow, pv, wg
THV 1L
Welkom
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
THV 1L
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Wat neem je iedere les mee?
Boek NN
Eigen leesboek
Schrift met huiswerk
Laptop als dat in Magister staat
Slide 2 - Tekstslide
Lekker lezen
timer
13:00
Slide 3 - Tekstslide
Programma vandaag
Zelf lezen
Quiz
Grammatica: zelfstandig nw, lidwoord en bijvoeglijk naamwoord
Huiswerk bespreken
Zelfstandig werken
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van de les heb je geoefend met het vinden van
lidwoord,
zelfstandig naamwoord en
bijvoeglijk naamwoord
en heb je pv, zinsdelen, ow en wg herhaald
Slide 5 - Tekstslide
WG
WG =
PV en alle ww
ook 'te' en 'aan het' tellen mee! (b.v.: "ik ben aan het fietsen")
"Zaten ze te gamen?"
"Ik nodig al mijn vrienden uit"
Slide 6 - Tekstslide
ONDERWERP:
Met een klapschaats rijden schaatsers tienden van seconden sneller.
A
met een klapschaats
B
schaatsers
C
tienden van seconden
Slide 7 - Quizvraag
ONDERWERP
Op zoek naar eten breken beren vaak
auto's en caravans open.
A
beren
B
op zoek naar eten
C
auto's en caravans
Slide 8 - Quizvraag
PERSOONSVORM
Een kapotte telefoon is bij mij al vaker gebeurd.
A
gebeurd
B
is
C
vaker
Slide 9 - Quizvraag
PERSOONSVORM
Meestal word ik door mijn ouders
opgehaald na het sporten.
A
word
B
opgehaald
C
word opgehaald
Slide 10 - Quizvraag
PERSOONSVORM
Welk woord zou het meest gebruikt worden in het Nederlands?
A
Welk
B
worden
C
zou
Slide 11 - Quizvraag
WG
Ik zou dat graag
willen doen.
A
zou doen
B
zou willen
C
zou willen doen
Slide 12 - Quizvraag
WG
Johan heeft zijn vriend uit kunnen zwaaien.
A
heeft
B
heeft uit kunnen zwaaien
C
heeft kunnen zwaaien
Slide 13 - Quizvraag
WG
De meiden zijn aan het voetballen.
A
zijn
B
zijn aan het voetballen
C
zijn voetballen
Slide 14 - Quizvraag
Huiswerk van 7 en 14 sept.
nakijken
opdracht 1 t/m 3 van pag. 29, zie bijlage voor de antwoorden. Stel je vraag in de les als je je fout(en) niet begrijpt
maken
opdracht 1, hoofdstuk 2, pag. 58. Lees vooraf de theorie over het onderwerp
maken
opdracht 1 en 2, hoofdstuk 3, pag. 88. Lees vooraf de theorie over het werkwoordelijk gezegde
lezen
theorie over zelfstandige naamwoorden (niet over lidwoorden), hoofdstuk 1, pag. 30.
Slide 15 - Tekstslide
Is het onderstreepte deel een zd?
De meeste mensen blijken zich
in het verkeer
vrij netjes te gedragen.
Volgens het Rode Kruis waren de berichten
uit de verwoeste stad
alarmerend.
Slide 16 - Tekstslide
Zoek pv en ow
Aan mijn moeder geef ik deze week een doos bonbons.
De groep padvinders werd door de politie gevonden.
Slide 17 - Tekstslide
Soms is wg een ww. uitdrukking:
figuurlijke
betekenis!
Hij
sloeg
het advies
in de wind.
Met een spiekbriefje
val
je al snel
door de mand.
Slide 18 - Tekstslide
Gramm. zinsdelen
:
je kijkt bv. naar "wie de baas is" in de zin =
redekundig
pv
onderwerp
wg
lijdend voorwerp
...
Gram. woordsoorten
:
je geeft elk los woord "een naam" =
taalkundig
lidwoord
zelfst. nw
bijv. nw
....
Slide 19 - Tekstslide
Hoeveel zelfst. nw tel je?
De zomer is voorbij. De bladeren verkleuren en Michael fietst al vaak door de donkere avond.
Slide 20 - Tekstslide
Hoeveel zelfst. nw tel je?
De
zomer
is voorbij. De
bladeren
verkleuren en
Michael
fietst vaak door de donkere
avond
.
Slide 21 - Tekstslide
Wat weet je over het zn?
duidt mens, dier, plant, ding of gevoel aan
eigennaam is ook zn
heeft meestal enkelvoud en meervoud
kan meestal verkleinwoord krijgen
kan bijna altijd een lidwoord krijgen
Slide 22 - Tekstslide
Zelfst. nw? Ga staan!
bizar
Utrecht
kleintje
debatteren
Slide 23 - Tekstslide
Hoeveel lidwoorden tel je?
De zomer is voorbij. Het regent regelmatig. De dagen worden korter.
Slide 24 - Tekstslide
Hoeveel lidwoorden tel je?
De
zomer is voorbij. Het regent regelmatig.
De
dagen worden korter.
Slide 25 - Tekstslide
Lidwoord
hoort altijd bij een....
.....zelfstandig naamwoord (zn)
Slide 26 - Tekstslide
Welke bn in deze zinnen?
De grote boze wolf maakte vreemde sprongen toen de jager op hem af kwam. Al snel verstopte hij zich achter een brede boom.
Slide 27 - Tekstslide
Welke bn in deze zinnen?
De
grote
boze
wolf maakte
vreemde
sprongen toen de
stoere
jager op hem af kwam.
Al snel verstopte hij zich achter een
brede
boom.
Waarom is 'snel' geen bn?
Slide 28 - Tekstslide
Wat weet je over het bn?
zegt iets over zn: stoer, lief, groen
meestal vóór het zn
korte vorm (geen e) en lange vorm (met e)
stoffelijk: gouden, plastic: één vorm
bijv.gebruikt volt dw: de gewonnen wedstrijd
Slide 29 - Tekstslide
Zelfstandig werken & huiswerk
opdracht 1 en 2 maken, pag. 30-31
opdracht 1 en 3 maken, pag. 60
printje lezen over pers. en bez.vnw
timer
20:00
Slide 30 - Tekstslide
Dit
was
een
leuke
les
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les brugklas ldw, zn, bvn
September 2019
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
12 04 2022 zn, bv en lw en presentaties
April 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
LW,ZN, OW en WG
Juni 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
week 19
April 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
17/4 LnH grammatica en poezie
April 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatica - Herhalen - Bijspijkeren 1.5 + 3.6 + 3.7
Januari 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
(1) ZN en LW
Februari 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordsoorten: ww, zn, lw, bn, vz
September 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1