Les 69/70 KERN kader/basis leerjaar 3

Fictie 


Les 69/70
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fictie 


Les 69/70

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is fictie?
A
Waargebeurde verhalen
B
Verzonnen verhalen

Slide 3 - Quizvraag

Verhaalfiguren noemen we ook wel .....
A
figuren
B
personen
C
personages
D
mensen

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Tijd

Slide 8 - Tekstslide


LESDOEL:
- Je leert wat verteltijd en vertelde tijd is en wat versnellen en vertragen is.
- Je leert hoe sprongen in de tijd een verhaal spannender maken


Slide 9 - Tekstslide

Vertelde tijd en verteltijd

Slide 10 - Tekstslide

Wat is verteltijd, denk je?

Slide 11 - Woordweb

Verteltijd
Verteltijd is de tijd die nodig is om een verhaal te vertellen. 

In een film is dit het aantal minuten dat een film duurt. 

In een boek benoem je het aantal bladzijdes

'De verteltijd van Oorlogswinter is  176 bladzijdes.'

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de vertelde tijd?

Slide 13 - Woordweb

Vertelde tijd
De tijd die in een verhaal voorbijgaat, noem je de vertelde tijd.

De vertelde tijd in verhalen kan wisselen van slechts een paar uur tot tientallen jaren.

Slide 14 - Tekstslide

Tijd versnellen of vertragen 
Versnellen: als je in een paar zinnen een hele dag, hele week of zelfs een heel jaar (of nog langer) beschrijft
Vertragen: als je juist heel precies elke gedachte, beweging, gebeurtenis beschrijft. (Vooral bij spannende stukken)  

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waarom past een schrijver vertraging toe?

Slide 17 - Open vraag

Flashback

Slide 18 - Tekstslide

Flashforward
Bij een 'flashforward krijgt de lezer/kijker een vooruitblik over wat er later in het verhaal gaat gebeuren. Hierdoor wil de lezer/kijker graag precies weten hoe het zit en zal verder lezen.

Slide 19 - Tekstslide

Chronologisch
Volgorde in tijd



Niet-chronologisch
Flashback en flashforward



Slide 20 - Tekstslide

Wat is de verteltijd?

Slide 21 - Open vraag

Zelf aan de slag!
  • Nu mag je zelf aan de slag.

  • Blz. 142-143 Maak opdracht: 3, 4, 6, 8

  • Blz. 144-145 Maak opdracht:  4,5, 6, 7,8 
     

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Ik heb de lesstof begrepen
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Welk onderdeel vind ik
makkelijk?

Slide 25 - Woordweb

Welk onderdeel vind
ik moeilijk?

Slide 26 - Woordweb

Als een verhaal veel flashbacks en flasforwards bevat, is dit dan chronologisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag