uitchecken les 69 + 70 fictie

Uitchecken les 69 + 70 fictie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Uitchecken les 69 + 70 fictie

Slide 1 - Tekstslide

Ik weet wat fictie en non-fictie is
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Wat is het verschil tussen types en karakters?

Slide 3 - Open vraag

Welke genres zijn er?
Welke

Slide 4 - Woordweb

Beschrijf wat belangrijk kan zijn voor de setting van een verhaal

Slide 5 - Open vraag

De verteltijd en de vertelde tijd zijn altijd gelijk aan elkaar
ja
nee

Slide 6 - Poll

De vertelde tijd in een verhaal is de tijd waarin het verhaal zich afspeelt
klopt!
Niks van waar!

Slide 7 - Poll

Een schrijver gebruikt versnellingen om een verhaal uitgebreider te maken
ja
nee

Slide 8 - Poll

Een schrijver gebruikt versnellingen om een verhaal spannender te maken.
ja
nee

Slide 9 - Poll

Een schrijver gebruikt vertragingen om een verhaal beter uit te leggen.
ja
nee

Slide 10 - Poll

Een schrijver gebruikt vertragingen om een verhaal spannender te maken.
ja
nee

Slide 11 - Poll

Wat is een flashback?

Slide 12 - Open vraag

Welke functie kan een flashback hebben?

Slide 13 - Open vraag

Wat is een flashforward?
A
Verhalen worden verteld in de volgorde waarin ze gebeurd zijn.
B
Dit is een mededeling over iets wat later zal gebeuren.
C
Vanuit het 'heden' springt het verhaal vooruit in de tijd.
D
Een personage verwijst naar iets wat eerder gebeurde.

Slide 14 - Quizvraag

Wat houdt chronologische volgorde in?
A
Verhalen worden verteld in de volgorde waarin ze gebeurd zijn.
B
Dit is een mededeling over iets wat later zal gebeuren.
C
Vanuit het 'heden' springt het verhaal vooruit in de tijd.
D
Een personage verwijst naar iets wat eerder gebeurde.

Slide 15 - Quizvraag

Heb je alle lesdoelen behaald?
0100

Slide 16 - Poll