toetsevaluatie

evaluatie toets werkwoordspelling
Allereerst: beantwoord de vragen op het evaluatieformulier dat voor je ligt.

De vragen die jullie het lastigst vonden, behandel ik in LessonUp als iedereen z'n toets heeft (mijn reactie op jouw antwoorden staat soms op de voorkant en altijd op de achterkant)  

VRAGEN (eerst je hand opsteken)
- Inhoudelijke vragen over de toets kan je stellen als de vraag besproken wordt. 
- Heb je een vraag over de beoordeling, markeer de vraag. Na de bespreking van de toets steek je je hand op en roep ik je bij me. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

evaluatie toets werkwoordspelling
Allereerst: beantwoord de vragen op het evaluatieformulier dat voor je ligt.

De vragen die jullie het lastigst vonden, behandel ik in LessonUp als iedereen z'n toets heeft (mijn reactie op jouw antwoorden staat soms op de voorkant en altijd op de achterkant)  

VRAGEN (eerst je hand opsteken)
- Inhoudelijke vragen over de toets kan je stellen als de vraag besproken wordt. 
- Heb je een vraag over de beoordeling, markeer de vraag. Na de bespreking van de toets steek je je hand op en roep ik je bij me. 

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 2 - Tekstslide

Iedereen (kleden) zich met dikke winterkleren.

kleden
de stam is kled
de ik-vorm kleed
ik-vorm + t

Iedereen of 'men' is een enkelvoudig voornaamwoord. De persoonsvorm vervoegt zich naar het onderwerp. 

Slide 3 - Tekstslide

Koen (bibberen) van angst.

bibberen
de stam is bibber
de ik-vorm bibber
ik-vorm + t

Slide 4 - Tekstslide

In het restaurant (bestellen) de delegatie nog een toetje. 

bestellen
de stam is bestel
de ik-vorm bestel
ik-vorm + t

de delegatie is enkelvoud, zoals de organisatie en de groep

Slide 5 - Tekstslide

persoonsvorm verleden tijd

Slide 6 - Tekstslide

Hij (verwachten) dat de verdachte met een verklaring zou komen. 

verwachten
de stam is verwacht
de laatste letter zit in 't ex-kofschip
→ ik-vorm + te of ten

Slide 7 - Tekstslide

Raisa (spelden) een bloem op haar jas.

spelden
de stam is speld
de laatste letter zit niet in 't ex-kofschip
→ ik-vorm + de of den

Slide 8 - Tekstslide

Een kaartje (kosten) wel zestig euro!

kosten
de stam is kost
de laatste letter zit in 't ex-kofschip
→ ik-vorm + te of ten

Slide 9 - Tekstslide

Wij (bestellen) een hamburger in het restaurant.

bestellen
de stam is bestel
de laatste letter zit niet in 't ex-kofschip
→ ik-vorm + de of den

Slide 10 - Tekstslide

voltooid deelwoord

Slide 11 - Tekstslide

Is hij weer (herstellen) na die zware operatie?
herstellen
de stam is herstel
de laatste letter zit niet in 't ex-kofschip
→ d
ik herstel, ik herstelde, ik ben hersteld
of: het herstelde kind

Slide 12 - Tekstslide

Sterre heeft een jaar door Amerika (reizen).
reizen
de stam is reiz
de laatste letter zit niet in 't ex-kofschip
→ d
ik reis, ik reisde, ik heb gereisd
of: de gereisde afstand

Slide 13 - Tekstslide

De bloemen waren na een paar dagen al (verwelken).
verwelken
de stam is verwelk
de laatste letter zit in 't ex-kofschip
→ t
ik verwelk, ik verwelkte, ik ben verwelkt
of: de verwelkte bloemen

Slide 14 - Tekstslide

In het tijdschrift werd een geheim over de acteur (onthullen).
onthullen
de stam is onthul
de laatste letter zit niet in 't ex-kofschip
→ d
ik onthul, ik onthulde, ik heb onthuld
of: het onthulde geheim

Slide 15 - Tekstslide

Meteen nadat het ongeluk was (gebeuren), belde hij 112.
gebeuren
een lastig of homofoon werkwoord: het klinkt hetzelfde als persoonsvorm en als voltooid deelwoord.

gebeurt, gebeurde, gebeurd 
*alleen met 'het'

Slide 16 - Tekstslide

De schuldige werd vier uur lang (verhoren).
verhoren
de stam is verhor
de laatste letter zit niet in 't ex-kofschip
→  d
verhoor, verhoorde, verhoord
of: de verhoorde man

Slide 17 - Tekstslide

Einde toetsbespreking
Leerlingen die een inhaaltoets maken, krijgen een andere toets. 
NB: extra informatie over de inhaaltoets

De toetsen worden nu opgehaald, samen met de evaluatievragen (het A4)
Je kunt je boek nu lezen, of aan de slag met huiswerk (in stilte).

→ Heb je nog wel een vraag over je toets? 
Steek je hand op, blijf zitten, ik roep je bij me

De volgende les:  uitleg over de schrijfopdracht (met een bouwplan)

Slide 18 - Tekstslide