Personal pronouns

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 2 - Woordweb

PERSONAL PRONOUNS

Persoonlijke voornaamwoorden zeggen iets over de persoon die iets doet.

She is very sweet.
They are always late.
Why do you like him?

Slide 3 - Tekstslide

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN!
Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het ONDERWERP. Ze staan aan het begin van de zin.

Slide 4 - Tekstslide

Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het VOORWERP. Ze staan aan het einde van de zin.

Slide 5 - Tekstslide

HET VERSCHIL TUSSEN RIJTJE 1 EN RIJTJE 2 WORDT UITGELEGD IN HET FILMPJE OP DE VOLGENDE PAGINA.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vul aan:
___ am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 8 - Quizvraag

Vul aan:
My friends are always nice to ___ (hen).
A
you
B
us
C
them
D
me

Slide 9 - Quizvraag

Vul aan:
___ is late for school.
A
They
B
She
C
We
D
I

Slide 10 - Quizvraag

Vul aan:
___ is taller than ___.
A
he / me
B
we / I
C
she / he
D
you / us

Slide 11 - Quizvraag

Are ___ (we) going to play soccer with ___ (haar)?
A
you / him
B
we / her
C
I / it
D
they / us

Slide 12 - Quizvraag

Choose the correct personal pronoun.
_____ is from London. (zij)
A
she
B
they
C
he
D
we

Slide 13 - Quizvraag

Choose the correct personal pronoun.
_____ are very good friends. (wij)
A
he
B
they
C
you
D
we

Slide 14 - Quizvraag

Choose the correct personal pronoun.
_____ like school. (ik)


A
i
B
I
C
you
D
we

Slide 15 - Quizvraag

Choose the correct personal pronoun.
_____ is my dog.


Slide 16 - Open vraag

Choose the correct personal pronoun.
_____ are my parents. (zij)

Slide 17 - Open vraag

Choose the correct personal pronoun.
She looks like ______ (haar).
A
him
B
us
C
her
D
me

Slide 18 - Quizvraag

Choose the correct personal pronoun.
Can you call _____ (hem)?

A
her
B
him
C
me
D
he

Slide 19 - Quizvraag

Choose the correct personal pronoun.
The teacher likes ______ .
A
I
B
my
C
me
D
i

Slide 20 - Quizvraag

Choose the correct personal pronoun.
I can see _____ (hen).

Slide 21 - Open vraag

Choose the correct personal pronoun.
Jake doesn't want to eat _____ (het).

Slide 22 - Open vraag

...... is dreaming. (George)

Slide 23 - Open vraag

..... is green. (the blackboard)

Slide 24 - Open vraag

.... are watching TV. (my mother and I)

Slide 25 - Open vraag

... are in the garden. (the flowers)

Slide 26 - Open vraag

I went to the cinema with Joe and Tom. I went with .....

Slide 27 - Open vraag

The cat is sleeping. Do not disturb .....

Slide 28 - Open vraag

It was Kathy's birthday. My mother baked ... a beautiful cake.

Slide 29 - Open vraag

Extra oefenen met 
de Personal pronouns?



Slide 30 - Tekstslide